Interview Roelandts: 'Werk bij Club was nog niet af'

 

 

“Het gevoel om me te bewijzen overheerst. Ik had natuurlijk graag langs de andere kant gestaan, maar door omstandigheden is dat niet meer mogelijk. Ik voel me nu heel goed bij Germinal Beerschot en hoop dat ik met tegen Club Brugge kan bewijzen.”

 

 

“Ik ken Birger (Maertens, nvdr)  al heel lang. Het is een toffe gast en ik vind het spijtig voor hem dat hij nu geblesseerd uitvalt. Maar voor ons is het misschien wel beter. Hij blijft een hele goeie verdediger. Met Priske maken we misschien meer kans want voor hem is centrale verdediger toch een ongewone posite, maar hij blijft wel een goede verdediger. Maar we zullen het tegen Club sowieso moeilijk krijgen.”

 

 

“Mijn uitspraak werd toen vrijdag uitgezonden en zondag heb ik me geëxcuseerd bij Priske. Hij zei dat het in orde was, maar ik weet ook wel dat hij me nu waarschijnlijk een dwaas vindt. Dat is zijn volste recht, ik mocht die uitspraak niet gedaan hebben. Ik heb hem nadien nog een paar keer gezien en hem gewoon een hand gegeven.”

 

 

“Het ontbreekt vooral aan zelfvertrouwen. Er zit zeker voldoende potentieel in de ploeg, maar we hebben geen reeks kunnen neerzetten. Dat is niet alleen het probleem van Club, maar van alle grote ploegen. Ze hebben gewoon de tegenslag dat ze slecht spelen en de punten niet pakken terwijl Anderlecht dat wel doet. Dat is het enige verschil. Voor Germinal Beerschot komt Club Brugge wel op een ideaal moment. Zij zijn slecht bezig en wij zitten in een goede periode. Alles is mogelijk. Zeker nu ze Clement en Maertens missen.”

 

 

“Nee, ik heb nog niets gehoord. Het is daar ook nog wel wat vroeg voor. Ik denk dat ze mijn prestaties wel volgen, maar dat ik pas tegen het einde van het seizoen een telefoontje mag verwachten. Als ze beslissen dat ze me terug willen in Brugge, moet ik terug. Maar er kan over alles gepraat worden en ik zou geen problemen hebben om hier in Antwerpen te blijven.”

 

 

“Door de situatie komt die uitspraak niet meteen tot zijn recht. Ik ben niet geslaagd bij Club, maar ik heb er ook niet gefaald. Ik heb goede wedstrijden gespeeld, maar mijn probleem was dat ik er geen constante lijn in kreeg. Door het incident met Ferrera werd ik eigenlijk gedwarsboomd. Mijn werk bij Club was nog niet af.”

 

 

“In het begin was dat een voordeel, maar als je dan drie-vier jaar in de eerste ploeg speelt wordt het toch een nadeel. Bij Germinal Beerschot speel ik nu altijd op dezelfde positie. Je raakt gewend aan je plaats en gaat beter en beter spelen. Het is ook mijn beste positie. Ik kan me aanvallend uitleven en het spel verdelen. Daar liggen mijn kwaliteiten. Onder Ferrera werd ik uitgespeeld als spits. In het begin liep dat nog goed, maar als dat wat minderde volgde de commentaar. Van nature uit ben ik geen echte spits, geen echte topscorer. Met mijn doelpunten in het begin heb ik nog mijn plaats kunnen vasthouden. “

 

 

“Ik doe mijn best op de training, maar ik ga achteraf niet op mijn eentje gaan lopen. Ik heb dat nooit gedaan en zal dat ook nooit doen. We trainen voldoende om scherp te staan voor de wedstrijd. Ik moet ’s morgens al vroeg opstaan om hier op tijd te zijn. Dat kruipt op het einde van de week wel in de kleren.”

 

 

“Hij is een hele goede trainer, die goed naar zijn groep luistert en ook tactisch vrij sterk is. Hij is bezeten met zijn werk bezig. Op training mag er wel eens gelachen worden, maar er moet ook hard gewerkt worden. Hij voelt de perfecte combinatie van werken en ontspanning aan. Ik denk dat er nu ook weinig supporters hier vinden dat hij slecht bezig is na een zeven op negen. Maar dat kan snel veranderen als we verliezen tegen Club Brugge en Moeskroen. Als de resultaten tegenvallen is iedere trainer slecht voor de ploeg. Dat is voetbal.”

 

 

“Sollied is een rustige trainer zonder echte regels, maar de discipline was er wel. Hij hanteerde maar één spelsysteem, maar dat loonde wel. Ceulemans is ook een goede trainer. Hij had alleen de pech dat hij juist in een slechte periode bij Club Brugge terechtkwam nadat er veel sterkhouders vertrokken waren. Ferrera is tactisch wel goed, maar communicatief is hij een ramp. Brys is tactisch en communicatief een hele goede trainer. Momenteel ben ik geneigd om voor hem te kiezen. Als je speelt ga je de trainer altijd beter vinden.”

 

 

“Ferrera was niet altijd even eerlijk tegen mij. Ik heb liever dat je in mijn gezicht zegt wat je denkt in plaats van nadien te klagen. Dat is zijn grootste probleem. Hij was niet rechtuit ten opzichte van de spelers.”

 

 

“Bij de beloften heb ik twee jaar onder hem gespeeld. Hij heeft me naar de eerste ploeg gebracht. Hij is een heel goede trainer, heel gedreven. Tijdens de wedstrijd zwijgt hij geen minuut. Hij wil altijd winnen. Op termijn is hij een goede trainer voor Club Brugge, als hij de kans krijgt. De kans dat ik terugkeer is terug groter geworden met zijn aanstelling, maar het blijft afhankelijk van verschillende factoren. Ik moet eerst hier goed presteren en daarna ook nog een gesprek voeren met de nieuwe sportleider. De kans dat ik terugkeer is reëel.”