Interview Paul Bistiaux: 'Antwerp is als de Titanic'

Jan Martynowski
| 0 reacties
Paul Bistiaux: 'Antwerp is als de Titanic'
Foto: © SC
Word fan van Antwerp! 2832

Voetbalkrant sprak met Paul Bistiaux

"Antwerp is als de Titanic"
door Jan Martynowski

Paul Bistiaux is al vanaf 1992 clubsecretaris van Antwerp. Het 125-jarig bestaan van ’s lands oudste club is de perfecte gelegenheid Bistiaux aan het woord te laten over verleden, heden en toekomst.

Antwerp wordt 125 jaar. Een groot moment?
Bistiaux: “Absoluut. Antwerp is de oudste club van het land. En pas op, niet alleen de oudste van het land, maar ook de derde oudste van het Europese vasteland hé. Ik denk dat er nog één ouder is in Nederland, en één in Denemarken, maar dat is alles.”
 
Toch kwam die oudste club de laatste weken enkel negatief in het nieuws. Zo eist zakenman Tony Gram nog zo 50 miljoen oude Belgische franken van de club.
Bistiaux: “Er zijn problemen, maar ik ga daar niet dieper op ingaan. In 125 jaar zijn er tientallen van die problemen geweest. We moeten dat oplossen, maar zo’n dingen hebben we al gehad in het verleden. Als er iets is dat we in 125 jaar hebben getoond, is het wel dat we een strijdbare club zijn. We zullen ons nooit bij de zaken neerleggen.”
 
Ook rond het stadion is al veel te doen geweest. In 1997 mocht Antwerp zelfs een tijdje niet op de Bosuil spelen wegens ‘te bouwvallig’. Er is dan ook sprake van een nieuw stadion. Zal dat meer volk naar Antwerp lokken?
Bistiaux: “Het is nogal evident dat ons stadion verouderd is. Voor een deel tenminste. We hebben een mooie nieuwe tribune, en mooie business-seats. Maar de twee hoofdtribunes zijn niet meer wat ze moeten zijn. Nu hebben mensen het liever comfortabel en met meer faciliteiten. Maar of een nieuw stadion de massa zal lokken weet ik niet. Al heb je het mooiste stadion ter wereld, als er een slechte ploeg speelt heb je er niets aan. Maar voor de moreel kan een nieuw stadion inderdaad wel beter zijn, ja.”
 
Zou u bereid zijn een stadion te delen met Germinal Beerschot?
Bistiaux: “Ik wil dat niet uitsluiten. Ik ken de toekomst niet. Maar het liefst heb ik natuurlijk een eigen stadion.”
 
In datzelfde verband is er natuurlijk ook het steeds weerkerende gerucht over de fusie. Blijft het bij geruchten, of komt het er ooit van?
Bistiaux: “Die fusie is het monster van Loch Ness. Een- of tweemaal per jaar steekt die haar kop boven water. Maar als we kijken naar de rest van de wereld, dan zien we overal grote en kleine steden waar verschillende profclubs naast elkaar bestaan: Glasgow, Manchester, Rotterdam, Brugge zelfs. In Antwerpen moet zoiets dan toch zeker kunnen.”
 
Maar geeft een fusie dan niet meer kans op topvoetbal in Antwerpen?
Bistiaux: “Een fusie is geen wondermiddel. Er wordt teveel gedaan alsof een fusie alles zou oplossen. Trouwens, er zijn maar heel weinig fusies die succes opleveren. Racing Genk is één van de weinigen fusieclubs die succes kent.”
 
Germinal Beerschot werd ook aangekondigd als dé ploeg die de top zou bestormen. Daar blijft weinig van over.
Bistiaux: “Germinal Beerschot is natuurlijk geen echte fusieclub, dat is gewoon Ekeren dat zich Beerschot ging noemen en daar ging spelen. Maar commercieel kan ik dat natuurlijk verstaan. Maar om te zeggen dat er weinig van overblijft? Het is natuurlijk geen Europese top, maar ze doen het toch wel goed.”
 
Een grote fusie zou natuurlijk wel het pigment van de Antwerpse derby wegnemen.
Bistiaux: “Dat is een speciale wedstrijd, dat is sentiment. Dat leeft bij de entourage en bij de supporters. Maar voor de competitie is het een gewone wedstrijd, waar drie punten op het spel staan. Het geeft natuurlijk wel extra kleur.”
 
Naast al deze extra-sportieve zaken telt natuurlijk vooral het sportieve. Antwerp lijkt zich goed te wapenen voor volgend seizoen. Het haalde met Tomsin en Lavan al twee spelers binnen die op het eerste zich goede versterkingen lijken. En het zijn Belgen.
Bistiaux: “Het zijn goede spelers, ja. Maar dat het Belgen zijn maakt mij persoonlijk niet zoveel uit. Goede spelers vind je in België en in Patagonië. Een Belg is niet noodzakelijk een betere speler. Ik zeg altijd maar dat er geen Belgen en buitenlanders bestaan. Er zijn enkel goede en slechte spelers. Kijk eens naar de Ivorianen van Beveren. Die zijn goed. Het seizoen dat we degradeerden speelden die ons werkelijk van het ‘kaske naar de muur’. Dat is een criterium. Ze haalden toen ook de bekerfinale. En kijk naar Arsenal, dat werd kampioen zonder Engelsen, net als Chelsea. Maar om op Tomsin en Lavan terug te komen: dat zijn twee goede spelers, ja.”
 
Moeten ze Antwerp weer naar eerste helpen?
Bistiaux: “Het doel is natuurlijk weer terug naar eerste te gaan. We doen wat we kunnen, maar volgend seizoen zal het een sterke reeks zijn. Maar Antwerp hoort thuis in eerste klasse. Als je kijkt naar het aantal seizoenen in eerste afdeling, staan wij met afstand vooraan. Standard volgt op 20 seizoenen, denk ik. We hebben dan ook een palmares dat kan tellen. En ook Europees. We hebben meer Europees gespeeld dan Genk.”
 
Is dat de grote droom? Weer Europa in?
Bistiaux: “Zeker. Als je eens kijkt naar wat wij bereikt hebben. We hebben in de drie Europese bekers gespeeld, vergeet dat niet. Antwerp heeft nog tegen Real Madrid gespeeld, als eerste Belgische club, voor Anderlecht, in de Beker voor Landskampioenen. Verloren ja, maar er zijn er niet veel die dat kunnen zeggen."
 
Over verlies gesproken, wat waren voor u de grootste teleurstellingen in uw tijd -tot nu toe- bij Antwerp?
Bistiaux: “De degradaties natuurlijk, in 1998 en 2004. Dat is een pijnlijke zaak. En voor Antwerp is dat nog pijnlijker. Antwerp en tweede, dat past niet bijeen. Dat is de Titanic die niet kon zinken. Het kon niet, maar het is nu bewezen van wel, hé”
 
In  zulk een bewogen geschiedenis zaten ongetwijfeld ook hoogtepunten. Wat is voor u hét mooiste moment op de club geweest?
Bistiaux: “Het tweede doelpunt van Dragan Jakovljevic tegen Spartak Moskou (op de foto). Het was een knappe goal, maar van hem zou je dat niet verwachten, integendeel. Hij was niet bepaald een goalgetter. Maar dat doelpunt van buiten de backlijn deed de match kantelen. Er waren nog 30 minuten te spelen, maar ik wist dat dat het keerpunt was en dat we naar de finale in Wembley zouden gaan.”
 
Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

2e klasse

Nieuwste reacties