Weinig feestvierders door te weinig doelpunten

Salto's zoals Wesley Sonck ze vroeger deed, het is een beeld dat we nog maar zelden te zien krijgen op de Belgische voetbalvelden. Spelers krijgen dit seizoen veel minder de kans om een doelpunt te vieren. Het aantal doelpunten in de Belgische eerste klasse ligt een stuk lager dan de voorbije jaren.

Onze Europese vertegenwoordigers kregen vorige week van hun trainers de opdracht de nul te houden in hun Europese wedstrijden. Bij Germinal Beerschot werd het doel bereikt, bij Anderlecht gooide enkel een doelpunt van Lampard roet in het eten. In Europa kan dat uitgangspunt nog op begrip rekenen bij de Belgische supporters, maar in de eigen eerste klasse komt er meer en meer commentaar op het defensieve voetbal.

Charleroi-trainer Jacky Mathijssen kreeg alvast de volle laag met zijn verdedigende instelling. Mathijssen gaf iedereen meteen een serieus antwoord: “Ons voetbal te defensief? Mijn spel wordt enkel misprezen door zij die er niets van begrijpen”, aldus de Charleroi-trainer.

Sommige ploegen zijn duidelijk verantwoordelijk voor het lage aantal doelpunten in de eerste klasse. De competitie is zes speeldagen ver en er staan slechts 129 doelpunten op de teller. Per speeldag komt dat neer op een gemiddelde van goed 21 goals. Zo’n score komt vooral voor op het einde van een competitie, maar dit jaar is dit lage cijfer al vanaf het begin merkbaar. 

Het hoeft dan ook niet te verbazen dat zo'n magere doelpuntenproductie een dieptepunt voor de laatste tien seizoenen is. In het seizoen 2000-2001 hadden we na zes speeldagen al 194 treffers of ruim 32 goals per speeldag.

Statistieken dit seizoen