Column Kop van Jut

Kevin Van Cutsem
| 0 reacties
Kop van Jut
Foto: © SC

Volg Voetbalkrant nu via Instagram!


Om verder te gaan op Jan Leijten’s traktaat ‘God houdt niet van rechters’, kunnen we vanaf nu ‘ook niet van scheidsrechters’ toevoegen. Want de kritiek op de arbitrage blijft aanhouden. Hoewel aan de seizoensstart een overeenkomst werd getekend door trainers en scheidsrechters, zijn ze meer dan ooit kop van jut in een wedstrijdanalyse. 

Zo ook vorige week na Standard-La Louvière en Gent-Lokeren. Wolven-manager Stéphane Pauwels haalde uit naar scheidsrechter Jordens. Leekens van zijn kant voelde zich al bestolen vanaf de heenwedstrijd.
 
Maar als we even een kijkje nemen buiten onze landsgrenzen, zien we dat het ook daar niet allemaal koosjer verloopt. Mourinho werd beschuldigd van opruiend gedrag tegenover Anders Frisk. De Zweedse scheids kreeg vervolgens zoveel bedreigingen, dat hij besloot zijn fluitje aan de haak te hangen. Net als scheidsrechter Breda vorige week. Foppe Dehaen zei ooit: “De arbitrage heeft ons genekt, daarom zouden we hen eens moeten nekken.” Toen was het uiteraard grappend bedoeld maar nu weet je het gewoon niet meer. Ook op provinciaal niveau en in jeugdwedstrijden is er een ernstige toename van de agressie en kritiek op de refs. Als dit Amerika was, waar één burger op drie een wapen bezit, had een spelleider dezer dagen zelfs geen tijd meer om het speelveld te verlaten. Hier blijft het “gelukkig” nog bij spreekkoren. Vorig jaar werd immers de Nederlandse wedstrijd ADO-Ajax stilgelegd nadat het publiek “Hamaz, Hamaz, Temminck aan het gas” riep. Ook in België is het fenomeen bekend. Maar waar trek je uiteindelijk de lijn, en vooral wie trekt ze?  De gemoedstoestand van de gemiddelde scheidsrechter staat hoedanook op een laag pitje.
 
Soortgelijke kritiek is er elke dag over de hele wereld, voor zowel spelers, leerlingen, directeuren als managers. Maar dit is anders. Kritiek, daar kan je als scheidsrechter niet omheen. Vanaf de jeugd klagen spelers, coaches en toeschouwers over de kwaliteit van de arbitrage, en scheidsrechters over de manier waarop ze behandeld worden. Met klagen bereiken we echter niets. Beide partijen moeten samen tot oplossingen komen. Maar is dat wel zo gemakkelijk?

De scheidsrechters zelf hebben nood aan een nog betere begeleiding. Onrealiseerbaar wegens onderbevolking, aldus de Scheidsrechterscommissie. Wat wel een haalbare kaart is gebleken, is het peterschap bij beginnende scheidsrechters, waar een ervaren spelleider de rookie voor en na de wedstrijd enkele raadgevingen geeft. En dat is niet het einde. Ook de cursussen op verschillende niveaus en de gewestelijke vriendenkringen, waar scheidsrechters hun problemen onderling bespreken, zijn stappen in de goede richting. Enerzijds leren scheidsrechters er om zich op te trekken aan kritiek en anderzijds het van zich af te duwen. Ze besteden uren aan het leren van spelregels, ze leggen examens af en wonen bijeenkomsten bij waar nieuwe regels toegelicht worden. Meer kunnen ze niet doen. Het vergt tijd, moeite en een gezonde dosis gedrevenheid om een competent spelleider te worden. Het minste wat de trainers, voorzitters, spelers en fans kunnen doen is een beetje respect tonen.
 
Wat de clubs en trainers betreft, het wordt tijd dat zij eens voor eigen deur vegen. Zoals Co Andriaanse ooit na een wedstrijd zei: “O, maar ik bakte er ook niet veel van.” De scheidsrechter neemt een beslissing en die is nu eenmaal onomkeerbaar. Laat me duidelijk zijn: Kritiek mag maar enige vorm van respect en appreciatie is een must.
 
En als ik het over appreciatie heb, kom ik direct bij de volgende categorie belanghebbenden, de media. Want vergis u niet, de rol van televisiebeelden en de inmenging van co-commentatoren is nooit groter geweest. Reeds in 1962 noemde internationaal topreferee Arthur Ellis de televisie de grootste vijand van de scheidsrechters. En het is er sindsdien niet op verbeterd. De kijker wordt bestookt met statistische info over fouten, balbezit en doelpogingen. Hij krijgt duidelijkheid over hoe ver de muur moet staan, duidelijkheid over al dan niet gegeven corners en opengeklapte buitenspelvallen. Middelen genoeg om achteraf een besluit te kunnen trekken.
 
Meer dan die televisiebeelden is de commentator of zijn analist de beïnvloedende factor in onze visie op scheidsrechters. Door vertraagde beelden, vaak uit 16 hoeken geschoten, is het voor live-verslaggevers erg gemakkelijk. Ook zitten zij hoog boven het speelveld waar zij een overzicht hebben, daar waar een spelleider midden in het spel zit. Analisten zijn vaak ex-spelers die het spel meer bekijken uit oogpunt van de spelers. Hij wil voetbal zien en geen fouten. Zo ook dit weekend weer op Canal+ en VTM. Tijdens Bergen-Genk van afgelopen vrijdag kregen Guy Polspoel en Hein Vanhaezebroeck wel heel gemakkelijk het grote gelijk door de vele herhalingen. Even een voorbeeld:
(beeld toont een pass van Schaessens op Jérémy Njock die doorgebroken lijkt)
Hein: “Mooie doorsteek van Marc Schaessens”
Guy: “Hier zit misschien wat in”
(beeld toont dat de lijnman de vlag in de hoogte steekt)
Guy: “O, Njock wordt teruggefloten! Mja,…
Hein: “Dit was zeker op het randje”
(beeld toont herhaling waaruit blijkt dat Njock geen buitenspel stond)
Guy: “Het was er zeker geen! Hier komt Genk zeer goed weg! Want Njock zou zoiets niet laten liggen.”
 
Uit de live-beelden was het amper uit te maken, zo ook voor de commentatoren (“Mja” en “op het randje”). Maar na de herhaling, waar de scheidsrechter en zijn assistent uiteraard niet over beschikken, is het voor hen duidelijk. Maar daar blijft het niet bij. Achteraf laat de commentator de mogelijkheid op doel gevaarlijker uitkomen dan het in realiteit was. Eerst zat er misschien iets in, achteraf zou Njock zo een kans niet laten liggen. Iets gelijkaardigs gebeurde bij Club Brugge-Lokeren, zaterdag in de uitzending van Goal, waar uit de herhaling blijkt dat Joao Carlos geen buitenspel stond. In het interview achteraf geeft de commentator een volgende aanzet aan coach Reynders. “Uit de beelden bleek dat het doelpunt weldegelijk geldig was, voelt u zich nu bestolen?” Deze voorbeelden gebruik ik enkel om aan te tonen dat tv-commentaar een invloed heeft op onze visie op de prestaties naar scheidsrechters, niet met de bedoeling om iemand te bekritiseren.

Samengevat is er al een tijdje een krachtmeting aan de gang tussen verschillende groeperingen. Alles draait uiteindelijk rond de interpretatie van de regels. De refs fluiten volgens de richtlijnen van de FIFA en niet volgens spelers, commentatoren en supporters. De Heilige regel voor scheidsrechters is consequent zijn. Consequent naar bepaalde overtredingen en naar de interpretatie ervan, maar ook, en vooral, consequent naar de internationale regels. Alleen zo kan er aan één zeel getrokken worden en verdere idiotie vermeden worden. Maar voorlopig is het geen wonder dat er steeds minder jongeren het leiden van een wedstrijd zien zitten. Er moet dus wat veranderen, daar is iedereen het over eens, voor de laatste scheidsrechter uitgefloten wordt.
Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

Jupiler Pro League

Nieuwste reacties