Interview Voetbalkrant sprak met Anthony Portier en Jürgen Landuyt
Foto: © SC
Voetbalkrant sprak met Anthony Portier en Jürgen Landuyt (KV Oostende)
"Gilbert wil zijn winnermentaliteit ook bij ons zien"
In de kelder van het klassement draagt KV Oostende na negen speeldagen de rode lantaarn. Is de kustploeg nu een vogel voor de kat? Neen, menen Anthony Portier (22) en Jürgen Landuyt (25). "Later dit seizoen zal wel blijken dat onze groepsgeest het grootste wapen is van deze ploeg." Een dubbelinterview met twee spelers die de promotie van tweede naar eerste mee bewerkstelligden.
Winnen zat er voorlopig nog niet in voor de kustjongens. "Geen geluk in de afwerking", klinkt steeds als excuus na iedere wedstrijd. "Er heerst hier binnen de ploeg", zegt Portier, "een dubbel gevoel. Enerzijds staan we laatste, met 4 op 27, anderzijds hebben we al veel goede wedstrijden gespeeld, hebben we nooit onder gelegen. Onze trainer herhaalt het genoeg in de media: we tellen gewoon te weinig punten."
Landuyt gaat akkoord met z'n teamgenoot. "We hebben het Club en Anderlecht hier heel erg moeilijk gemaakt", aldus de middenvelder. "We zijn nog nooit weggespeeld geweest. Of misschien één keer, die eerste helft dat we door Beveren weggetikt werden. Maar we moesten niet veel kansen toestaan en creëerden er toen ook veel. Als je die mogelijkheden optelt, dan zat er zeker een zege in. Maar het geluk ontbreekt."
VK: Mogen we de voorlinie dan als zwakste departement van de ploeg bestempelen?
Portier: "Neen, we hebben geen zwak departement. Samen aanvallen, samen verdedigen. Onze sterkte is het collectief."
Landuyt: "Daar ben ik het volledig mee eens. Later dit seizoen zal wel blijken dat onze groepsgeest het grootste wapen is van deze ploeg. Als je de aanvallers met de vingers wijst, dan moet je ook naar de verdediging kijken bij een dekkingsfout. Maar ook dan zou ik niet akkoord zijn. Onze verdediging is zeker geen zwakke schakel. Als wij niet sterk spelen, creëert de ploeg ook geen kansen. Die komen er dankzij onze druk naar voren."
VK: Verdedigend staat Oostende zijn mannetje in eerste, alleen over doelman Dimitri Habran hebben sommige hun twijfels. Zeker nu Stefaan Thieren hem sterk verving op Moeskroen.
Landuyt: Ik vind niet dat de trainer alles moet omgooien als Dimitri eens een slechte match speelt of Stefaan een goeie. Dimitri is gekomen als titularis, speelde al een paar goede wedstrijden, en er waren inderdaad wel een aantal twijfelachtige tussenkomsten - ja ook misschien een paar goals waarbij hij niet vrijuit ging. Maar wie geen fouten maakt, zit in de tribune. Dat zijn eigenlijk dilemma's die de buitenwereld creëert. Zoals op het middenveld. Karaca of Van Rumst? Laat de trainer maar de knoop doorhakken. Hij weet wat het beste is voor de ploeg.
De trainer wordt - wat normaal is na vier punten uit negen matchen- door supporters en pers in vraag gesteld.
Portier: Het zijn alleen maar de buitenstaanders die twijfelen aan Gilbert. Zowel als mens en als trainer heb ik veel respect voor hem. Hij is een goede prater, is duidelijk in de instructies en vooral: hij heeft een winnermentaliteit als geen ander. En die wil hij ook bij ons zien.
Landuyt: Bodart is één van de beste trainers waarmee ik gewerkt heb. Een rustige man, tactisch altijd duidelijk. Hij weet met zijn ervaring ook hoe hij met spelers moet omgaan.
Jullie zijn samen met hem gepromoveerd en speelden nog nooit op het hoogste niveau. Ooit getwijfeld dat jullie eerste niet zouden aankunnen?
Portier: Niet echt. Weet je, voor mezelf vond ik het zware seizoensbegin eerder een voordeel. Meteen tegen Club en Anderlecht spelen, je weet meteen waar je staat. En na die matchen meen ik: ik kan mee met die grote mannen. Maar dat komt ook omdat de hele ploeg goed speelt. Als iedereen een tandje bijsteekt en ervaren spelers als Paul Okon het goed doen, dan word je meegezogen met dat enthousiasme. We beginnen nu ook anders aan een match dan in tweede of derde hé. Toen zeiden we: van die of die moeten we winnen. Nu zeggen we: tegen die kunnen we winnen.
Landuyt: Ik ben altijd 100% zeker geweest dat ik het niveau aankon. Ik heb mij snel aangepast en mag zeggen dat ik altijd tot de betere van de ploeg behoor. In feite is het simpel. Net als in tweede moet je je man uit de match houden. Lukt dat, dan groeit het vertrouwen vanzelf. In eerste kan je je als voetballer ook meer tonen, omdat de ploegen die op bezoek komen ook meer voetballen. In tweede speelden we in de top-3, dan komen alle ploegen met 11 man achteraan spelen.
Portier: In vergelijking met tweede moet je nu 90 minuten echt scherp staan. Eén seconde concentratieverlies is genoeg voor een tegengoal. Nu, ik heb het verschil tweede-eerste alleszins goed gevoeld. Er wordt meer getraind, maandag één keer, dinsdag twee keer, woensdag is er dan training op stilliggende fases, ook donderdag en vrijdag, de tijd dat er eens een rustdag tussenzat is voorbij.
Jullie kunnen als geen ander zien of er veel veranderd is binnen de club. Gaat het er nu professioneler aan toe?
Landuyt: Tja, KVO zit nog in een beginstadium. Ze denken dat ze nu al professioneel bezig zijn en ze doen hun best ook, maar ik kom van Cercle, ik weet wat dat is. Details? Daar kom ik liever niet mee naar buiten. Maar de goodwill is er en als er hard gewerkt wordt komen ze er wel.
Portier: Ze doen hun best, maar voorlopig komt het er nog niet echt uit. Dat zijn details die je als speler goed ziet, de buitenwereld zal dat nooit merken.
Foto's: www.kvo.be en Rudy Declerck
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief