Buitenspel

Buitenspel zal altijd een regel blijven die voor discussie zal zorgen. Zelfs in de Champion's League met de beste lijnrechters van de wereld worden nog wel eens fouten gemaakt. Laat staan hoeveel keer per weekend een buitenspelfase voor discussie zorgt op alle veldjes van.

Eerst moet er verduidelijkt worden dat een speler niet altijd strafbaar is, als hij in buitenspelpositie staat. Laten we het eerst hebben over buitenspelpositie, en daarna pas over zich strafbaar in buitenspelpositie bevinden.

Een speler bevindt zich in buitenspelpositie als hij dichter bij de doellijn van de tegenpartij staat dan de bal en de voorlaatste verdediger uitgezonderd als hij op zijn eigen speelhelft staat, of als hij op gelijke hoogte staat met de voorlaatste of de twee laatste tegenstanders.

Een speler wordt bestraft voor buitenspel, als hij op het moment dat de bal gespeeld wordt door een medespeler en indien hij 1. ingrijpt in het spel door de bal op te zoeken. 2. Een tegenstander beïnvloedt. 3. voordeel haalt vanuit zijn buitenspelpositie. Vooral die laatste regel is het aan de appreciatie van de scheidsrechter om al dan niet te fluiten. Als een speler op het doel schiet, en de bal komt via de keeper of het doelkader weer in het speelveld in de voeten van een speler die zich op het moment van het shot in buitenspelpositie bevond, moet de scheidsrechter deze laatste speler bestraffen.

Een speler kan niet buitenspel staan bij een doelschop, een inworp en een hoekschop. Als de scheidsrechter een speler bestraft voor buitenspel, wordt hernomen met een indirecte vrije voor de tegenstander op de plaats waar de speler zich bevond als de bal vertrok van zijn ploegmaat.