Analyse Matig jaar voor Anderlecht
Foto: © SC
Word fan van Anderlecht! 4207
Een jaar geleden nam toenmalige assistent Franky Vercauteren de taken over van zijn voorganger Hugo Broos. Bijna werd het verhaal van de Kleine Prins een ware successtory, maar op de voorlaatste speeldag kwam paars-wit niet verder dan een 2-2 gelijkspel in het Jan Breydelstadion, en moest het lijdzaam toezien hoe eeuwige rivaal Club Brugge de titel vierde.
Transfers zorgen voor hoop
Maar een nieuw seizoen bracht ook nieuwe hoop in het Astridpark. Anderlecht toonde zich met voorsprong het actiefst op de transfermarkt, en haalde met Silvio Proto en Bart Goor twee grote namen uit het Belgisch voetbal naar het Constant Vanden Stock-stadion. Beide transfer sleepten lang aan, maar bezorgde de fans toch een glimlach op het gezicht.
Die werd nog breder toen bleek dat manager Van Holsbeeck de Turkse spits Serhat Akin, en Lierse-uitblinkers Laurent Delorge en Marius Mitu had weten te overtuigen. In de laatste minuten van de transfermarkt werd ook nog de Fransman Grégory Pujol aan het grote spitsenarsenaal van de Brusselse club toegevoegd. Maar dé overwinning op de transfermarkt was ongetwijfeld het behouden van goudhaantjes Kompany en Wilhelmsson, die dit jaar zeker nog een belangrijke rol zullen gaan spelen in de titelstrijd.
Droomstart, matig vervolg
De start van het nieuwe seizoen verliep als een droom: in de allereerste officiële wedstrijd werd Champions League-opponent Bakoe met 5-0 van de mat geveegd in de tweede voorronde. Ook Sparta Praag moest eraan geloven, en paars-wit mocht naar het kampioenenbal. Ook in de competitie verliep het meer dan vlot op de eerste speeldag: La Louvière werd met 6-0 huiswaarts gestuurd, en Serhat kroonde zich meteen tot publiekslieveling. Een week later werd ook Cercle Brugge met schijnbaar groot gemak verslagen, tegen Beerschot had RSCA een steuntje in de rug nodig van het scheidsrechterlijk trio. Mbo Mpenza was op dreef, en mocht zes weken de gouden bal van topschutter op de rug dragen.
De loting van de Champions League betekende echter het begin van een negatieve reeks. Liverpool en Chelsea kwamen uit de pot, en als dat nog niet erg genoeg was, lootte de vice-kampioen ook nog eens Real Betis, wellicht de sterkste formatie uit pot 4. Dat voor Anderlecht de tweede ronde van de Champions League ver buiten bereik lag, was toen al duidelijk.
Luttele dagen na het hardbevochten gelijkspel in Genk de moeizame wedstrijd tegen Moeskroen vormde Anderlecht op Stamford Bridge negentig minuten lang een hecht blok tegen de miljoenenformatie van Chelsea, maar Frank Lampard en de Londense paal weerhielden Sporting van een stunt.
Oost west, thuis best
Meer dan vorig jaar was het contrast tussen thuis- en uitwedstrijd enorm. Een week na de teleurstellende 1-1 in de derby met FC Brussels werd met 5-1 gewonnen van Roeselare, zeven dagen na de 0-0 in Lier werd Sint-Truiden thuis van het kastje naar de muur gespeeld.
Die trend zette zich de rest van de competitie alsmaar verder. In Lokeren werd nog gelijkspeeld, veertien dagen in Westerlo roemloos verloren. Thuis werd Gent vrij makkelijk opzij gezet, maar in Zulte-Waregem had Anderlecht de hulp van een rebels grassprietje nodig. In het eigen Astridpark won Sporting alles, op de 2-2 in de topper met Club Brugge na. Maar in de laatste twee uitwedstrijden haalden ze dan weer amper 1/6, waaronder een 0-0 in La Louvière, hetzelfde elftal dat in de heenmatch nog met 6-0 werd weggespeeld. Slechts drie van de zeven uitmatchen werden gewonnen, en dat is veel te weinig voor een club met titelambities.
De zaak-Jestrovic
Voor aanvang van de wedstrijd tegen Club Brugge leek het hem niet nodig om op te warmen, en drie dagen later mocht hij enkele minuten na zijn invalbeurt alweer gaan douchen, nadat hij Liverpool-speler Sissoko al dan niet racistische beledigingen had toegeroepen, en enkele weken later werd hij al aanzien als een crimineel toen hij beschuldigd werd van bendevorming, fraude en oplichting: Nenad Jestrovic was dit jaar niet bepaald dé voorbeeldigste leerling die Franky Vercauteren zich kon indenken. De Serviër werd enkele weken aan de kant geschoven, en vertrok uiteindelijk langs de achterdeur naar het Arabische Al Ain. Spijtig toch, voor een speler die de Moeskroen- en Anderlechtfans zovele malen liet juichen: Jestrogol is niet meer onder ons.
Dramatische reeks
Nadat Sporting vorig jaar een ontluisterende nul op achttien behaalde, hoopte het op een voorspoedige loting, om zo opnieuw een positieve reeks uit te bouwen. Maar toen werden de paars-witte boys opnieuw met de neus op de harde feiten gedrukt: Chelsea uit en thuis, de komst van Real Betis, Liverpool thuis en een bezoekje bij de Reds leverden een wel erg sobere 0/15 op, wat resulteerde in een 0/36 in elf opeenvolgende wedstrijd samen. Aan die dramatische reeks kwam, niets te vroeg, een einde in Sevilla, toen Anderlecht er met een weinig veredeld B-elftal ging winnen via een doelpunt van Vincent Kompany.
In feite kan het voor Anderlecht alleen maar beter gaan in 2006: het belooft een spannende titelrace te worden met Standard en Club Brugge. De club die als winnaar uit die onderlinge strijd komt wordt immers beloond met een rechtstreeks ticket voor de Champions League, en bijbehorende miljoenen. Voor één van de drie clubs kan dit het begin van iets moois betekenen. En, wanneer Anderlecht de eindronde van het kampioenengala haalt, kan het maar beter een paar extra kaarsjes branden op een goeie afloop van de zenuwslopende loting.
Harald Berings
Harald Berings
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief