'Armenen hebben niveau van eersteklasser'
Foto: © SC
Word fan van België! 2550
De Rode Duivels spelen vanavond een levensbelangrijke interland op het veld van Armenië. Voor Henk Wisman is Armenië geen onbekende. De Nederlander was tot april trainer van de nationale ploeg, maar werd toen prompt ontslagen. In Het Nieuwsblad doet hij enkele geheimen van het Armeense voetbal uit de doeken.
"Armenië is een heel klein landje, met slechts 2,5 miljoen inwoners", legt Wisman uit. "Het niveau van de competitie kan je vergelijken met de Eerste Divisie in Nederland, de tweede klasse in België. Het nationale team heeft het niveau van een eersteklasser. Er zijn nog maar acht of negen profclubs in de competitie, meer dan de helft uit de hoofdstad Jerevan. Het voorbije seizoen zijn er weer twee clubs verdwenen. Nu spelen ze vier keer per seizoen tegen elkaar om aan genoeg wedstrijden te komen."
"Technisch zijn de spelers van de nationale ploeg meer dan behoorlijk, maar tactisch moest ik nog wat bijspijkeren. Dat lukte goed tot mijn ontslag. Het grote probleem is dat de overgrote meerderheid kleine spelers zijn. Fysiek is dus de grootste moeilijkheid. Met luchtduels hebben ze het moeilijk. De centrale middenvelder Karen Aleksanyan was mijn lieveling. Een klein mannetje, maar we speelden tegen Tsjechië en hij won een kopduel van Jan Koller! We gingen op de bank kapot van het lachen. De spits Aram Hakobyan en zijn broer/middenvelder Ara zijn ook goede spelers. Romik Khachatryan en Albert Sarkisyan in het middenveld ook. Artavazd Karamyan speelt bij Rapid Boekarest en is ook een topper. Alleen wilde hij bij mij nooit spelen. Als hij werd uitgenodigd, eiste hij dat zijn broer Arman ook mee moest komen. Ja, dat kan natuurlijk niet. Toch niet bij mij."
"Ik ken René Vandereycken nog van zijn periode bij FC Twente in Nederland. Hij was een trainer van het controlevoetbal, bijna verdedigend. Hij moet nu druk zetten, maar op een gecontroleerde manier. Zonder risico's te nemen, want er lopen wel wat aardige voetballers bij Armenië. Aram en Ara Hakobyan en Manucharyan (die zijn er echter niet bij, red.) kunnen uit het niets een doelpunt maken. Bij de les blijven is de boodschap. [TH]
"Armenië is een heel klein landje, met slechts 2,5 miljoen inwoners", legt Wisman uit. "Het niveau van de competitie kan je vergelijken met de Eerste Divisie in Nederland, de tweede klasse in België. Het nationale team heeft het niveau van een eersteklasser. Er zijn nog maar acht of negen profclubs in de competitie, meer dan de helft uit de hoofdstad Jerevan. Het voorbije seizoen zijn er weer twee clubs verdwenen. Nu spelen ze vier keer per seizoen tegen elkaar om aan genoeg wedstrijden te komen."
"Technisch zijn de spelers van de nationale ploeg meer dan behoorlijk, maar tactisch moest ik nog wat bijspijkeren. Dat lukte goed tot mijn ontslag. Het grote probleem is dat de overgrote meerderheid kleine spelers zijn. Fysiek is dus de grootste moeilijkheid. Met luchtduels hebben ze het moeilijk. De centrale middenvelder Karen Aleksanyan was mijn lieveling. Een klein mannetje, maar we speelden tegen Tsjechië en hij won een kopduel van Jan Koller! We gingen op de bank kapot van het lachen. De spits Aram Hakobyan en zijn broer/middenvelder Ara zijn ook goede spelers. Romik Khachatryan en Albert Sarkisyan in het middenveld ook. Artavazd Karamyan speelt bij Rapid Boekarest en is ook een topper. Alleen wilde hij bij mij nooit spelen. Als hij werd uitgenodigd, eiste hij dat zijn broer Arman ook mee moest komen. Ja, dat kan natuurlijk niet. Toch niet bij mij."
"Ik ken René Vandereycken nog van zijn periode bij FC Twente in Nederland. Hij was een trainer van het controlevoetbal, bijna verdedigend. Hij moet nu druk zetten, maar op een gecontroleerde manier. Zonder risico's te nemen, want er lopen wel wat aardige voetballers bij Armenië. Aram en Ara Hakobyan en Manucharyan (die zijn er echter niet bij, red.) kunnen uit het niets een doelpunt maken. Bij de les blijven is de boodschap. [TH]
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief