Betis-FC Sevilla, derby in de schaduw

Komend weekend zijn alle ogen in Spanje vanzelfsprekend weer gericht op de clash tussen FC Barcelona en Real Madrid.  Traditioneel staat op dezelfde speeldag ook de geladen derby tussen Real Betis en FC Sevilla op het programma, een wedstrijd die daardoor buiten Andalusië vaak weinig aandacht krijgt.  Toch gaat het hier wellicht om de derby der derby's in Spanje en is de rivaliteit tussen beide teams enorm.  Voetbalkrant wil daarom toch eens dieper ingaan op de roots van de twee clubs. 

 

 

Real Betis Balompié en FC Sevilla zijn twee teams met een rijke geschiedenis.  De voetbalgeschiedenis van de stad Sevilla kende een eerste hoogtepunt op 8 maart 1890.  Toen werd de allereerste voetbalwedstrijd in Spanje er georganiseerd.  Toch duurde het nog tot 1905 voor de eerste voetbalclub werd opgericht.  Sevilla FC werd officieel op 14 oktober 1905 opgericht.  De rojiblancos vieren dit seizoen dan ook hun honderdste verjaardag.  In 1908 speelde Sevilla FC zijn eerste officiële wedstrijd.  Amper een jaar later ontstond er een conflict binnen de club omdat een speler uit de arbeidersklasse werd geweigerd.  Op dat moment bestond het team uitsluitend uit spelers van de hogere kringen.  Een deel van het bestuur scheurde zich af en vormde de rivaliserende club Betis, dat daardoor traditioneel een grotere aanhang had bij het ‘gewone volk’.  In 1914 fuseerde Betis met Sevilla Balompie, een in 1907 door studenten opgerichte club. 

 

Beide teams werden in hun lange bestaan meermaals geconfronteerd met degradatie en promotie.  Vooral Real Betis kende een aantal sportive en ook financiële dieptepunten.  In 1992 leek het helemaal fout te gaan voor de verdiblancos, maar Manuel Ruiz de Lopera profileerde zich toen als redder in nood.  De man is nog steeds voorzitter van Real Betis en renoveerde ook het stadion, dat sindsdien naar hem genoemd is.  Sinds 2001 spelen beide teams opnieuw onafgebroken in de Primera División.  Nadat beide rivalen samen degradeerden in 2000, mochten ze een seizoen later ook alweer samen de promotie vieren.  Sindsdien draaien Real Betis en FC Sevilla mee in de Spaanse subtop.  Vorig seizoen was een hoogtepunt voor beide teams, maar toch vooral voor Betis dat een vierde plaats en bekerwinst mocht vieren.  Ondanks het feit dat de verdiblancos het de voorbije jaren in het algemeen net iets beter deden dan hun stadsgenoten, trok FC Sevilla in de stadsderby vaker aan het langste eind.  Ook in het klassement aller tijden helt de balans duidelijk over naar de rojiblancos.  Zo speelde FC Sevilla tot nog toe 62 seizoenen in de hoogste klasse, tegenover 43 voor het wisselvalligere Betis. 

 

 

Ondanks de lange geschiedenis hebben beide clubs uit Sevilla een eerder bescheiden palmares.  Real Betis mocht als eerste zijn enige titel vieren in 1935.  In datzelfde jaar won FC Sevilla voor het eerst de Copa del Rey.  Later zouden nog twee bekerwinsten volgen voor FC Sevilla.  Ook de rojiblancos wonnen één keer de titel.  Hun kampioenenjaar was 1946.  Real Betis won naast één Spaanse titel twee keer de Copa del Rey.  De laatste winst dateert van het zeer succesvolle vorige seizoen.  De beticos claimen daarnaast ook als eerste Andalusische club deelname aan de Champions League bereikt te hebben.  De supporters van FC Sevilla verwijzen dan weer liever naar de deelname van hun ploeg aan de toenmalige Europacup I in 1957-58. 

 

 

Zowel FC Sevilla als Real Betis begon met grote ambities aan het seizoen.  FC Sevilla haalde onder meer Saviola binnen en hoopte zijn 100-jarig bestaan te vieren met een uitzonderlijk seizoen en bij voorkeur zelfs een ticket voor de Champions League.  Real Betis slaagde er in zijn succesteam van vorig seizoen min of meer samen te houden en droomde er dan ook van de prestatie van vorig jaar te kunnen evenaren. 

 

De rojiblancos slagen er voorlopig vrij goed in de hooggespannen verwachtingen in te lossen.  In het begin van het seizoen had Sevilla vooral veel moeite om de weg naar de netten te vinden, maar naarmate het seizoen vorderde slaagde het team van Juande Ramos er steeds beter in de goede prestaties om te zetten in overwinningen.  Intussen bleef de stevige defensie de sleutel van het succes.  Terwijl de concurrenten blijven punten verliezen, sluipt Sevilla steeds dichter bij de vierde stek, die recht geeft op een ticket voor de voorronde van de Champions Leauge.  Op de vorige speeldag werd zelfs nog verdiend gewonnen van Valencia.  Ook in Europa doet FC Sevilla het voortreffelijk.  Na winst tegen onder meer Lille en Lokomotiv Moskou bereikte het de kwartfinales, waarin het het opneemt tegen Zenit Sint-Petersburg. 

 

Bij Real Betis loopt het tot nog toe heel wat minder goed.  De verdiblancos zitten al het hele seizoen verwikkeld in een spannende degradatiestrijd.  De voorbije wedstrijden liep het wel vrij goed, met een gelijkspel in Santiago Bernabeu en winst thuis tegen concurrent Racing Santander en op Villarreal.  Betis heeft zo opnieuw wat meer ademruimte, alhoewel het wellicht nog knokken wordt tot het einde.  Dat het team van Serra Ferrer wél nog altijd schitterend kan voetballen, bewees het meermaals in de Champions League.  De geslaagde Europese campagne eindigde in de 1/8e finales van de Uefa-beker.  Het grote probleem van Betis blijft het gebrek aan scorend vermogen.  De zware blessure van topspits Oliveira is daar niet vreemd aan en daarom werden tijdens de winterstop met Robert en Tardelli twee extra spitsen aangetrokken.

 

De grote sterkte van FC Sevilla is en blijft de stevige defensie.  Sterkhouders zijn daar Aitor Ocio, Daniel Alves en David Escudero.  Ex-Rouche Dragutinovic kampt met oud-Ajacied Escudé om een basisplaats.  Op het middenveld zijn Jose Luis Martí en Adriano vaste waarden.  Op rechts staat de talentvolle Jesús Navas niet ter discussie.  De voorbije weken kwam ook Florencio Renato steeds aan de aftrap.  Hij vervangt de geblesseerde Maresca.  Vooraan heeft Juande Ramos heel wat keuze.  Saviola kon nog niet echt brengen wat van hem verwacht werd en heeft dan ook geen basisplaats.  Verder wisselen ook Luis Fabiano, Kanouté, Kepa en Jesuli elkaar af in de basiself. 

 

Betis-coach Serra Ferrer sleutelt regelmatig wat aan zijn team, maar houdt toch vast aan een aantal sterkhouders.  Achteraan zijn Rivas en vooral kapitein Juanito vaste waarden.  Op de flanken wordt er al wat meer gewisseld, met Luis Fernandéz of Oscar Lopéz op links en Melli of Varela op rechts.  Op het middenveld is Rivera bezig aan een sterk seizoen, terwijl Edu en superster Joaquín meestal de flanken bezetten.  Verder kiest Serra Ferrer voor Arzu of Capi.  Net als bij Sevilla is geen enkele aanvaller zeker over een basisplaats.  Robert, Dani, Xisco en Tardelli krijgen elk regelmatig hun speelminuten.  Ook Edú mag regelmatig in de spits opdraven, waarbij Xisco dan meestal op de linkerflank terechtkomt. 

 

Sevilla: Palop; David, Aitor Ocio, Dragutinovic, Daniel Alves; Adriano, Martí, Renato, Jesús Navas; Kanouté, Saviola

 

Real Betis: Contreras; Luis Fernandéz, Rivas, Juanito, Edu, Rivera, Arzu, Joaquín; Robert, Xisco

Weetjes 

* In het seizoen 1992-93 speelde Diego Maradona een seizoen bij FC Sevilla.  Ook Bebeto en Suker trokken later het rood-witte shirt aan.
* Balompié (van Real Betis Balompié) is het originele Spaanse woord voor voetbal.  Later werd dit futból, onder invloed van het Engels.
* In 2004 begon de derby met drie kwartier vertraging omdat de scheidsrechter vond dat Betis andere truitjes moest dragen om geen verwarring te creëren tussen het groen-wit van Betis en het wit van Sevilla.  Tot dan toe was er nochtans nog nooit een klacht geweest omtrent deze traditionele uitrustingen.  Betis had geen extra shirts bij en Sevilla weigerde zelf te wisselen.  De reserveshirts moesten dan ook aan de andere kant van de stad worden opgehaald, wat de nodige vertraging met zich meebracht en voor een extra vijandige sfeer zorgde.  Toen Betis eindelijk klaar stond in de juiste tenue, eiste Sevilla bovendien nog eens een nieuwe opwarmingsronde.