Analyse Brussels moet ambities bijstellen
Foto: © SC
Volg Voetbalkrant nu via Instagram!
FC Brussels, en dan vooral z’n voorzitter Johan Vermeersch, zag het nieuwe voetbalseizoen bijzonder positief in: na een rustig jaartje middenmoot was seizoen 2006-07 de kans voor Brussels om door te stoten naar de subtop. De club pakte in de zomer uit met enkele mooie namen, waaronder Michael Cordier, Ebou Sillah en later nog Nenad Stojanovic, maar staat aan de winterstop op een bedroevend lage plaats, en dat is niet waar Vermeersch en de zijnen op gerekend hadden.
Hoopvolle start
De voorbereiding verliep hoopvol voor de Brusselaars: de meeste wedstrijden werden, in tegenstelling tot het vorige seizoen, winnend afgesloten, enkel in het eerste elftal van Galatasaray moest Brussels zijn meerdere erkennen. Ook de start verliep perfect: in de eerste vier wedstrijden werden Mons, SVZW en Lierse met het kleinste verschil geklopt, en tegen Sint-Truiden werd een puntendeling toegestaan. De kleine spits Dieudonné Kalulika wierp hoge ogen met zijn snelheid en killerinstinct. Daarna begon de neergang echter: men verloor zowel uit en thuis de meeste wedstrijden, en het spelpeil zakte, met een erg (te ?) jonge ploeg, tot ongekende dieptes, met als dieptepunt de 1-0-nederlaag bij Cercle Brugge. De verdediging was blijkbaar toch niet zo secuur als men gehoopt had, want het vertrek van Ibrahim Kargbo was duidelijk niet verteerd, en jongere broer Sydney was toch allesbehalve een waardige vervanger van “Ibouâ€. Ook voorin liep het niet zo lekker, want Stojanovic had duidelijk tijd nodig om zich aan te passen. Ook wat blessures betreft zat het niet mee voor Brussels: zowel Zoltan Petö, een van de weinige lichtpunten bij Brussels, als Steve Colpaert belandden meermaals in de lappenmand. Christ Bruno, een van de weinige spelers met wat ervaring, viel eveneens geblesseerd uit, en Alan Haydock recupereerde nog van een knieblessure.
King Vermeersch
Na het gelijkspel tegen Club Brugge, de eerste puntenwinst op anderhalve maand, leek er beterschap op komst, maar op KV Kortrijk vloog Brussels voor het tweede jaar op rij al onmiddellijk uit de beker. Het opvallendste was de beslissing van Vermeersch achteraf: hij besloot om Kargbo, die rood kreeg voor een moorddadige tackle, zelf te schorsen tot met nieuwjaar. In de competitie stapelde Brussels nadien de gelijke spelen op, en ook op Gent liet Vermeersch van zich horen: hij stormde het veld op uit protest tegen scheidsrechter Bourdouxhe, die Kalulika een twede gele kaart onder de neus had geduwd. Vermeersch zou er later een fikse boete voor krijgen. Brussels pakte echter toch nog een onverhoop puntje bij de Buffalo’s, en deed nadien hetzelfde tegen Moeskroen, Lokeren, Roeselare en Beveren. Zes gelijke spelen, en dat was er net eentje te weinig voor een nationaal record.
Derbyleed
Na die zes gelijke spelen, zette Brussels opnieuw aan met een verliesreeks. Thuis ging men kansloos onderuit tegen Charleroi, en een week later ging buur en Anderlecht op een diefje, na een wereldgoal van Tchité in de slotseconden, met de drie punten lopen. Gelukkig voor Brussels eindigde de heenronde hier, maar meteen werd ook de magere balans duidelijk: drie overwinningen, waarvan geen enkele na de maand augustus. Brussels wacht intussen reeds 4 maanden op een nieuwe overwinning.
Het is erg moeilijk om de belangrijkste oorzaken van dit falend Brussels vast te stellen, want er hebben heel wat factoren meegespeeld. Zo voldoen sommige nieuwe spelers, zoals Atte-Oudeyi Zanzan, Julien Pinelli en Sillah niet aan de verwachtingen. De twee laatstgenoemden mogen zelfs alweer vertrekken, net als Benzouien, Dellevoet, Andersen en Bengui. Het is maar zeer de vraag in welke mate dit geen al te paniekerige reactie van Brussels is, want het is maar zeer de vraag of hun vertrek zal opgevangen worden met de nodige versterkingen. Op het moment van schrijven heeft Brussels wel al twee versterkingen binnen: de Fransman Mickael Citony en Hakim Bouchouari, die niet aan de bak kwam bij Standard. Ook Grégory Dufer leek op weg naar Molenbeek, maar hij koos in laatste instantie dan toch voor Lokeren. Het lijkt er echter niet op dat deze twee spelers zullen volstaan om Brussels alsnog een rustige terugronde te garanderen. Vermeersch en sportief manager Dimitri Mbuyu hebben dan ook nog een hoop werk voor de boeg.
Toch is niet alleen het transferbeleid verantwoordelijk voor de slechte resultaten. Zoals we reeds schreven, heeft Brussels al het hele jaar door te kampen met blessureleed. Albert Cartier kon zelden met dezelfde ploeg als de week voordien aan een wedstrijd beginnen, want steeds opnieuw vielen er spelers uit. Critici stellen zich dan ook vragen bij het misschien wat te harde trainingsritme of bij het synthetisch veld waarop vaak getraind wordt.
Klap op de vuurpijl was ongetwijfeld wat kapitein en boegbeeld Haydock overkwam: hij herviel tijdens een reservewedstrijd in zijn knieblessure, en is opnieuw maanden onbeschikbaar.
Anderen stellen zich ook vragen bij de trainer, die halsstarrig blijkt vast te houden aan het systeem waarmee Brussels vorig seizoen in de heenronde heel wat succes oogste. Stojanovic lijkt toch een duidelijk ander type dan Igor De Camargo, die nu het mooie weer maakt bij Standard, te zijn. Vermeersch liet ook duidelijk verstaan aan zijn coach dat hij snel puntenoogst verwacht, want anders zou de charmante Fransman misschien wel eens mogen vrezen voor zijn positie.
Er zijn echter ook positieve aspecten aan de heenronde van Brussels, al zijn die wat verder te zoeken. De (iets te) veelvuldige inbreng van jongeren, bijvoorbeeld. De behoorlijke speelkansen komt de ontwikkeling van jongens als Sutchuin, Jonckheere en De Troetsel ongetwijfeld ten goede.
Ook braken er enkele spelers, ietwat onverwachts, door: Julien Gorius bloeide open als centrale middenvelder, en is samen met Kalulika, met 4 doelpunten, topschutter. Jonathan Tehoue liet ook blijken heel wat in zijn mars te hebben. En ook Petö brak door, en wel als kompaan van Colpaert, centraal achterin.
Wat Brussels nu te wachten staat, zal deels afhangen van hoe zij en andere ploegen zich tijdens de winter versterken. Brussels vertrekt op 4 januari op winterstage naar Kemer, waar het twee oefenwedstrijden speelt. Op 13 januari komen de jongens van Cartier op bezoek bij OH Leuven. Een week later staat de degradatietopper in en tegen RAEC Mons op het programma…
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief