Real Madrid kon gisterenavond een goede zaak doen in het klassement, maar het verloor van Valencia. Opnieuw een opdoffer voor de sterren van Real.  De thuisploeg had weer last van een oude kwaal: de gemakzucht.

In de eerste helft begon Real het best aan de wedstrijd. Na tien minuten kreeg het de mogelijkheid om de score te openen, maar Zidane zag zijn strafschop via de paal naast het doel gaan. Aan de overkant was het wel raak. Rubén Baraja bracht Valencia na twintig minuten op een verdiende voorsprong. Real liet het er niet bij en iets over het half uur kon Raúl González Blanco de bordjes terug in evenwicht zetten. Nog voor rust mocht Valencia van arbiter Daudén Ibáñez vanaf elf meter aanleggen. David Villa bleef ijskoud en bepaalde de ruststand op 1-2.

 

Na de pauze liet Real enkele schitterende dingen zien, maar doeltreffend waren ze allerminst. Vooral Robinho dolde met de Valencia-verdediging. Grote kansen creëerde Madrid niet en Valencia was nog het dichtst bij een treffer. Pablo Aimar zag zijn schot van de lijn gered worden. In de slotfase kreeg Real nog twee rode kaarten te slikken. De ingevallen Gravesen moest tien minuten voor tijd van het veld na een onbesuisde tackle langs achteren, Beckham kreeg één minuut voor het einde twee domme gele kaarten. Met negen man kon Real zelfs op geen slotoffensief rekenen.  

In de stand gaan Getafe en Celta de Vigo verrassend aan kop. Real Madrid, Valencia en FC Barcelona volgen op beperkte afstand.