Huntelaar bezorgt Ajax de beker

Ajax heeft voor de zestiende keer in zijn bestaan de Nederlandse beker gewonnen. In de finale waren de Amsterdammers met 2-1 te sterk voor landskampioen PSV. De absolute uitblinker was Klaas - Jan Huntelaar die beide doelpunten voor zijn rekening nam.

In een bijzonder sfeervolle Kuip, was in de eerste periode weinig te beleven. PSV liet Ajax het spel maken. De Amsterdammers hadden dan ook overwegend balbezit, maar verder dan een schot van Sneijder kwam de ploeg niet. PSV kwam gaandeweg de eerste periode beter in het spel, maar kon ook geen echte kansen afdwingen.

De tweede helft was echter van een beter niveau. Al na drie minuten brak de partij los nadat Huntelaar een hoekschop van Sneijder fraai  in doel werkte. PSV kwam nu uit zijn schelp en stelde vrij vlug orde op zaken. Luttele minuten na de openingstreffer bracht Michael Lamey de score met een prachtig schot terug in evenwicht. Nadat Galasek een tweede gele kaart kreeg, leek PSV op de overwinning af te stevenen, maar Beasley en Koné weigerden het genadeschot uit te delen. Even later kreeg Lamey namens PSV ook een rood karton te zien, maar ook met tien tegen tien bleven kansen uit.

In blessuretijd toonde Huntelaar nog maar eens zijn waarde. De spits tikte een voorzet bij de eerste paal binnen en bezorgde daarmee Ajax de bekerwinst. De Amsterdammers sluiten zo het seizoen met Champions League - kwalificatie én bekerwinst af. Toch lijkt de bekerfinale de laatste wedstrijd van trainer Danny Blind te zijn geweest.

Bij Ajax stond Rode Duivel Thomas Vermaelen in de basis. Bij PSV mocht die andere international, Timmy Simons, starten. [AN]