Voetbalstad Rome: Van Latium tot Lazio
Foto: © SC
Volg Voetbalkrant nu via Instagram!
Alle wegen leiden naar Rome, ook die van het voetbal. Voor een perfecte combinatie van geschiedenis en voetbal moet je in Rome zijn, en nergens anders.
Al in de Klassieke Oudheid was Rome één van de grootste sportcentra in de wereld. De Romeinse keizers bedaarden het volk door het organiseren van de alomgekende “brood en spelen†in verschillende amfitheaters, waarvan het Colosseum ongetwijfeld het bekendste is. In het immense Romeinse kroonjuweel moesten gladiatoren elkaar bekampen, enkel en alleen om het volk te vermaken. De gladiatoris werden in sportscholen klaargestoomd, om uiteindelijk hun bloed te laten vloeien voor de keizer en het volk. Het Colosseum was trouwens meer dan dat. In een mum van tijd kon men het strijdperk omtoveren in een gigantisch bad, om daarin een levensechte zeeslag te organiseren. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het Colosseum, in die tijd een technisch hoogstandje, tot op de dag van vandaag nog vaak gebruikt wordt als voorbeeld voor verschillende sport- en voetbalstadions.
Mooie liedjes duren niet lang, zo ook in het Romeinse Rijk. Langzamerhand brokkelde het West-Romeinse Rijk uiteen. Verschillende andere naties maakten zich gedurende korte periodes meester van de Italiaanse stad, waaronder ook Karel de Grote. Uiteindelijk kwam Rome in handen van de paus. Toch ging het niet goed met de Romeinen. In de Middeleeuwen werd het volk getroffen door plagen, oorlogen en plunderingen. Gelukkig kwam de stad er toch bovenop. In 1870 voegde Rome zich bij het Koninkrijk Italië, om meteen de rol van hoofstad in te nemen. Het is in die periode dat ons voetbalverhaal begint.
Op 9 januari 1900 organiseert de militair Luigi Bigiarelli een ontmoeting op de beroemde Piazza della Libertà . Hij en zijn negen kameraden nemen een historische beslissing in de Romeinse sportgeschiedenis. Op eigen houtje stichten ze de Società Podistica Lazio, met de historische woorden “We mogen de Urbs Aeterna, de eeuwige stad, niet vergeten. We moeten een naam met betrekking tot Rome, maar die tegelijkertijd ook gaat over dingen buiten Rome. Daarom noemen we onze club Lazio, naar de regio waarin Rome ontstaan isâ€. Lazio was dus een heel logische keuze. Al van in de Klassieke Oudheid spraken de Romeinen over Latium om hun gebieden aan te duiden. Bovendien had die naam een dubbele betekenis. De 'lat' was een Indo-Europees begrip, dat we letterlijk kunnen vertalen als 'wijd'. Zo konden de stichters meteen hun ruimdenkende, onbekrompen gedachten uitdrukken.
Toch begint Lazio niet als voetbalcub. De eerste twee jaar beperken de stichters zich tot het deelnemen aan marathons. De kleuren die ze daarvoor gebruikten, waren hemelsblauw en wit, geïnspireerd op de Griekse vlag, die symbool stond voor de Olympische Spelen. De club heeft haar bijnaam biancocelesti, letterlijk 'de withemelsblauwen', te danken aan deze kleuren.
Op 21 juli 1900 nemen de mannen voor het eerst deel aan een marathon. Een datum die niet toevallig gekozen was, want de legende vertelt dat de stad Rome op de 21e juli van het jaar 753 voor Christus gesticht werd door de tweeling Romulus en Remus. Het bracht hen geluk, want Lazio won meteen de prijs voor “het beste team in de marathonâ€.
Ondertussen groeit de club verder en verder. De leden beginnen gebruik te maken van het Piazza D'Armi, het eerste stadion van Lazio. Al gauw kwamen er ook zwem- en roeiafdelingen, die hun kunstjes toonden op de Tiber.
Pas na twee jaar maakt de club voor het eerst kennis met het voetbal. In andere Italiaanse steden als Turijn en Genua is men al jaren verslaafd aan het populaire balspelletje, maar in de hoofdstad zelf heeft men nog nooit van voetbal gehoord. Tot op die ene dag, waarop Bruno Seghettini aanklopt bij Lazio. Seghettini stelt zich voor als een lid van Racing Club de Paris. Wanneer de man vraagt naar Lazio's voetbalcapaciteiten, weten de Italianen helemaal niet waarover hij het heeft. Uiteindelijk haalt Seghettini een voetbal – de eerste in Rome – tevoorschijn. De mannen van Lazio zijn meteen verkocht. Ze beginnen onderling wedstrijdjes te spelen. Andere tegenstanders waren er niet, want in heel Rome had nog nooit iemand van voetbal gehoord.
Uiteindelijk vindt Lazio dan toch een tegenstander. Enkele leden scheiden zich af van de club en richten zelf een vereniging op onder de naam Società Sportiva Virtus. De term “virtus†verwijst naar de dapperheid en de sterkte van de club. Op 16 mei 1902 komt het tot een confrontatie tussen de twee: de allereerste derby uit de Romeinse geschiedenis.
Lazio bracht vanzelfsprekend elf spelers tussen de lijnen. Enkelen daarvan waren ook bij de stichting van de club aanwezig. De sterspeler van het toenmalige Lazio was ongetwijfeld Sante Ancherani. Gedurende de hele eerste helft werd de man het scoren belet door tegenstander Cammarota, die het niet kon nalaten om Ancherani af te stoppen met enkele stevige fouten. Dat kwam hem duur te staan, want tijdens de rust werd hij aangevallen door Zangrilli, een goede vriend van de oprichter van de club. Zangrilli neemt Cammarota bij de baard om hem duidelijk te maken dat hij Ancherani met rust moet laten. Met succes, want Cammarota zal na de rust de partij beslissen door drie keer te scoren. Sindsdien staat Zangrilli bekend als de eerste Laziale, de eerste supporter van Lazio.
Al gauw groeien de biancocelesti uit tot de grootste voetbalclub in Rome en omstreken. In 1907 maakt de rest van Italië kennis met Lazio, wanneer de club haar eerste prijs verovert. In Pisa wordt in een hoogaangeschreven toernooi afstand genomen van zowel Lucca, Livorno als Pisa zelf. Ondertussen is Lazio al verhuisd naar een ander stadion. In 1906 neemt men afscheid van het Piazza d'Armi en trekt men naar het meer westelijke Campo dei Daini.
In 1913 doet Lazio voor het eerst mee aan de toen nog onprofessionele en vooral chaotische nationale competitie. De Romeinen boeken meteen heel wat succes. Enkel het ijzersterke Pro Vercelli doet beter. In de finale verloor Lazio met 6-0 van Pro. Een jaar later zou de ploeg dan weer de eindstrijd verliezen van Casale, dit keer met 7-1 en 2-0. Niettemin kon de pret van de Laziale niet op, getuige daarvan het nieuwe stadion. In 1913 verhuisde Lazio immers naar het Rondinella, midden in de gekende supporterswijk Parioli.
Toch kwam het nieuwe stadion op het slechtst mogelijke moment. De eerste wereldoorlog zou van 1914 tot 1918 niet alleen het hele voetbal, maar ook miljoenen mensenlevens stilleggen.
In 1918 kwam er een eind aan het jarenlange leed. De Italiaanse competitie werd langzamerhand terug opgebouwd. In 1923 bereikte Lazio voor de derde keer in haar bestaan de finale. Opnieuw werd verloren, ditmaal van Genua. In die tijd werd ook voor het eerst een speler van de Romeinen opgeroepen voor het Italiaanse nationale elftal. Bernardini kreeg als eerste de kans om van het internationale voetbal te proeven.
Ondertussen staat heel Rome op z'n kop. In 1922 grijpt Benito Mussolini de macht na zijn beroemde 'Mars op Rome'. De komst van Il Duce had ook ingrijpende gevolgen voor Lazio zelf. De fascistische dictator was bijna bij elke wedstrijd van de Romeinse club aanwezig, aangetrokken door de arend in het clublogo van Lazio, die ook op de uniformen van Mussolini's leger terug te vinden was. In 1927 liet Mussolini het Stadium Nazionale ombouwen tot het Stadio PNF, voluit Stadio Partito Nazionale Fascisti, het nationale stadion van de fascisten. In 1931 verhuisde Lazio naar dat stadion. De link tussen extreem-rechts en Lazio was nooit zo duidelijk als toen.
Mussolini wist van geen ophouden. Het Stadio PNF alleen was niet genoeg. Hij liet in de omgeving een groot forum voor de sport bouwen. In 1932 werd het forum voorgesteld onder de naam Foro Mussolini. Zwemmers, gymnasten, atletiekbeoefenaars en een hoop anderen kunnen terecht in de nieuwe wijk, waar sport centraal staat. Het plan van Mussolini bevatte ook de bouw van een enorm stadion, dat plaats zou bieden aan 100.000 toeschouwers: het Stadio dei Centomilia (letterlijk: het stadion van 100.000). De bouw van de voorloper van het huidige Stadio Olimpico werden echter onderbroken door de tweede wereldoorlog.
Hoe loopt het af met Lazio Roma? En waar blijft AS Roma nu? Lees het zaterdag, in ons tweede deel van "Voetbalstad Rome"!
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief