De geboorte van de Europabeker

Anthony Van der Planken
| 0 reacties
De geboorte van de Europabeker
Foto: © SC

Volg Voetbalkrant nu via WhatsApp!

Vandaag dag op dag vijftig jaar geleden werd in Lissabon misschien wel de belangrijkste voetbalwedstrijd aller tijden gespeeld. Sporting Lissabon en Partizan Belgrado stonden op 4 september 1955 tegenover elkaar in wat de geschiedenis zou ingaan als de allereerste Europabekerwedstrijd.

Het wonderlijke verhaal van de Europabeker begon in Engeland. De plaatselijke kampioen Wolverhampton Wanderers speelde in de zomer van 1953 enkele vriendschappelijke wedstrijden tegen ondermeer het Argentijnse Racing Club, het Russische Spartak Moskou en een Zuid-Afrikaans elftal. The Wolves wonnen hun wedstrijden met sprekend gemak en toen ook het Hongaarse Honved, met enkele spelers van het nationale team – ook wel de Magische Magyaren genoemd –, verslagen werd, riep manager
Stan Cullis luidkeels dat zijn team het beste van Europa was.
Het was die uitspraak die de aanleiding gaf tot de geboorte van 's werelds mooiste voetbaltoernooi. De Franse journalist
Gabriel Hanot, actief bij
L'Equipe, was het immers niet eens met Cullis' uitspatting. Hij stelde voor om een toernooi te organiseren waaraan al de beste teams van Europa meedoen. “Want vooraleer we Wolverhampton onoverwinnelijk mogen noemen, zouden zij eerst eens in Moskou en Boedapest moeten spelen”, vertelde hij in zijn krant. â€œEn er zijn nog andere grote teams: AC Milan en Real Madrid, om er maar twee te noemen. Er moet een groot Europees kampioenschap voor clubs komen. Dan pas kan een team zich het beste team van Europa noemen.”

En zo geschiedde. Amper twee jaar later was het eerste Europees kampioenschap een feit. Zestien teams schreven zich in voor de allereerste editie. Anderlecht, Real Madrid, AC Milan en PSV waren er bij, maar het waren Sporting Lissabon en Partizan Belgrado die de eerste wedstrijd mochten spelen.

De 30.000 toeschouwers die op 4 september 1955 naar het stadion van Lissabon afzakten, konden onmogelijk weten dat hen een historisch duel te wachten stond. Niemand verwachtte toen dat het toernooi zou uitgroeien tot 's werelds mooiste

        Stjepan Bobek

voetbalkampioenschap. Zelfs de Uefa geloofde er niet in, want de Europese voetbalbond liet het idee van
L'Equipe links liggen en concentreerde zich op haar eigen activiteiten. Eigenlijk was het toernooi dus niet eens een officieel evenement, maar een initiatief van enkele mensen met een groot voetbalhart.
In Lissabon kregen de toeschouwer niet alleen een historisch, maar ook nog eens een mooi duel te zien. Sporting en Partizan zorgden met elk drie doelpunten voor een fantastisch spektakel. Eigenlijk was dat niet verbazend, zeker niet van Sportings zijde, want de Portugezen hadden een fantastische voorlijn met vijf steraanvallers, die in de volksmond ook wel eens “de vijf viooltjes” werden genoemd.
Manuel Vasques, José Travaços en Albano hadden die naam vooral aan hun gracieus en harmonieus spel te danken.
Ook de bezoekers hadden enkele spelers om u tegen te zeggen. Vooral aanvallers
Stjepan Bobek en Marko Valok en de onverzettelijke middenvelder Branko Zebec mochten gezien worden.

In die tijd was het moeilijk om van favorieten te spreken, dus startten beide teams met gelijke kansen. Het was Sporting dat als thuisploeg het eerste d

         Milos Milutinovic
oelpunt wist te scoren.
João Martins trapte na amper veertien minuten spelen het allereerste Europabekerdoelpunt tegen de netten. Het duurde behoorlijk lang eer Partizan iets kon terugdoen, maar op slag van rust kon Milos Milutinovic dan toch tegen scoren. Diezelfde Milutinovic zorgde vlak na de koffie voor algemene consternatie door de 1-2 binnen te tikken. Sporting liet zich echter niet doen en kwam opnieuw op gelijke hoogte via Joaquim Almeida.

Dat beide teams zo'n goed voetbal brachten was, ondanks hun sterke elftal, toch verwonderlijk, zo vertelt Sporting-verdediger Manuel Caldeira 50 jaar later. “Het regende pijpenstelen die avond. Het water op het veld maakte het erg lastig om goed voetbal te brengen. Bovendien was Partizan een fysiek erg sterk team. Ze werkten hand, waardoor wij, als technisch beter team, niet konden winnen.”

Een kwartier voor het einde van de wedstrijd zag het er zelfs naar uit dat Sporting de wedstrijd zou verliezen. In de 73e minuut scoorde Bobek het derde Slavische doelpunt van de avond. “Op voorhand wisten we eigenlijk niks van Sporting”, vertelde Bobek later. “De verplaatsing naar Lissabon was bovendien niet van poes. Gelukkig waren de Portugezen erg vriendelijk voor ons.”

Het zag er even naar uit dat Bobek die avond de matchwinnaar zou worden, maar Martins, die ook al het eerste doelpunt scoorde, wist dat te verhinderen. Het doelpunt van Martins betekende de afsluiter van een heerlijk avondje voetbal, waarvan er in de komende vijftig jaar nog een hoop zouden volgen.
De terugwedstrijd zou een stuk eenzijdiger verlopen. Dankzij vier doelpunten van Milutinovic wist Partizan thuis met 5-2 te winnen. Ruim voldoende voor de kwalificatie. In de volgende ronde liep het echter fout voor de Joegoslaven. Real Madrid was over twee wedstrijden gezien te sterk. Madrid won haar thuiswedstrijd met 4-0, maar de troepen van
Di Stefano gingen in Belgrado wel met 3-0 verliezen. Real zou trouwens enkele maanden later de eerste Europabeker binnenhalen door Stade de Reims met 4-3 te kloppen.

Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

Champions League

Nieuwste reacties