Curbelo nieuw technisch wonder Standard
Foto: © SC
Volg Voetbalkrant nu via WhatsApp!
Standard was dit seizoen één van de clubs die dit seizoen voor hun technisch voetbal geprezen werd. En er is nog een technisch talent bijgekomen. Zijn naam? Juan Ramon Curbelo, 23 jaar. En zijn conclusie na enkele wedstrijden: ''Er is op het vlak van de techniek nog veel werk in België. Standard heeft dat blijkbaar begrepen.''
De Serviër Ivica Dragutinovic en de Portugees Almani Moreira waren de eersten die aankwamen uit het Zuiden. Zij kregen intussen het gezelschap van drie continent-genoten: Carini, Sorondo en Curbelo. Aliyu Datti is een Nigeriaan, maar hij kreeg zijn opleiding bij AC Milan en een paar Italiaanse tweedeklassers. Carini kwam van Juventus, Sorondo van Inter Milaan. Bisconti is een Italo-Belg die ook in Italië speelde. De bazen van dat zevental zijn gek op Zuiderse techniek. Trainer Dominique D'Onofrio is in Italië geboren en leest nog elke dag de grote Italiaanse sportkranten. Technisch directeur Michel Preud'homme speelde een groot deel van zijn carrière voor het Portugese Benfica. Grote baas Luciano D'Onofrio was clubmanager van Porto toen dat zes prijzen op drie seizoenen won. Hij heeft als spelersmanager contacten met zowat alle grote Zuiderse clubs en spelers. De Uruguayaan Daniel Fonseca was er daar één van toen hij voor Cagliari, Napels, AS Roma en Juventus speelde. Na zijn spelersloopbaan werd Fonseca manager. Hij bracht de drie Uruguayanen naar Luik. Juan Ramon Curbelo is zijn halfbroer.
''Toen ik tegen Cercle Brugge op Sclessin mijn eerste doelpunt op Europese bodem maakte, zat Daniël in de loge te kijken. Hij belde binnen de vijf seconden naar onze moeder in de buurt van Montevideo. Hij weende van geluk zei ze mij achteraf'', herinnert Curbelo zich. ''Mijn broer had wel wat risico genomen door mij midden in het seizoen op een ander continent naar een club te sturen met al vierentwintig goede voetballers. Voor hetzelfde geld zat ik zes maanden op de bank. Maar hij had vertrouwen in mijn kwaliteiten. Hij wist dat Standard technische voetballers zoekt die ook het werk niet schuwen en niet gaan lopen bij het eerste harde duel.''
''Al moet je ook niet in het vooroordeel trappen dat in Uruguay vooral viriel en vuil wordt gespeeld. Ik weet niet hoe men dat in Europa is gaan denken. Onze competitie is veel technischer en veel minder hard dan de Belgische. Ik heb hier nogal ogen getrokken. Maar voor mijn ontwikkeling is het goed. Ik ben hier om mijn Europese carrière te lanceren. Standard is de ideale springplan, zeker als wij de Champions League zouden bereiken. Dan zal mijn broer mij allicht aanraden om hier te blijven.''
Curbelo hoopt dat dan ook zijn vrouw snel naar België kan komen. ''Zij is in verwachting van ons tweede kindje'', zegt hij. ''Omdat ik nog niet weet hoe lang ik hier zal zijn, vonden wij het beter dat zij voorlopig in Uruguay blijft. Ik logeer intussen bij Lalo Sorondo op zijn appartement. Ik voel mij daar behoorlijk goed, net al op de club trouwens. Ik spreek wel alleen Spaans, maar door de Zuiderse inslag hier spreekt bijna iedereen een Romaanse taal. Die versta ik allemaal half en half. Communicatieproblemen heb ik dus nauwelijks en door mijn twee landgenoten had ik ook nauwelijks aanpassingsproblemen aan het voetbal en het leven hier. Kortom: laat ons maar trachten te winnen van Club Brugge en de poort naar de Champions League open duwen. Ik wil Europa het liefst van al leren kennen via Standard. Als Europa mij dan ook nog leert kennen, dan is mijn hoofddoel bereikt.''
De Serviër Ivica Dragutinovic en de Portugees Almani Moreira waren de eersten die aankwamen uit het Zuiden. Zij kregen intussen het gezelschap van drie continent-genoten: Carini, Sorondo en Curbelo. Aliyu Datti is een Nigeriaan, maar hij kreeg zijn opleiding bij AC Milan en een paar Italiaanse tweedeklassers. Carini kwam van Juventus, Sorondo van Inter Milaan. Bisconti is een Italo-Belg die ook in Italië speelde. De bazen van dat zevental zijn gek op Zuiderse techniek. Trainer Dominique D'Onofrio is in Italië geboren en leest nog elke dag de grote Italiaanse sportkranten. Technisch directeur Michel Preud'homme speelde een groot deel van zijn carrière voor het Portugese Benfica. Grote baas Luciano D'Onofrio was clubmanager van Porto toen dat zes prijzen op drie seizoenen won. Hij heeft als spelersmanager contacten met zowat alle grote Zuiderse clubs en spelers. De Uruguayaan Daniel Fonseca was er daar één van toen hij voor Cagliari, Napels, AS Roma en Juventus speelde. Na zijn spelersloopbaan werd Fonseca manager. Hij bracht de drie Uruguayanen naar Luik. Juan Ramon Curbelo is zijn halfbroer.
''Toen ik tegen Cercle Brugge op Sclessin mijn eerste doelpunt op Europese bodem maakte, zat Daniël in de loge te kijken. Hij belde binnen de vijf seconden naar onze moeder in de buurt van Montevideo. Hij weende van geluk zei ze mij achteraf'', herinnert Curbelo zich. ''Mijn broer had wel wat risico genomen door mij midden in het seizoen op een ander continent naar een club te sturen met al vierentwintig goede voetballers. Voor hetzelfde geld zat ik zes maanden op de bank. Maar hij had vertrouwen in mijn kwaliteiten. Hij wist dat Standard technische voetballers zoekt die ook het werk niet schuwen en niet gaan lopen bij het eerste harde duel.''
''Al moet je ook niet in het vooroordeel trappen dat in Uruguay vooral viriel en vuil wordt gespeeld. Ik weet niet hoe men dat in Europa is gaan denken. Onze competitie is veel technischer en veel minder hard dan de Belgische. Ik heb hier nogal ogen getrokken. Maar voor mijn ontwikkeling is het goed. Ik ben hier om mijn Europese carrière te lanceren. Standard is de ideale springplan, zeker als wij de Champions League zouden bereiken. Dan zal mijn broer mij allicht aanraden om hier te blijven.''
Curbelo hoopt dat dan ook zijn vrouw snel naar België kan komen. ''Zij is in verwachting van ons tweede kindje'', zegt hij. ''Omdat ik nog niet weet hoe lang ik hier zal zijn, vonden wij het beter dat zij voorlopig in Uruguay blijft. Ik logeer intussen bij Lalo Sorondo op zijn appartement. Ik voel mij daar behoorlijk goed, net al op de club trouwens. Ik spreek wel alleen Spaans, maar door de Zuiderse inslag hier spreekt bijna iedereen een Romaanse taal. Die versta ik allemaal half en half. Communicatieproblemen heb ik dus nauwelijks en door mijn twee landgenoten had ik ook nauwelijks aanpassingsproblemen aan het voetbal en het leven hier. Kortom: laat ons maar trachten te winnen van Club Brugge en de poort naar de Champions League open duwen. Ik wil Europa het liefst van al leren kennen via Standard. Als Europa mij dan ook nog leert kennen, dan is mijn hoofddoel bereikt.''
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief