Analyse Seizoensanalyse Germinal Beerschot
Foto: © SC
Volg Voetbalkrant nu via Instagram!
Het seizoen van Germinal Beerschot is eenvoudig samen te vatten. Een zwakke en grijze competitie, gecompenseerd door een sterke en avontuurlijke bekercampagne, met als gevolg een eerste prijs na 6 jaar fusie. Een onverhoopt maar langverwacht succes.
Na de nederlaag tegen Brussels leek het er immers op dat Germinal Beerschot definitief in het degradatiemoeras gezogen was. De 'kloof' met een degradatieplek bestond nog uit twee punten, en met het lamentabele voetbal dat de Antwerpenaars brachten leek het er niet bepaald op dat Germinal Beerschot zich nog zou redden.
Toen pakte René Snelders echter uit met de quote van het jaar. "Binnen drie tot vier weken zijn we gered", zei bompa Snelders. En om het vertrouwen dat het bestuur in de trainer had te etaleren, vloog Brijs niet buiten maar kreeg hij zelfs een contractverlenging.
De nederlaag in februari tegen Brussels was al de negende opeenvolgende partij die de mannekes niet konden winnen. Oorzaken? Weinig vertrouwen in de ploeg, een middenveld dat te ver van de verdediging speelde, aanvallers die niet scoorden, kortom: niets dat lukte. De wedstrijd tegen Cercle illustreerde dat voorbeeldig. Proberen en proberen, met de moed der wanhoop, maar de tegengoals van de Westvlamingen zaten er van mijlenver aan te komen.
Maar zie. De zet van het bestuur werkte. Na de afgang op Brussels hakten de ratten opeenvolgens Genk (3-1) en Lokeren (0-1) in de pan. Er was weer wat ademruimte. Het zou het begin zijn van een sterke reeks waarin enkel de top-drie van Germinal Beerschot kon winnen. Op La Louvière (1-1 in de slotminuut) na gingen alle ploegen voor de bijl. Die eindspurt resulteerde in een sterkte 22 op 33. De fusieploeg eindigde zo zelfs nog in de eerste kolom. En, laat ons niet vergeten, had de bond geen drie punten naar Gent gestuurd, dan hadden ze op het Kiel 45 punten gehad, en een 7de plek bezet. Dat is zelfs een puntje beter dan vorig seizoen. Ongelooflijk, voor wie de ploeg in januari en februari zag krasselen.
Maar het tij keerde pas echt na de halve finale tegen Lokeren. Want ja, er werd gewonnen
tegen Lokeren en tegen Westerlo, maar die doelpunten kwamen zo uit de lucht gevallen na schandalig slechte wedstrijden, dat zelfs coach Brijs sprak dat hij "de schande nabij was". Pas na het bereiken van de finale toonde de ploeg echt waarom ze die finale bereikte. Met aanvallend en verzorgd voetbal werden Sint-Truiden en Beveren eenvoudig opzij gezet.
De toppers bleken echter een maatje te groot. Zowel op Standard (3-0), Anderlecht (3-0) als Brugge werd kansloos verloren. Vooral de 6-0 op Brugge daverde nog na. Brijs gaf na de wedstrijd toe dat hij de verkeerde tactische keuzes had gemaakt. Groot in de nederlaag, of een psychologisch spelletje?
Want in de enige topper die er écht toe deed, de felbesproken bekerfinale, toonde Germinal Beerschot zich van zijn grootste kant. Zo'n 17.000 fans toonden aan waarom Verhaegen en co met Beerschot fuseerden, en zijn ploeg kon alleen maar volgen. Met goed georganiseerd voetbal en een snelle omschakeling, toonde het team aan dat het wel potentieel heeft.
Want we zegden het al in de winteranalyse, maar pas de laatste weken toonde de ploeg hoeveel klasse erin schuilt. Het enige probleem van Brijs was de puzzelstukken in elkaar te laten passen. En dat lukte uiteindelijk dan toch. Met als belangrijkste stukje: Karel Snoeckx. De veteraan, die in de winterstop nog wilde vertrekken, toonde zich de laatste maanden weer als voorheen: bikkelend, tackelend, openingen forcerend, scorend, en vooral lopend, lopend en lopend.
Dat blijven lopen kwam er ook door het werk van dokter Chris Goossens. Die vond in Brijs de perfecte trainer om zijn trainingsschema te testen. Dat dit oefenprogramma vruchten afwierp, bewees de kern wel door tot in de laatste seconde van de bekerfinale de Brugge spelers op te blijven jagen.
Betekent dit dat Brijs een perfect seizoen coachte? Nee. Pas in maart vond de coach de oplossing voor zijn puzzel. Daarvoor bleef hij zich verschuilen achter het grootste manco in de ploeg: geen scorende spits. En het spelpeil van de eerste maanden na de winterstop was om van te huilen. Daarnaast speelde hij spelers soms uit op de vreemdste plaatsen. Goalgetter Cadu op het middenveld? Hoefkens als verdedigende middenvelder?
Het toonde hoe diep de wanhoop zat. En het maakte de smaak van de bekerwinst des te zoeter. Maar nu zijn de verwachtingen gespannen. Volgend seizoen zal de druk hoger liggen, en zullen de fans een nieuw overgangsseizoen niet meer tolereren. Brijs en het bestuur doen er dus goed aan de puzzel dit jaar te leggen voor het seizoen begint.
De revelatie
29 augustus 2004, Germinal Beerschot - Charleroi. In de 90e minuut vervangt Brijs bij een 0-1 achterstand Camara voor De Wree, op dat moment 4de keuze voor de rechtsback.
28 mei 2005, Germinal Beerschot - Club Brugge. Kris De Wree bezorgt met zijn kopbal de ratten de beker, nadat hij eerder Karel Snoeckx liet scoren. En eerder schoot hij met een raak schot zijn club in de halve finale voorbij Lokeren. Om maar te tonen van hoe ver deze rechtsachter komt. Vanaf zijn invalbeurt met doelpunt in Genk werd De Wree sterker en sterker, en tegen het einde werd de rechtsachter/middenvelder een bepalende speler op het Kiel. Het kan verkeren.
De tegenvaller
Mohamed Camara. Amper één doelpunt, veel te weinig assists, toonde bijna niets. Nochtans was deze linkermiddenvelder vorig seizoen nog een belangrijke pion voor Brijs. Nu teerde hij teveel op zijn klasseflitsen, die zeldzamer en zeldzamer werden. Beschikt toch over enorm veel talent, en is een van de weinigen van de kern die vlot zijn man voorbij kan. Daarom jammer dat er zo weinig uitkomt. Was tijdens de winterstage in Turkije bijna daar gebleven, maar die transfer ging niet door.
Nog tegenvallers: het geflopte Brazilianenbeleid, en de manier waarop Kristof Snelders de club moest verlaten.
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief