Real Betis

Woensdagavond neemt Anderlecht het in de Champions League op tegen Real Betis.   Algemeen wordt aangenomen dat beide teams achter Liverpool en Chelsea zullen moeten strijden voor de derde plek.  Omdat de Spanjaarden dit seizoen hun debuut maken in de Champions League en nog weinig bekendheid genieten bij het grote publiek, stelt Voetbalkrant de geschiedenis en de sterren van Real Betis kort aan u voor.  

 

 

Real Betis werd in 1907 opgericht als Sevilla Balompié.  Enkele jaren later, in 1915, fusioneerde Sevilla Balompié met een afsplitsing van het elitaire Sevilla, sinds jaar en dag de grote rivaal van Betis.   In die eerste jaren namen de verdiblancos het met wisselend succes op tegen de concurrenten uit de provincie Andalusië.  Na de professionalisering eind jaren '20 bleef het eerste succes niet lang uit.  Betis kwam aanvankelijk uit in de Segunda División, maar in 1932 mochten de Andalusiërs de promotie vieren.    De overgang naar de hoogste klasse vergde weinig aanpassing: Betis draaide meteen mee in de hoogste regionen en mocht in 1935 zelfs de eerste landstitel vieren.  Na de Spaanse burgeroorlog kenden de verdiblancos een zwarte periode, met een verblijf in de derde klasse als dieptepunt.  De club kampte met sportieve en financiële problemen en het einde leek zelfs even nabij.  Voorzitter Aparicio ontpopte zich als redder in nood en de ploeg keerde in 1958 terug naar de hoogste klasse.  Betis groeide uit tot een min of meer stabiele eersteklasser, die regelmatig voor een stunt zorgde tegen de toppers.  Eind jaren '60 staken de financiële problemen echter opnieuw de kop op, met de degradatie naar tweede als gevolg.  Degradatie en promotie volgden elkaar in de jaren '70 snel op.  Absolute hoogtepunt in die periode was de bekerwinst in 1977.  In de jaren '80 slaagde Betis er vlot in zich te handhaven in de eerste klasse, maar in 1991 liep het opnieuw fout.  De Andalusiërs werden opnieuw veroordeeld tot een verblijf in tweede, dat drie seizoenen zou duren.  Nadien volgde in 2000-2001 nog één jaar in de Segunda, maar sindsdien draaide Betis telkens mee in de linkerkolom van de eerste klasse.  Voorzitter en geldschieter  Manuel Ruiz de Lopera had een niet gering aandeel in het recente succes van de club.  De man zorgde immers niet alleen voor de renovatie van het stadion, maar maakte ook de transfers van topspelers als Denilson en Finidi mogelijk. Vorig seizoen was een echte uitschieter.  De verdiblancos vierden de tweede bekerwinst in hun bestaan, en werden bovendien vierde in het eindklassement.  Die knappe prestatie verleende de béticos toegang tot de voorronde van de Champions League en na de uitschakeling van Monaco in de voorrondes was de eerste deelname aan het Kampioenenbal een feit

 

 

Coach Serra Ferrer is uitgegroeid tot een echte clubman.  De 52-jarige Serra Ferrer begon zijn trainerscarrière bij Real Mallorca en hield het negen jaar uit bij de ploeg uit de Balearen.  Zijn goede prestaties met Mallorca leverden hem een job bij Real Betis op en ook met de Andalusiërs haalde hij met aantrekkelijk voetbal goede resultaten.  In 1997 verhuisde Serra Ferrer naar Barcelona, waar hij hulptrainer werd.  Na het ontslag van Van Gaal werd de Mallorquino zelfs even hoofdcoach, maar dat sprookje duurde niet lang.  Na de 31e speeldag van het seizoen 2000-2001 werd Serra Ferrer aan de deur gezet.  Sinds 2004 is hij opnieuw aan de slag bij zijn oude liefde Real Betis.

 

De belangrijkste troef van Betis is de stevige organisatie.  De verdiblancos vormen een hecht blok, dat moeilijk te ontwrichten is en er bovendien levensgevaarlijk kan uitkomen op de counter.  Dat de béticos elk team aankunnen, bewezen ze vorig seizoen door onder meer FC Barcelona te kloppen.  Tot nog toe loopt het in de competitie nog niet zoals gewenst, maar de lage positie in het klassement geeft een vertekend beeld van de echte waarde van Betis.  De Andalusiërs hadden niet alleen een moeilijk programma, maar kenden ook pech met een aantal arbitrale beslissingen. 

 

In het huidige team spelen heel wat jeugdproducten van Betis.  Eén ervan is keeper Doblas.  De geboren en getogen Andalusiër is een betrouwbare doelman, die vooral sterk is in het uitkomen en in staat is punten te pakken voor zijn ploeg.  Voor hem staat een stevige defensie, die zich dit seizoen wel al een paar keer liet verrassen.  Een gebrek aan concentratie leidde al tot enkele te vermijden doelpunten.  Aanvoerder Juanito komt regelmatig mee naar voor en scoorde onder meer de tegentreffer tegen Barcelona.  Op het middenveld legt Assunçao heel wat kilometers af.  De sterke Braziliaan speelde in het verleden nog voor AS Roma en draagt zowel aanvallend als defensief zijn steentje bij.  Assunçao duikt regelmatig op voor het doel van de tegenstander en beschikt over een schitterende traptechniek.  Zowel de rechtstreekse als de onrechtstreekse vrije trappen van Betis zijn dan ook hachelijke momenten voor de tegenstander.  Op rechts vormt Joaquín, dé absolute topspeler van Betis, een constante dreiging.  De jonge Spaanse international staat in de belangstelling van onder meer Real Madrid, Barcelona, Liverpool en Chelsea, maar maakt voorlopig nog steeds het mooie weer in Sevilla.  Joaquín beschikt over de techniek om zijn rivalen op de kleine ruimte te verschalken én over de snelheid om er op de counter uit te komen.  Samen met de snelle en vlot scorende Braziliaan Oliveira vormt Joaquín dan ook een levensgevaarlijk aanvalsduo.  Kompany & co zijn alvast gewaarschuwd…

 

Vermoedelijke elf tegen Anderlecht: Doblas, Valera, Juanito, Rivas, Oscar López, Rivera, Assunçao, Miguel Angel, Joaquín, Oliveira, Fernando of Xisco

Voor meer info over Real Betis, klik hier.