Barça-Real, de Brazilianen bij Real
Foto: © SC
Word fan van Real Madrid! 1566
Komend weekend staat de klapper van de Spaanse competitie weer op het programma. Real Madrid gaat op bezoek bij aartsrivaal FC Barcelona. Voetbalkrant blikt met een tweedelige special rond de Braziliaanse sterren van beide teams vooruit op de absolute topper in de Primera División. Zowel Real als Barça hebben vijf Braziliaanse spelers in hun rangen lopen. In dit tweede deel belichten we de Braziliaanse spelers van de bezoekers, Real Madrid.
Zondag stonden bij de galácticos maar liefst vijf Brazilianen in de basis. Real won in eigen stadion gemakkelijk met 4-0 van Deportivo La Coruña. De twee flankverdedigers waren de Brazilianen Roberto Carlos en Cicinho. In de spits liep Ronaldo met in zijn rug twee landgenoten, Baptista en de kleine Robinho. De linkerflankverdediger Roberto Carlos is een typische Braziliaanse verdediger. Je weet niet of hij verdediger, middenvelder of aanvaller is. De Braziliaan begon zijn profcarrière in zijn thuisland bij Palmeiras. In de zomer van 1995 maakte hij met de Braziliaanse selectie een tournee door Europa. De scouts van Ajax hadden onmiddellijk interesse in de jonge verdediger. Roberto Carlos kostte toen slechts twee miljoen dollar. Ajax koos voor de meer ervaren Marcio Santos. Roberto Carlos verkaste naar de Serie A en kreeg onderdak bij Internazionale. Een jaar later vertrok hij naar de Spaanse hoofdstad. In zijn tiende seizoen bij de Koninklijke is de Braziliaan nog altijd vaste waarde. Al bij zijn debuut imponeerde hij de Real-fans met zijn rushes en zijn hard schot. Hij behaalde drie Spaanse titels en drie Champions League-titels. Hij won in 2002 ook het WK met de Braziliaanse selectie.
De andere Braziliaanse verdediger van Real is Cicinho. De rechterflankverdediger kwam pas in januari van dit jaar over van het Braziliaanse São Paulo. De 25-jarige verdediger moest de concurrentie aangaan met Michel Salgado. In april 2005 maakte hij zijn debuut bij de Braziliaanse seleção in een vriendschappelijke interland. Cicinho maakte indruk op de Madrileense scouts tijdens de Confederations Cup. Hij was de vervanger van Cafú en Belletti. In twaalf competitiewedstrijden scoorde de Braziliaanse rechtervleugelverdediger al twee keer. Hij krijgt voorlopig de voorkeur op de Spaanse international Salgado.
Het Madrileense bestuur kocht afgelopen zomer ook nog twee nieuwe aanvallende Brazilianen: Baptista en Robinho. Julio Baptista begon zijn professionele loopbaan ook al bij São Paulo in 2000. In 2003 trok de Braziliaan naar Sevilla. In Andalusië werd Baptista omgedoopt van verdedigende middenvelder tot een rasechte aanvaller. Hij kreeg de bijnaam la Bestia (het beest), omdat hij in 63 wedstrijden maar liefst 38 doelpunten maakte. Na twee jaar Sevilla maakte hij de logische overstap naar een grotere club, Real Madrid. Baptista wisselt basisplaatsen met invalbeurten af. In 2001 debuteerde hij in de Braziliaanse nationale ploeg.
De nieuwe rijzende ster van het Braziliaanse voetbal is de 22-jarige Robinho. Hij speelde vier seizoenen voor het Braziliaanse Santos voor hij naar Real Madrid kwam. Hij scoorde 44 keer in 105 wedstrijden. Bij Real kwam hij dit seizoen elke competitiewedstrijd in actie. Hij is de tweede topschutter van de Madrilenen met zeven doelpunten. De kleine dribbelaar kan zowel op links als in de rug van de diepste spits spelen. Als 19-jarige jongen maakte hij zijn debuut bij de Braziliaanse nationale ploeg. Robinho wordt vaak gezien als de opvolger van de legendarische Pélé.
De laatste Braziliaan bij de Koninklijke is de omstreden Ronaldo LuÃs Nazário da Lima, of simpelweg Ronaldo. Ronie begon zijn profcarrière bij Cruzeiro, maar na één jaar werd hij er al weggeplukt door de scouts van PSV Eindhoven. Bij PSV trad de 18-jarige in de voetsporen van zijn landgenoot Romario. In Nederlandse loondienst scoorde de Braziliaanse spits maar liefst 42 keer in 46 officiële wedstrijden (0,91 goal per wedstrijd). Het leverde hem een transfer naar FC Barcelona op. Hij bleek zijn neusje voor de goal niet verloren te hebben bij de Catalanen. Hij haalde een gemiddelde van 0,92 goal per wedstrijd, fenomenaal. Ronaldo had ondertussen met de Braziliaanse selectie het WK ’94 in de Verenigde Staten gewonnen. De jonge Ronaldo kwam echter geen enkele minuut van de bank. Na één seizoen Barça vetrok de spits naar het Italiaanse Internazionale. Na alweer een prachtig seizoen (25 goals in 32 wedstrijden), speelde hij met de Goddelijke Kanaries het WK in Frankrijk. Een epilepsie-aanval bedierf de speelkansen van Ronaldo in de finale. Frankrijk won met 3-0 na onder meer twee doelpunten van Zinidine Zidane. Het daaropvolgende seizoen speelde Ronaldo minder in de Serie A door enkele kleinere blessures. In het seizoen 1999-2000 sloeg het noodlot toe. Ronaldo raakte zwaar geblesseerd aan de knie. Twee seizoenen later maakte hij zijn rentree bij Inter. Hij scoorde nog zeven doelpunten in 10 matchen. In de zomer trok hij met de seleção naar het WK. De Brazilianen wonnen de finale van Duitsland en Ronie werd topscorer met acht doelpunten. Na de schitterende prestaties op het WK vertrok de Braziliaan naar Real Madrid. Hij kreeg er onmiddellijk de bijnaam el gordo, omdat de media en de fans vonden dat hij niet scherp genoeg stond. Hij is nu aan zijn vierde seizoen bij de Madrileense club bezig. Elk jaar is hij clubtopscorer geworden. Na een mindere periode lijkt Ronaldo zijn oude vorm teruggevonden te hebben. Hij werd drie maal verkozen tot FIFA Wereldvoetballer van het jaar (1996, 1997 en 2002).
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief