"Ook scheidsrechters moeten hun fout durven toegeven"

Met Sint-Truiden behaalde Nicky Hayen na vijf speeldagen 6 op 15. Opvallen deden de Kanaries nog niet, maar met matchen tegen Standard en Club Brugge achter de rug zijn de Limburgers ook nog niet afgegaan. Voor Voetbalkrant analyseerde de jonge Belg met plezier de belangrijkste feiten in de voetbalwereld.

“Ik vind het niet echt tekenend voor de Belgische competitie. Standard haalde het toch enkele keren met de hakken over de sloot. Winst in de slotfase, 2-3 op La Louvière. De factor geluk speelt natuurlijk ook altijd een beetje mee. En van geluk zeggen ze toch dat je het moet afdwingen. Vroeger wonnen de grote clubs vrij makkelijk hun thuiswedstrijden. Dit jaar is dat ook niet meer waar. De andere ploegen zijn sterker geworden en hebben meer maturiteit. Club, Standard en Anderlecht hebben natuurlijk meer klasse, maar dat is ook logisch aangezien ze een groter budget hebben. Ze kunnen betere spelers kopen en dan sta je dus normaal ook bovenaan.”

“Dat is een goede zaak voor Sint-Truiden hé (lachje). Nee serieus, uiteindelijk heeft Genk nog altijd maar één keer verloren, hé. Wij hebben een paar seizoenen geleden hetzelfde probleem gekend. Goed voetbal spelen, maar geen punten pakken. Dan moet je op zoek gaan naar een ander systeem. Natuurlijk speelt ook hier de factor geluk mee. Op Gent creëerde Genk 2-3 goede kansen om op voorsprong te komen, maar telkens stond Herpoel in de weg. Gent scoort dan door de benen van Moons. Zo krijg je een andere match hé. Maar, zoals eerder al gezegd, geluk dwing je ook af.”

“Westerlo toont dat het ook met een beperkt budget kan. Ze kochten enkele spelers aan met ervaring in de buitenlandse competities. Spelers die daar ook aan spelen toekwamen. Zij kunnen huin ervaring overdragen op de jongere spelers. Je vindt er ook een groep die wil werken en toch plezier beleeft aan het voetballen. Ze weten goed wanneer ze moeten presteren. Met Jaja Coelho hebben ze ook een speler met een neus voor goals. Hij heeft zijn visitekaartje al afgegeven. Vorig jaar hadden ze zo iemand met Tosin Dosunmu in het begin van het seizoen. Dankzij hem stond Westerlo al op een veilige positie.”

“De polemiek die vorig jaar ontstaan is rond de keepers van Anderlecht is niet goed. Ik denk dat het vorig jaar wat overdreven is en dat ze te ver zijn gegaan. Maar ik denk dat het beter is om één keeper het volledige vertrouwen te geven. Een rotatiesysteem kan goed zijn. Zo hangt het voor de doelman niet van één wedstrijd af wanneer hij in de ploeg staat. Hij heeft verschillende kansen om zich te bewijzen. Ik begreep wel niet waarom Zitka op de bank belandde tegen Genk. De vorige wedstrijd had hij nochtans de nul gehouden. Proto gaat in die wedstrijd dan ook nog in de fout. Het zijn beide goede keepers, maar het is beter dat je en keuze maakt.”

“Het hangt van de speler zelf af. Hij kent zijn lichaam beter dan een ander. Maar de rug is wel een kwetsbaar lichaamsdeel, zeker als voetballer. Misschien moet je dan sneller de dokter raadplegen om platen te laten nemen omdat het zo delicaat is. Maar een speler wil voetballen, zelf heb ik dat ook. Er moeten natuurlijk goede afspraken gemaakt worden met de medische staf. Je mag geen geheimen hebben. Zo zullen er ook minder snel kleine kwaaltjes naar boven komen. Dat is ook belangrijk voor de ploeg. Als je een blessure achterhoudt is dat niet eerlijk ten opzichte van je medespelers. Een ploeg als Anderlecht moet een geblesseerde speler toch makkelijk kunnen opvangen, ook al ligt dat bij Kompany nog een beetje anders.”

“Er liggen zeker mogelijkheden voor Anderlecht en Club Brugge. Ze moeten misschien wel wat aanvallender spelen. Al viel dat bij Brugge gisteren nog vrij goed mee. In de eerste helft werden ze overklast door Juventus. Op het einde van de wedstrijd zie je dan toch dat zelfs een ploeg als Juventus onder druk komt te staan. Vooral in eigen huis liggen er mogelijkheden voor beide ploegen. Je moet vooral in jezelf geloven. Je mag natuurlijk niet alles opengooien, maar je moet aanvallend spelen vanuit een goede organisatie. Met Portillo en een goed spelende Yulu-Matondo heeft Club Brugge daar toch wel goede spelers voor.”

“Anderlecht trof met Chelsea een solide ploeg met een goede organisatie. Wanneer ze op voorsprong komen komt de hele ploeg teruggezakt om de voorsprong te verdedigen. Als Anderlecht gelijk zou maken kunnen ze terug een versnelling hoger schakelen om zo binnen de tien minuten terug op voorsprong te komen. Maar thuis liggen er voor Anderlecht ook mogelijkheden. Me spelers als Wilhelmsson en Bart Goor heb je toch zeer goede spelers om iets te kunnen presteren.”

“Het is moeilijk. De eigen jeugd zou meer kansen moeten krijgen. Zo zijn er ook meer spelers waaruit de trainer moet kiezen waardoor de concurrentie versterkt wordt. Iedereen moet dan het beste van zichzelf geven. We moeten het wel meer van ons karakter hebben en van de over-mijn-lijk-mentaliteit. Maar in combinatie met technische voetballers, die er zeker ook in België zijn, is er veel mogelijk. Het verkleinen van de kloof is mogelijk, maar dan moet de eigen jeugd wel voorrang krijgen op tweederangsbuitenlanders. Een buitenlandse speler is goed, zolang hij maar een meerwaarde aan de ploeg brengt.”

“Dat is natuurlijk het nadeel bij een topclub. Er lopen daar 30 goede spelers rond. Jongens zoals Balaban zijn al moeilijk weg te denken uit de ploeg. Dan wordt het natuurlijk al wat moeilijker. Maar Verheyen vertelde zelf al in de kranten dat hij er geen probleem mee heeft om zijn plaats af te staan aan een jongere speler als die beter presteert. Dat is alvast de goede instelling. Hij weet dat hij zal moeten blijven trainen om zijn plaats te behouden. Dat krikt het niveau van de ploeg omhoog . Daar wordt de Belgische competitie alleen maar scherper en beter van.”

“Je moet de ploeg of het systeem met de sterspelers niet veranderen. Er moet vooral een groepsgeest gecreëerd worden. Dat heeft niet te maken met welke spelers er gewerkt wordt. Dan ligt volgens mij de fout bij de trainer, al kan ik daar natuurlijk moeilijk over oordelen. Hij bepaalt de samenhang en de sfeer in de ploeg. Het heeft ook veel te maken met discipline en dat lijkt me daar wel een probleem. Als ik in een interview met Portillo lees dat Beckham traint wanneer hij wil en dat hij soms alleen maar wat op vrije trappen oefent, dan stel ik mij toch vragen. Dan moet er ingegrepen worden. Ster of niet, iedereen moet gelijk voor de wet zijn. Het gebeurt misschien wel eens dat de een of de andere speler voorgetrokken wordt, maar er moeten daarin grenzen zijn.”

“Dat is natuurlijk moeilijk te beoordelen. Niet alles is te zien in de samenvatting. Sierens dacht dat het vrije trap was. Hij zal die bal dus wel trappen. De scheidsrechter loopt er naartoe om te laten spelen, maar eigenlijk moet hij niks zeggen. Het spel ligt niet stil, de keeper mag daar zo lang staan als hij wil. Hij kan zo lang als hij wil wachten met die bal op de grond. Er zal natuurlijk altijd over gediscussieerd worden. Er wordt altijd gevraagd om de scheidsrechter te beschermen. Dat is soms moeilijk want iedereen speelt toch voor zijn geld. Ze vragen aan de spelers om respect te tonen voor hen, maar dan moeten zij achteraf ook hun fouten durven toegeven. En dat gebeurt nog niet te snel. Er moet langs beide kanten water in de wijn gedaan worden.”