Interview Vd Velde & Persoons na Hamme-Dender

Na de wedstrijd Hamme-FCV Dender EH spraken we met Dender-trainer Jean-Pierre Vande Velde en Koen Persoons:

 

“Het was een verdiende overwinning voor Hamme, ze speelden een betere tweede helft en verdienden het. Toch vind ik de manier waarop spijtig. Ik denk dat het ene doelpunt buitenspel is en het andere geen strafschop. De scheids fluit dan en geeft ook nog eens rood aan onze doelman. Of we een schorsing zullen aanvechten? Ik weet het niet, maar ik vrees dat het twee speeldagen gaan worden. Ik was niet gelukkig met de aanduiding van de scheidsrechter, dat zegt al genoeg. Ik heb hem al een paar keer zien fluiten in eerste, tweede en derde klasse. De spelers moeten zodanig hun best doen, maar de scheidsrechters zijn niet meer op de hoogte van de zaak. Iedereen beschermt ze, er worden reglementen uitgevonden en je mag niets meer zeggen. Het is niet alleen ik die het zeg, iedereen staat te kermen.”

 

 

“Ja ,inderdaad. Ik was gelukkig met dat punt en we zijn toch nog wel voor die overwinning gegaan, maar we worden dan koud genomen op die fase.”

 

 

“Ja met vier ploegen vind ik. Het belooft nog spannend te worden.”

 

 

“Ah, ik weet niet. Nee nee, ik zou hopen van wel, maar ik denk niet dat het waar is…”

 

 

“Ja, je weet dat op een stilstaande fase ieder zijn man heeft. Het was een goede bal die naar de keeper draaide. Ik dacht dat hij buiten zou gaan, maar dan kopte Tom Van Hyfte hem nog binnen. Ik vond dat de match evenwichtig verliepen en we weten dat we ons beste spel brengen als we de bal rap kunnen laten gaan, maar dat lukte niet echt.”

 

 

“Inderdaad en ik denk dat ze tijdens de rust een goede toespraak gehad hebben of zo. We hadden het er heel moeilijk mee en vooral vanop de flanken kwam er veel gevaar en hadden we het moeilijk. We waren wel wat verrast.”

 

 

“Ja, een vrije trap die over waait komt in mijn voeten. Ik zet hem dan voor en De Petter werkt hem in doel. Gelukkig was ik bij die fase betrokken zodat ik die kopbal in eigen doel direct uit mijn hoofd kon zetten. Met nog tien minuten te spelen konden we dan nog iets proberen.”

 

“Ja, na de 2-2 zeiden we tegen elkaar om er nog voor te gaan. Degene die het laatste scoort krijgt dan het meeste vertrouwen. Maar dan krijgen we een hele betwistbare penalty tegen…”

 

 

“Hij geeft het nu wel toe, maar daar zijn wij niks mee. De meneer die er wel iets aan kon doen zit hier wat verder, hè. Dat is heel jammer voor ons want op het einde van de rit kan zo één puntje wel de doorslag geven.”

 

 

“Misschien wel, maar met één punt schieten we ook niet echt veel op. We zouden die voorsprong graag op vijf punten gezien hebben en dan heb je die laatste match tegen Antwerp nog. Dan kan je nog een misstap begaan.”

 

 

“Ja, ik weet het niet. Misschien is er wel iets van waar. Je kan dat niet begrijpen. Bij winst liepen we weer verder uit maar er moet misschien nog wel wat meespelen, want normaal moet je hier kunnen winnen maar niets was minder waar.”

 

 

“Ja, ze zitten nu op die derde plaats en als wij of Antwerp kampioen spelen zitten ze in de eindronde. En als Antwerp en wij punten blijven verliezen komen ze op kousenvoeten naderbij.”

 

 

“Juist, het zijn nog wel acht wedstrijden. We staan nog steeds twee punten voor en liever twee voor dan twee achter.”

 

 

“Inderdaad, we zullen er met drieën voor moeten gaan en misschien komt er zelfs een vierde bij kijken. Kortrijk zal zeker nog scherprechter kunnen spelen en waarom niet ook een gooi naar de titel doen?”

 

 

“Ja, er zijn hier en daar wel gesprekken maar eerst wil ik kampioen spelen met Dender. Het is altijd mooi om dat op je palmares te zetten, tweemaal kampioen na elkaar.”