Doping - De Regels van het Spel
Foto: © SC
Volg Voetbalkrant nu via WhatsApp!
Matt Busby gaf als trainer van Manchester United al in 1957 (!) zonder schroom toe dat er in zijn team volop van de benzedrine werd gesnoept. De Duitse doelman Toni Schumacher verkondigde in zijn boek Anpfiff dat de Bundesliga zo ongeveer stijf stond van de amfetamines. Levende legende Franz Beckenbauer had zich al eens in dezelfde zin over het Duitse voetbal uitgelaten.
Arsène Wenger stelde een paar jaar geleden vast dat een aantal nieuwe spelers van Arsenal op de club waren toegekomen met een abnormaal hoog gehalte rode bloedcellen in het lichaam. Tony Cascerino, de vervaarlijke Ierse spits, gaf in zijn column in The Times te kennen dat hij, net als zijn ploegmaats bij Marseille, voor iedere wedstrijd doping nam. Zdenek Zeman, de oud-trainer van onder andere Parma en Lazio, veroorzaakte in Italië een hetze door in een tijdschrift te zeggen dat het Italiaanse voetbal ‘maar eens uit de medicijnkast moest komen’. Hij betichtte vooral Juventus van dopinggebruik. Zijn uitlatingen vormden de aanzet voor een grootscheeps onderzoek, dat leidde tot de veroordeling van de clubarts van de Oude Dame. Bij een politionele inval in de club werden 281 verschillende soorten medicatie gevonden.
Michel D’Hooghe, voorzitter van de medische commissie van de Fifa, is ervan overtuigd dat de beste Europese voetbalspelers EPO gebruiken. ‘Het gebruik van EPO is ondertussen algemeen in andere sporten’, zei hij in The Observer. ‘Dus waarom niet in het voetbal? Je ziet nu dat dopingexperts die hebben gewerkt in het wielrennen en het skiën, opduiken in Europese voetbalclubs zoals Ajax en Manchester United.’
Het internationale voetbal is voorlopig van grote dopingschandalen gespaard gebleven, zeker in vergelijking met sporten als atletiek en wielrennen. Maar dat wil uiteraard niet zeggen dat het dopinggebruik in het voetbal niet wijdverspreid is. ‘Het probleem doping in het voetbal is heel groot. Want doping is inderdaad tot diep in de voetballerij doorgedrongen’, zegt opnieuw Michel D’Hooghe.
Nog vóór de bom echt barst, leest u hier alles wat u over doping moet weten. Over regelgevingen en procedures tot verboden producten en al dan niet terecht beschuldigde spelers. Een dopingdossier in twee delen.
Het Wada: Wereld Anti-Doping Agentschap
Wat zegt u: de Ronde van Frankrijk 1998? Het had een vraag in De slimste mens ter wereld kunnen zijn. De kandidaten zouden daarbij ongetwijfeld eerder denken aan Richard Virenque, zijn Festina-ploeggenoten of verzorger Willy Voet, dan aan de klimexploten van eindwinnaar Marco Pantani. De sportwereld werd opgeschrikt door de ontdekking van massaal dopinggebruik in het peloton. Deze ‘dopingtour’ bleek achteraf wél de grote sportbonzen wakker te hebben gemaakt. Eindelijk ging men écht de strijd aanbinden tegen het dopinggebruik in de sportwereld.
Naar aanleiding van de ontstellende gebeurtenissen in de wielrennerij besloot het IOC (Internationaal Olympisch Comité) een grootse conferentie te organiseren waarbij alle partijen actief op het vlak van dopingbestrijding aanwezig zouden zijn. Op de conferentie werd besloten tot de oprichting van een onafhankelijk internationaal anti-dopingagentschap, dat de strijd tegen doping in de sport moest gaan coördineren en promoten. Het Wada (World Anti-Doping Association) was geboren, net op tijd voor de Olympische Spelen van 2000 in Sydney.
De Wereld Anti-doping Code: hoeksteen van het mondiale anti-dopingbeleid
Het spreekt voor zich dat de (internationale) bonden van de verschillende sporttakken al veel langer, zij het los van elkaar, met de dopingproblematiek bezig waren. De Fifa bijvoorbeeld startte al in 1966 met dopingcontroles en beschikt over eigen regelgevende documenten (Doping Regulations for Fifa Competitions and out of Competition). Naast het aanpakken van het dopingprobleem op zich, moest het Wada er ook voor zorgen dat het dopingbeleid van de verschillende sporttakken op elkaar werd afgestemd.
In 2004 kwam het agentschap met de World Anti-Doping Code op de proppen. Dat document voorziet in alle regels en de bijbehorende sancties met betrekking tot dopinggebruik. Naast nagenoeg alle nationale overheden hebben ook zo goed als alle sportbonden de code goedgekeurd en ondertekend. Zij verbonden er zich toe hun eigen regelgeving aan de code aan te passen, waardoor de regels op het vlak van dopinggebruik nu dezelfde zijn voor (bijna) alle sporten.
Ook de Fifa ondertekende de code, maar dat had heel wat voeten in de aarde. Aanvankelijk weigerde voorzitter Joseph Blatter de code goed te keuren omdat ze te veel afweek van de disciplinaire regels van de Fifa. Het IOC, onder leiding van Jacques Rogge, dreigde ermee het voetbal niet door te laten gaan op de Olympische Spelen van Athene zolang de code niet werd goedgekeurd. Uiteindelijk bond de Fifa in en werd er tot een vergelijk gekomen met het Wada.
Niet dat het sinds die ondertekening koek en ei is tussen Wada en Fifa. Ondertekening of niet: de Fifa weigert de belangrijkste sancties van de code toe te passen. Waar de Wada-code voorziet in een schorsing van minstens twee jaar voor betrapte spelers, deelt de Fifa nog wel eens de eigen straf uit, bestaande uit een minimale schorsing van zes maanden. Zeer tot de ontevredenheid van Wada-voorzitter Dick Pound, dat spreekt. De toekomst zal uitwijzen of het ooit tot een breuk tussen Fifa en Wada zal komen.
De regels van het spel
Welke regels stelt de anti-doping code? De algemene regel is even logisch als simpel: een speler overtreedt de dopingwetgeving wanneer er bij een controle een verboden substantie, of de metabolieten of markers van die substantie, in zijn urine- of bloedstaal wordt teruggevonden. Alle illegale middelen zijn terug te vinden in de dopingwetgeving van de Fifa. Ondertussen vaardigde het Wada een soortgelijke lijst uit, waaraan de lijst van de Fifa werd aangepast.
Een speler die medicatie dient te nemen, hoort zelf na te gaan of dat geneesmiddel verboden stoffen bevat. Is dat het geval, en is er geen alternatieve medicatie of behandeling voor handen, dan moet er binnen 48 uur een medisch certificaat naar de Fifa worden gestuurd om het gebruik van het ‘verboden’ product te rechtvaardigen.
In principe moet er niet worden aangetoond dat een verboden product bewust werd genomen. Wel is het zo dat het Disciplinaire Comité van de wereldvoetbalbond bij de strafbepaling rekening houdt met eventuele verzachtende omstandigheden en de straf dus in relatie zal staan met de mate waarin een speler schuld treft. Ook de ‘poging tot’ dopinggebruik is strafbaar. Het loutere bezit van verboden middelen die bijvoorbeeld bij een controle buiten-competitie worden gevonden, zal dus ook worden bestraft. Het spreekt voor zich dat dat niet het geval is wanneer een speler kan aantonen dat hij het product gebruikt om medische redenen.
Sinds veldrijder Danny De Bie in 1991 met een condoom vol urine onder zijn oksel naar de dopingcontrole trok, weten we ook dat je voor, tijdens of na de controle beter niet knoeit met je staal. Weigert een speler bij een controle een plasje af te leveren, of slaagt hij daar zonder geldige reden niet in, dan overtreedt hij de dopingregelgeving. Spelers dienen zich ook steeds beschikbaar te houden voor de zogenaamde out-of-competition controles, en de bevoegde diensten op de hoogte te houden van waar ze zich wanneer bevinden. Het zonder geldig excuus missen van zo een controle buiten-competitie wordt dus bestraft.
De pijlen worden trouwens niet alleen op de gebruikers zelf gericht. Er zijn ook straffen voorzien voor de handelaars in illegale substanties. Ten slotte riskeren ook zij die dopingproducten voorschrijven, anderen aanmoedigen of helpen doping te gebruiken of dopinggebruik (trachten te) maskeren of verbergen, tegen de lamp te lopen.
Wilt u eens plassen alstublieft?: de procedure
Spelers kunnen te allen tijde aan een controle worden onderworpen. Er wordt, zoals eerder aangegeven, een onderscheid gemaakt tussen controles na een wedstrijd en controles out-of-competition. De stalen worden afgenomen door een door de Fifa erkende arts. Het Doping Control Sub-Committee bepaalt of er enkel een urinestaal of ook een bloedstaal moet worden afgenomen.
De bevoegde Fifa-arts vraagt aan de clubdokter een overzicht van de geneesmiddelen die door de spelers op doktersvoorschrift worden of werden genomen. Bij een competitiecontrole loot de arts tijdens de rust vier spelers van elk team uit alle spelers die op het wedstrijdblad staan. Ook de bankzitters kunnen dus worden gecontroleerd. De eerste twee uitgelote spelers dienen na de match een staal af te leveren. Nummer drie en vier fungeren als reserves, voor het geval één van de eerste twee tijdens de wedstrijd uitvalt. De Fifa-arts zal in dat geval zelf controleren of de blessure ernstig genoeg is om aan de controle te ontsnappen.
Wanneer de Fifa bij een bepaalde speler of ploeg dopinggebruik vermoedt, hebben arts, wedstrijdcommissaris én scheidsrechter het recht extra spelers te laten controleren. Slecht nieuws ook voor de enfants terribles onder de voetballers: krijgt een speler een rode kaart omdat zijn gedrag opvallend agressief of irrationeel is, dan kan hij tot een controle worden verplicht. Dubbele pech voor de spelers die er niet onmiddellijk in slagen een plasje af te leveren. Er wordt hen enkel niet-alcoholische dranken aangeboden om het ‘proces’ wat te bespoedigen. Het klinken op de overwinning of het wegspoelen van de nederlaag moet dus wachten tot na de controle.
Onder supervisie van de arts of zijn assistent plast de speler in een gesteriliseerde beker, waarna de urine wordt verdeeld over twee flessen, een A- en een B-staal. De monsters worden op doping gecontroleerd in een door het Wada erkend laboratorium. In België is er zo slechts één: dat van de Gentse Universiteit te Merelbeke. Aan het hoofd daarvan staat Professor Delbeke, recent nog in de actualiteit omdat hij in de zaak rond triatleet Rutger Beke, ten onrechte zo bleek achteraf, volhield dat de epo-test onfeilbaar is.
Wanneer uit het onderzoek van het eerste staal blijkt dat de speler positief is op het gebruik van bepaalde verboden producten, dan heeft de betrokkene het recht een analyse van zijn B-staal te vragen. Worden er ook in het tweede staal illegale substanties gevonden (of eist de speler geen analyse van het tweede staal), dan komt het aan het Disciplinaire Comité van de Fifa toe de speler een straf op te leggen.
Naast de pot geplast?: de sancties
De Disciplinaire Code van de Fifa is zowat het strafwetboek van de voetbalwereld. Racistisch en gewelddadig gedrag, provoceren van het publiek, corruptie, valsheid in geschrifte, omkoping,... Alle mogelijk misdrijven die op of rond het voetbalveld kunnen worden gepleegd, staan erin omschreven. De straf kan voor clubs, afhankelijk van de wandaad, gaan van uitsluiting van Europees voetbal, het verbod om gedurende een bepaalde termijn spelers aan te trekken en degradatie tot de verplichting een aantal wedstrijden op neutraal terrein of zonder toeschouwers af te werken. Ook ten aanzien van natuurlijke personen beschikt de Fifa over een heel arsenaal aan sancties: een waarschuwing of een officiële blaam, een schorsing, een stadionverbod, een geldboete, enzovoort.
Wat dopinggebruik betreft, voorziet de code in een minimumstraf van zes maanden schorsing. Daar bovenop kan er eventueel een geldboete worden opgelegd. Gaat het om een speler die voor het eerst een scheve schaats rijdt (of zich voor het eerst laat betrappen natuurlijk), dan is de maximumstraf twee jaar schorsing.
Zoals eerder aangehaald heeft de Fifa zijn regelgeving moeten aanpassen aan de anti-dopingcode van het Wada, en is de twee jaar schorsing dus in principe niet langer de maximum- maar de minimumstraf. Toch legt de wereldvoetbalbond nog geregeld zijn eigen strafmaat van zes maanden op, tot groot ongenoegen van het Wada.
Een club die wordt betrapt op georganiseerd dopinggebruik, in die zin dat meerdere officials, dokters en spelers van de club betrokken zijn, riskeert een boete van 25.000 Zwitserse frank (ongeveer 16.750 euro). Bovendien kan de club in kwestie uit de competitie waaraan zij deelneemt worden uitgesloten.
Trainers, clubdokters en andere personen die het gebruik van verboden middelen aanmoedigen, vergemakkelijken of tolereren, krijgen een verbod van minstens twee jaar om activiteiten in of rond de voetbalwereld uit te oefenen. Daarenboven krijgen zij een boete van minstens tienduizend Zwitserse frank. Ten aanzien van handelaars in verboden producten zijn soortgelijke straffen voorzien.
Door Tim Van Landuyt.
Door Tim Van Landuyt.
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief