Reportage Kleine voeten, grote toekomst

De jongeren van vandaag zijn de helden van morgen. Voor de voetballers van de nationale U15 is morgen nog ver weg. In 2018 meer bepaald. Dan willen zij mee de Belgische sportgeschiedenis ingaan en schitteren voor eigen volk. Het ‘nec plus ultra’ voor iedere jonge voetballer.

Het Nationaal Voetbalcentrum Euro 2000 in Tubeke ligt er woensdagnamiddag verlaten bij wanneer de spelers van het nationaal elftal jonger dan vijftien aankomen. De jonge Rode Duivels bereiden er zich via een onderlinge trainingsmatch voor op de dubbele confrontatie tegen Schotland eind maart. Net als bij de profs heerst er tijdens de opwarming een ontspannen sfeertje, dat tijdens de oefenpot verandert in een mentaliteit van volle overgave. De fiere ouders trotseren het miezerige weer. Drie sessies lang volgen ze vanuit de tribune het werk van hun zonen, in de ogen van vele papa's en mama's de nieuwe Vincent Kompany of Wesley Sonck. En ze hebben een reden om te glunderen. Het hypermoderne complex en de kunstgrasvelden die veel weg hebben van een biljartlaken doen immers vermoeden dat België tot de wereldtop behoort. Op het einde van de eerste sessie komt het witte team 1-0 voor. De rechtse voorspeler krult het leer in ware Beckham-stijl enig mooi overhoeks in de winkelhaak. De jonge Belg moet het voorlopig nog stellen zonder een Victoria aan zijn zijde, maar glundert wel wanneer hij met een sublieme baltoets de 2-0 tegen de netten prikt. Voetbal op zijn puurst. Niet om het geld of om de roem, alleen het spelletje telt. Onder impuls van enkele instructies van de zacht optredende trainer kunnen de blauwhemden alsnog de eer redden met een fraai vluchtschot.

Technische progressie

Patrick Klinkenberg (foto), ooit zelf verdediger en sinds 1999 coach van de nationale U15, heeft de laatste jaren een opvallende progressie vastgesteld bij de Belgische jeugd. “Vooral op het gebied van techniek is de vooruitgang merkbaar. In vergelijking met vijf of tien jaar geleden zijn de jongeren nu veel balvaster.” Klinkenberg ziet ook de kloof met het buitenland kleiner worden. “We staan heel dicht bij de top, maar een aantal details zijn heel belangrijk. Als we buitenlandse reizen maken is er bijvoorbeeld niet altijd een keeperstrainer of een assistent bij. Dat moeten ze eigenlijk verplichten.” Veel jonge Belgen volgen het spoor van Moussa Dembele, Timmy Simons en Jan Vertonghen en trekken op voetbalavontuur boven de Moerdijk. Klinkenberg is niet verrast. “De oorzaak daarvan ligt niet alleen bij het gebrek aan professionalisme. Ook de financiële kant van de zaak speelt daarbij een cruciale rol. Bij onze noorderburen krijgen talenten vaak al heel vroeg een contract voorgeschoteld. En dat gebeurt hier zelden.”

“Er lopen veel potentiële talenten rond, maar om nu al namen te noemen voor 2018 is het nog te vroeg.” Patrick Klinkenberg, coach nationale U15

Het hypermoderne complex en de kunstgrasvelden die veel weg hebben van een biljartlaken doen vermoeden dat België tot de wereldtop behoort.

Nu België en Nederland een reële kans maken op de WK-organisatie in 2018, rijst de vraag wie binnen iets minder dan tien jaar deel zal uitmaken van de nationale A-ploeg. De pupillen van Klinkenberg zijn dan 23 à 24 jaar, de gemiddelde leeftijd van de huidige Rode Duivels. Klinkenberg blijft evenwel op de oppervlakte over de doorgroeimogelijkheden van de jongens die hij momenteel onder zijn hoede heeft. “Er lopen in deze generatie uiteraard veel talenten rond die het potentieel hebben om het heel ver te schoppen. Maar echt een naam noemen van iemand die binnen pakweg tien jaar in de eerste ploeg zal spelen, dat is moeilijk.”

Wet

Talentscout Tony Mertens analyseert nauwlettend iedere beweging van de jonge voetballertjes. Hij is al vijftien jaar actief bezig met scouten voor clubs. Eerst acht jaar voor Anderlecht, nu voor Club Brugge. Mertens heeft lovende woorden voor de opkomende generaties in het Belgisch voetbal, maar spreekt Klinkenberg tegen. “De techniek in de jeugdopleiding kan volgens mij veel beter. Wat dat betreft hinken we ver achter op het buitenland.” Mertens haalt als oorzaak aan dat in het buitenland heel wat jeugdtrainers vroeger zelf op een heel hoog niveau speelden, wat in België veel minder het geval is. Ondanks het meningsverschil geeft de blauw-zwarte scout toe dat er in andere Europese landen inderdaad heel wat meer geld omgaat, waardoor er altijd wel een kloof zal zijn. “De oplossing daarvoor zou natuurlijk de invoering van een wet zijn die transfers verbiedt onder een bepaalde leeftijdsgrens. Maar dan zit je opnieuw bij de patstelling. Het systeem van vrij verkeer van spelers zou dan belemmerd worden”, aldus Mertens.

De spelers laten het allemaal niet aan hun hart komen. Zowel Seppe Brulmans, centrale middenvelder van Genk, als Rob De Leersnijder, linksbuiten van KV Kortrijk, zullen er alles aan doen om er in 2018 bij te zijn. “Het zou fantastisch zijn als we in eigen land de Belgische driekleur mogen verdedigen”, vertelt de enthousiaste De Leersnijder, nota bene maker van de eerredder voor de blauwhemden. “Ik zou trouwens niet weten wat ik later wil doen als ik geen profvoetballer zou worden”, voegt Brulmans eraan toe. Het mogen dan wel twee verschillende types zijn, ze hebben een gemeenschappelijk doel: de nieuwe Moussa Dembele worden. Of ze in 2018 tot de A-ploeg zullen behoren, is voorlopig nog koffiedik kijken. Wat wel al duidelijk aanwezig is, is de wilskracht. En laat nu dat juist de sterkte van België zijn.