100 jaar K.Lierse SK

Rita De Meyer
| 0 reacties
100 jaar K.Lierse SK
Foto: © SC
Word fan van Lierse SK! 733

Lierse bestaat vandaag 100 jaar. De sympathieke Antwerpse club gaat dus een echte feestweek in. Gisteren kon u al een interview lezen met Marc De Noël, hoofdorganisator van de festiviteiten. Vandaag blikken we terug op de mooie en de mindere mooie momenten uit de geschiedenis van Lierse. Een geschiedenis die zeker gezien mag worden...

Hoofdstukken

Het ontstaan van Liersche Sportkring (1904-1906)
Officiële geboorte en toekenning stamnummer 30 (1908-1909)
Eerste successen voor de eerste wereldoorlog
Kandidaat eerste klasse
Naar eerste klasse (eredivisie) in 1927
Lierse behaalt zijn eerste kampioenstitel in 1932
De gouden jaren
De eerste oorlogsjaren met de officieuze titel
Opnieuw kampioen in 1942
De degradatie naar tweede klasse
Verrassend kampioen in 1960
Bekerwinnaar in 1969
Lierse klopt Leeds met 0-4 cijfers in UEFA-beker
Opnieuw tweede klasse in 1986
Kampioen in 1997
Tweede keer bekerwinnaar in 1999

Het ontstaan van Liersche Sportkring (1904-1906)

We zetten de klok terug tot in 1904. In de Nazarethdreef werd er al regelmatig aan sport gedaan. Wielrennen, hardlopen en verspringen waren de favoriete bezigheden. Maar een nieuw spel kwam overgewaaid vanuit Engeland. Al snel stelde Gustaaf van den Roye voor eens een echte voetbalclub te stichten naar het voorbeeld van die ploeg uit Antwerpen. Dit kon met de hulp van Graaf Marnix van Sinte Aldegonde die het terrein en de nodige accommodatie schonk. Op 6 maart 1906 werd dan de Liersche Sportkring geboren na een vergadering in " de Roskam " in Lier;

Dit eerste bestuur had volgende samenstelling:
Gerard QUAEYHAEGENS als voorzitter Gust VAN DEN ROYE als secretaris
Georges PEETERS als schatbewaarder
Emiel VERVLOET, Paul en Jules REMOUCHAMPS, Bernard DE MEYER, Arthur HAVERALS en Gustaaf HOUTMORTELS als bestuursleden.

De clubkleuren werden geel en zwart, oorspronkelijk goud en zwart. De allereerste match die ooit werd gespeeld door onze Kring was tegen de Piotten, de mannen van de Sionskazerne.. De spelers van dat eerste uur waren: Paul en Jules Remouchamps, Gust en Armand Van den Roye, Jules Geuens, Arthur Haverals, Gustaaf Houtmortels, Jean De Meulenaer, Bernard De Meyer, J. Nozy, Alberic Verstappe en Gustave Thomas. De uitslag is echter onbekend.

Officiële geboorte en toekenning stamnummer 30 (1908-1909)

Twee jaar later, om precies te zijn op 27 april 1908 verscheen de volgende mededeling in La Vie Sportive

" Een nieuwe Sportkring is zopas opgericht in Lier. Hij heeft de benaming aangenomen "Liersche Sportkring".
Mijnheer de Graaf Marnix van Sinte Aldegonde heeft het erevoorzitterschap willen aanvaarden en heeft op minzame wijze de club voorzien van een prachtig terrein en er vlakbij heeft hij fraaie installaties laten optrekken. Het geheel is omheind met een mooie palissade en wordt met de grootste zorg onderhouden onder het toezicht van de opziener Mr. Emile Oogh. Deze club heeft reeds een kern van goede elementen van dewelke wij willen vernoemen: de gebroeders Remouchamps, Moens, Verstappe, Verrept, De Cart, Nieuwejaers, Van Camp enz..
Niemand twijfelt eraan dat onder zulke goede condities de toekomst voor de club mooie sportieve successen in petto heeft. De Liersche Sportkring heeft nu al zijn aanvraag ingediend tot lidmaatschap van onze grote federatie, de UBSSA (nvdr Union Belge des Sociétés des Sports Athlétiques) "

Een paar maanden later, op 6 augustus 1908 werd de kandidatuurstelling van Liersche Sportkring in het bondsblad gepubliceerd. En op 24 augustus werd de Liersche Sportkring aangenomen na een zitting van het centraal comité. De bevestiging hiervan kwam na de algemene ledenvergadering van de UBSSA op 28 januari 1909. Lierse krijgt het stamnummer 30.

Eerste successen voor de eerste wereldoorlog

In 1911 veroverde Lierse de titel in 3de provinciale en belandde zo in de 2de wat een hele prestatie was, men mag namelijk niet vergeten dat in die tijd de spelers zelf moesten zorgen voor de uitrusting en ook zelf de verplaatsingen moesten bekostingen.

Het seizoen daarop beleefde Lierse een topjaar en deed het erg goed in de Beker van België. Na een ware veldslag won de toenmalige kampioen Daring Club Brussel het van Lierse met 0-6. Het volgend seizoen 1913-1914 eindigden de Lierenaars tweede in hun reeks. Gedurende de oorlogsjaren werd er niet gespeeld behalve enkele vriendschappelijke matchen. Na de oorlog behaalde de uitgedunde ploeg van Lierse de eerste plaats maar konden het niet halen in de nationale eindronde.

Kandidaat eerste klasse

Het seizoen daarop 1920-1921 behaalden ze weer de eerste plaats in tweede provinciale en wonnen zij ook hun eerste nationale titel in de eindronde wat het opklimmen naar bevordering tot gevolg had.

In de daaropvolgende jaren werd Lierse een serieuze kandidaat voor eerste afdeling, toen de hoogste afdeling in het Belgisch voetbal. In het seizoen 1924-1925 was dit ook bijna gelukt, dat zou een fantastisch feest geweest zijn omdat men in augustus 1925 ook de inhuldiging vierde van het Lisperstadion aan de Lispersesteenweg , de definitieve thuisbasis voor Lierse na 'Kloosterheide' en 'De Molekens'.

Spijtig genoeg lukte dat niet want dat jaar moest Lierse een testmatch spelen tegen Mechelen die ze verloren. Dus werd op 30 augustus het nieuwe stadion ingehuldigd met een vriendschappelijke match tegen Racing Brussel. Toen werd er na het seizoen 1925-1926 de ereafdeling in het leven geroepen.

Naar eerste klasse (eredivisie) in 1927

In het daaropvolgende seizoen 1926-1927 wist Lierse voor het eerst op te klimmen naar de eredivisie (de toenmalige hoogste klasse). Aangemoedigd door een massa trouwe supporters die zich verenigd hadden in talrijke supportersclubs veroverde Lierse op onbetwistbare manier de titel. Zo eiste Lierse een terechte plaats tussen de groten op in de eerste klasse. De mooiste periode uit de Lierse geschiedenis breekt aan.


 Ploeg 1927 + viering 1927

Lierse behaalt zijn eerste kampioenstitel in 1932

Het eerste seizoen in eerste klasse kon Lierse zich meteen bewijzen met een vijfde plaats in de eindrangschikking. Op 1 april 1931 verkrijgt Lierse de naam 'koninklijke'. Datzelfde seizoen 1931-1932 doet Lierse het wel héél erg goed en wordt voor het eerst kampioen van België.

Zelden werden er door een voorlijn zoveel goals gescoord dan door de Lierse-aanvallers toen, tenzij 10 jaar later door datzelfde Lierse met diezelfde Bernard Voorhoof in hun midden. Op 26 matchen tekenden Bernard Voorhoof en Co voor niet minder dan 86 doelpunten. De titel kwam er na de legendarische match op 10 april 1932!

Er blijven nog 20 minuten te spelen en Lierse staat met 4-0 voor op Turnhout, de laatste tegenstrever van deze competitie, en Lierse staat 1 punt voor op Antwerp in de titelstrijd. De titel is dus binnen voor geel-zwart en in de tribunes wordt al gezongen en gedanst. De geestdrift kent echter geen grenzen meer als De Keyzer enkele minuten voor eindsignaal er nog 5-0 van maakt. Oorverdovend gejuich stijgt op na affluiten. Honderden supporters stormen het veld op, spelers en bestuursleden worden omhelsd, kapitein René Simmons wordt rondgedragen.

Heel Lier danst, zingt en jubelt, hetgeen iedereen voor onmogelijk had gehouden is gebeurd. Lierse is kampioen van België. Voor de eerste keer in de geschiedenis van ons land hebben de groten moeten buigen voor een bescheiden tegenstrever, die echter van dan af gedurende vele jaren mee de toon zou aangeven.

De gouden jaren

In de jaren na de eerste titel toonde Lierse zich een geducht tegenstander voor de topploegen van het Belgisch voetbal. Men moet maar even de verschillende eindrangschikkingen van die jaren nakijken om te concluderen dat Lierse daarin steeds een vooraanstaande rol speelde behalve dan in seizoen 1938-1939 toen men negende eindigde.

In het seizoen 1939-1940 speelde Lierse echter weer sterk en was zelfs een serieuze titelkandidaat, het werd echter tweede in de rangschikking na Beerschot. Iedereen vermoedde toen reeds dat het jaar daarop Lierse de titel zou veroveren. En dat zou ongetwijfeld ook zo uitgedraaid zijn indien het kampioenschap 1939-1940 normaal verlopen was. 

De oorlogsdreiging hangt echter over ons land, vele jongeren werden onder de wapens geroepen, daarom werd de competitie op provinciaal niveau gehouden. Als dan op 10 mei 1940 de oorlog uitbreekt staat Lierse aan de leiding in de provinciale afdeling met 31 punten, gevolgd door Berchem met 28 punten. Ook in de beker Leysen, dat toen het kampioenschap in eerste klasse verving, stond Lierse op kop met 14 punten voorsprong op Gent. Lierse werd beschouwd als de morele kampioen van die noodcompetities. 

Niemand zal echter betwisten dat er op dat ogenblik een ploeg in het land was die dat team met Voorhoof en Van Craen met hun maats naar de kroon kon steken. Lierse zwaaide toen met de scepter in de voetbalwereld zoals slechts de groten onder de grootsten het hun eens hadden voorgedaan.

De eerste oorlogsjaren met de officieuze titel

Daar men vreesde dat de competitie en vooral de verplaatsingen in die oorlogstijd niet vlot zouden verlopen werd er in september 1940 opnieuw gestart met officieuze competities op provinciaal niveau. Lierse behaalde opnieuw een (weliswaar officieuze) titel. In de provinciale competitie eindigde Lierse op de derde plaats na Beerschot en Antwerp. In de voorronde eindigden de Lierenaren toen tweede in hun reeks, waarna ze in de nationale eindronde tweemaal overtuigend wonnen van Olympic Charleroi 6-2 en 7-1.

In deze halve finale moest Lierse het opnemen tegen Beerschot op neutraal terrein, zij aanvaardden de wedstrijd te spelen op het 'Kiel'. Scheidsrechter Theunen moest de teugels goed straks houden want de inzet was hoog voor beide teams. Beerschot leidde geruime tijd met 1-0 en trachtte die voorsprong kost wat kost te behouden. Het overwicht van Lierse stelde de verdediging van Beerschot voor problemen en vijf minuten voor tijd gebeurde het onvermijdelijke, de geel-zwarten maakten gelijk. Daardoor moesten er verlengingen gespeeld worden en in de 107ste minuut tekende Mens de winning-goal aan voor Lierse.

White Star had inmiddels stadsgenoot Racing Brussel uitgeschakeld en de week daarop volgde de grote finale in het Dudenpark op het veld van Union St.Gillis tussen Lierse en White Star. Het supportersverbond van Lierse was er ondanks de oorlog in geslaagd speciale trams en treinen te laten inleggen en zo waren er duizenden Lierenaars, gewapend met geel-zwarte vlaggen naar Brussel getogen om getuige te zijn van de ultieme match voor het kampioenschap. Zij werden niet teleurgesteld want Lierse won met 3-1 en behaalden aldus in feite hun tweede officieuze titel, waardoor ze nog maar eens hun meesterschap in die jaren bewezen.

Opnieuw kampioen in 1942

In het seizoen 1941-1942 werd er opnieuw normaal gespeeld, dus nationaal. Lierse verloor dat seizoen slechts 5 wedstrijden en men gaf dikwijls zelfs voetballes aan de meest geduchte tegenstanders.

Vooral in de eerste ronde had Lierse een onbetwistbaar meesterschap aan de dag gelegd. Halfweg hadden de Pallieters 6 punten voorsprong op het tweede gerangschikte Beerschot. Cijfers: op 13 gespeelde matchen werd er 12 keer gewonnen, nooit verloren en slechts éénmaal gelijkgespeeld. Dat ene puntje had men moeten afgeven in de match tegen Antwerp (1-1).

Dat seizoen verloor Lierse pas voor het eerst tijdens de 15de match tegen Beerschot op het Kiel (3-1). Op het eind van het seizoen behaalde Lierse de titel met een voorsprong van 4 punten op de tweede gerangschikte Beerschot.

Ook in de daaropvolgende jaren bleef Lierse goed meedraaien in de hoogste regionen van eerste klasse met achtereenvolgens een derde en vierde plaats in het eindklassement.

De degradatie naar tweede klasse

In de jaren na de oorlog brokkelde de ploeg langzaam af met in het seizoen 1947-1948 de degradatie naar tweede klasse als gevolg. Daar vertoefde Lierse tot in 1953. In mei van dat jaar wist Lierse te winnen van stadsgenoot Lyra en zo de promotie af te dwingen naar eerste klasse. In de eerste jaren nadien behoorde Lierse echter tot de grijze middenmoot van de eerste klasse. Enkel in 1957 wist men een vijfde plaats in de eindrangschikking te behalen.

Verrassend kampioen in 1960

Bij de aanvang van de competitie in het seizoen 1959-1960 durfde niemand te dromen van de titel, wie zoiets durfde beweren zou voor gek verklaard worden. De ploeg was immers samen met haar verouderd stadion wat uit de tijd geraakt. 

Men verwachtte dat seizoen zeker niet veel van het kleine Lierse, vermits ze nogal wat zorgen hadden omtrent de verdediging. Spelers als Gaston Devries, Fons Van Brandt en Wies Simons waren niet zomaar te vervangen. Maar men moest wel vermits deze laatste twee uitgeteld waren door langdurige blessures. Als klap op de vuurpijl werd Devries op Antwerp zodanig gekwetst dat ook hij niet meer kon voetballen op topniveau. Maar naarmate het seizoen vorderde ging Robert Willems beter en beter spelen op de voor hem toch ongewone voorstoppersplaats. 

Zo goed zelfs dat hij voor de nationale ploeg werd opgeroepen. Ook Bogaerts speelde opvallend goed en Leo Thijs verbaasde iedereen. Na verloop van tijd bleek dat ook de andere Lierse spelers als Gust Baeten, Van Dessel, Sus Valkenborg, Wim Mertens, Wies Goossens, Van Roosbroeck en Olieslagers boven niveau presteerden. Toen de Pallieters na negen matchen de leiding namen in de competitie nam niemand hen serieus. Maar toen op het eind van de heenronde Lierse nog steeds bovenaan de rangschikking van de competitie stond, begon men in Brussel, Luik en Antwerpen toch wat ongerust te worden. En ook in Lier waren er al enkelen die begonnen te dromen. 

Stilaan nam die vage droom concretere vormen aan toen bleek dat de machtige ploegen Anderlecht en Standard niet meer de wet konden stellen zoals de jaren voordien. Lierse kreeg het wel erg moeilijk en de Lierse-boys moesten tot de laatste speeldag op hun hoede zijn voor het noodlot. Voor de beslissende partij tegen Luik moest Lierse Olieslagers, Willems en Van Roosbroeck aan de kant laten. Maar ze haalden hun slag thuis en toen moesten zelfs de grootste pessimisten en betweters inbinden. Hierbij mogen we zeker Bert D'Hollander niet vergeten die meesterlijk leiding gaf aan deze ploeg en hiervoor dan ook terecht zijn beloning kreeg met de landstitel dat jaar. 

Dat resulteerde in een Europese campagne bij de landskampioenen (ECI) en Lierse kwam in de eerste ronde uit tegen Barcelona. Op Barcelona werd er met 2-0 verloren en thuis was de uitslag 0-3.

Bekerwinnaar in 1969

In het kampioenschap werd Lierse in 1969 derde na Standard en het onverwachte Charleroi maar voor Club Brugge en Anderlecht. Een tweede plaats had zeker in hun bereik gelegen maar de zware marathonmatchen voor de beker tegen Club Brugge en Union zaten daar zeker voor iets tussen. Het Lierse stadion was in die tijd onder impuls van voorzitter Robert Quisenaerts uitgegroeid tot een voor die tijd modern complex. Het terrein kreeg grotere afmetingen, een grote nieuwe tribune had de oude houten tribune vervangen en de staanplaatsen achter het doel werden overdekt.

Bij het begin van het seizoen waren de vooruitzichten nochtans niet zo rooskleurig. Enkele spelers (Zorgvliet, Adelaar) hadden de club verlaten en de nieuwe spelers moesten zich nog bewijzen. Het mag gezegd worden dat Lierse om de bekerfinale te bereiken een loodzwaar programma moest afwerken. In de 1/32 finale werd thuis gewonnen tegen derdeklasser Puurs. Daarna werd in de volgende ronde met 1-2 gewonnen op Beerschot. Daarna volgden de ophefmakende matchen tegen Club Brugge waartegen Lierse niet minder dan drie keer moest spelen wat een unicum was in het Belgisch bekervoetbal.

De wedstrijd werd op het vernieuwde Lisperstadion gespeeld en na een evenwichtige strijd kwamen er verlengingen. Na 120 minuten was de strijd nog steeds onbeslist en tijdens de bijkomende verlenging van 15 minuten moest de scheidsrechter de match wegens de invallende duisternis stopzetten. Lierse had toen nog geen lichtinstallatie. 

De match moest dus herspeeld worden en opnieuw op het Lisp. De tweede match kende een gelijksoortig verloop. Dus weer verlengingen die na 135 minuten afgefloten werden. Opnieuw moest de match overgespeeld worden en ditmaal te Brugge. 

De Bruggelingen meenden nu hun schaapjes op het droge te hebben want Lierse had in de competitie hun enige zware nederlaag geleden op het veld van Club (5-1). Maar dat was buiten de waard gerekend want de Lierenaars hadden hun zinnen gezet op de beker en versloegen Brugge op hun Klokkeveld met duidelijke 1-3 cijfers. Brugge kwam op voorsprong door Bailliu, maar De Ceulaer wist tweemaal te scoren en Denul één maal. Deze driedubbele wedstrijd tegen Club Brugge die 5 uur en 47 minuten had geduurd kon eigenlijk al beschouwd worden als een voortijdige bekerfinale omdat Anderlecht en Standard ook reeds uitgeschakeld waren.

In de kwartfinales werd met 1-3 gewonnen op AS Oostende, die toen leider waren in tweede klasse. Dan volgde de halve finale tegen Union, de beroemde club uit het Dudenpark. De heenwedstrijd ging in ditzelfde Dudenpark door, maar na de negentig minuten en de reglementaire verlengingen was de stand nog steeds gelijk. Daardoor kwam er een replay in Lier. Ditmaal wonnen de Pallieters overtuigend met 4-0. Naarmate de bekerfinale dichterbij kwam, steeg ook de bekerkoorts. Mensen die anders nooit naar het voetbal gingen reserveerden nu hun finaleplaatsen.

Op zondag 18 mei vertrok een ganse karavaan autobussen naar de Heizel. Lierse kwam als de uitgesproken favoriet aan de aftrap omwille van hun uitstekende prestatie in de competitie en het vertrouwen was dus groot maar een match moet natuurlijk altijd eerst gespeeld worden. De eerste helft kon Lierse niet haar gewone spel brengen wat resulteerde in een 0-0 ruststand. Neel De Ceulaar zorgde echter na 5' in de tweede helft voor 1-0 na een vrije schop van Janssens. Racing White moest nu opzetten en aldus had de Lierseverdediging haar handen meer dan vol. Lierse kreeg echter meerdere kansen en in de 42' kon Denul de 2-0 op het bord zetten. De beker was binnen en dolgelukkig namen kapitein Willems en zijn teamgenoten de beker in ontvangst onder het gejuich en gezang van duizenden opgetogen supporters


Lierse klopt Leeds met 0-4 cijfers in UEFA-beker

29 september 1971 is een dag die men bij Lierse nooit zal vergeten. Twee weken voordien had Lierse op eigen veld voor de UEFA-beker met 0-2 verloren van een in alle ploegonderdelen superieur Leeds United. Niemand verwachte dat Lierse zou winnen in Leeds, maar negentig minuten later stonden de onwaarschijnlijke 0-4 winstcijfers voor geel-zwart op het scorebord en schakelde Lierse bekerhouder Leeds uit in de eerste ronde.


Opnieuw tweede klasse in 1986

In 1986 tuimelde Lierse weer een klasse lager maar in 1988 stonden ze er opnieuw. Zich handhaven bij de eliteploegen was nu eerste prioriteit geworden. Gefortuneerde ploegen als Anderlecht en Club Brugge dicteerden ongestoord de wet in de Belgische competitie.

Kampioen in 1997

In het seizoen 1996-1997 gebeurde wat niemand had verwacht, Lierse speelde opnieuw kampioen. Dat jaar speelde Lierse het beste voetbal van België onder de deskundige leiding van Eric Gerets, en zette het opwindende resultaten neer. 

In het onberekenbare voetbal wordt dat niet altijd beloond, maar deze keer gelukkig wel. Zelfs Club Brugge, dat een turbulent en hoogst eigenaardige campagne vol maakte, zou in zijn nederlaag moeten berusten. 

Lierse begon nochtans aarzelend aan het kampioenschap (door het plotse vertrek van spelverdeler Rekdal), maar eens op toeren was de opmars niet te stuiten. Lierse won de rechtstreekse confrontaties met Club Brugge, vernederde Anderlecht op het Lisp, en verloor uiteindelijk slechts drie keer. 

De laatste nederlaag in St-Truiden leek Lierse te zullen stoppen, maar een week later wonnen zij in een spetterende partij tegen Genk. Club struikelde over Antwerp en zette zichzelf op die manier buiten spel. Op de laatste match op Standard stond de vierde kampioenstitel geen minuut op het spel, want gewapend met het onstuitbare verlangen naar de titel wist Lierse binnen de 45 minuten een 0-3 voorsprong te veroveren. Heel België stond achter dit Lierse, en zelfs in de rangen van hun grootste tegenstrevers bestond er eensgezindheid over het feit dat alleen Lierse de titel verdiende.


Tweede keer bekerwinnaar in 1999

Na de titel van 1997 liep Lierse zowat leeg. De beste spelers werden verkocht waardoor trainer Meeuws moest bouwen aan een nieuwe ploeg met jonge spelers. Met deze jongeren wist Lierse voor de tweede keer Belgisch Bekerwinnaar te worden. In de finale wist Lierse met 3-1 cijfers van Standard te winnen. De finale van de beker werd gespeeld in het Koning Boudewijn-stadion in Brussel. Bijna 40.000 mensen kwamen op deze warme zondag kijken naar SK Lierse en Standard Luik

Lierse begon gespannen aan de finale. Aanvankelijk leek Standard iets beter maar dit veranderde na het eerste kwartier. Invaller Spiteri van Lierse kopte bij een hoekschop de 1-0 binnen. Standard begon te knoeien. In de tweede helft ging het nog beter voor Lierse. Na 6 minuten trof Jurgen Cavens raak, 2-0. Standard kwam nog even terug. Lukunku maakte er 2-1 van.

Het werd nog even spannend. Maar Lierse maakte de Luikenaars af. Cavens schoof een minuut voor tijd de 3-1 laag binnen. Meteen zag Lier geel-zwart van de vierende supporters, net zoals twee jaar eerder en Lierse mocht het volgend seizoen Europa in. 


BRONNEN / MET DANK AAN
80 jaar goud-zwart (door Bob Geuens) / Logboek Liersche Sk 1906-2000 (door Peter Mariën & Jef Wuyts) / Wablieft / SC Fagoempel / Lierse.be

Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

Jupiler Pro League

Nieuwste reacties