Interview Broers Monteyne dromen van Engeland
Foto: © SC
Volg Voetbalkrant nu via Instagram!
Allebei vast in de basis bij hun club, verdedigers en sinds kort in de interesse van Club Brugge. Ja, de levenswandel van de broertjes Monteyne is vrij gelijkgaand. Het verschil? Martijn staat op rechts, Pieterjan op links. Martijn Monteyne (23) maakt nu het mooie weer bij Roeselare, Pieterjan (24) bij Germinal Beerschot. Wij hadden een tijd terug een babbel met de twee.
Door Thomas Dubois & Jelle Dejonckheere Zowel Pieterjan als Martijn zijn begonnen bij de duiveltjes van het toenmalige SK Roeselare. Na het doorlopen van sterke jeugdreeksen belandden ze beiden op vrij jonge leeftijd in de A-kern van de huidige eersteklasser. Pieterjan speelde op zijn 17de als vaste linksachter in de tweede klasse. Zijn voetbaltalent ging Germinal Beerschot niet onopgemerkt voorbij. Na onderhandelingen met Franky Van der Elst zette Pieterjan op zijn 18de zijn eerste stappen in de eerste klasse. “Het was op dat moment een grote stap vooruit. Germinal Beerschot is immers een vaste waarde in de eerste klasse. Ik had een mooi jaar achter de rug in Roeselare. Germinal Beerschot was een stap in het onbekende, maar als je de kans krijgt om in de hoogste voetbalklasse aan te treden, moet je die kans altijd met beide handen grijpen. In Germinal Beerschot had ik meteen een basisplaats. Het was ook leuk om met een speler als Marc Degryse in één ploeg samen te spelen”, vindt de oudste van de twee broers.
Waarom kozen jullie voor voetbal en geen andere sport?
Pieterjan: “Voetbal interesseerde ons altijd al. Enkele vrienden voetbalden en dan is de stap vlug gezet. We speelden dan wedstrijdjes tegen elkaar. Ook onze vader trapte graag een balletje mee. Het was altijd een plezier. Nu zouden we wel eens gaan tennissen, maar voetbal blijft natuurlijk onze favoriete sport.”Jullie zijn nu beiden vaste waarden in de eerste klasse. Roeselare en Germinal Beerschot zijn dan wellicht jullie einddoel niet?
Martijn: “Als je jong bent, kun je dat eigenlijk nog niet weten.”
Pieterjan: “Als voetballer moet je natuurlijk ambitie hebben. Maar ik ben meer dan tevreden bij Germinal Beerschot en wil nu zoveel mogelijk spelen. Daarna zien we wel. Het is enorm belangrijk dat je jezelf goed voelt. Martijn en ik hebben het meer voor de langzame progressie. Sommige spelers kiezen veel te vlug voor het buitenland en krijgen dan moeilijkheden.”
Denken jullie al aan de Rode Duivels?
Martijn: “Voor mij is het nog veel te vroeg. Ik ben nog maar 23 en wil nu gewoon iedere week bevestigen bij Roeselare. Ik heb enkele keren met de beloften mogen meespelen. Het is een goede groep en de sfeer is er ook uitstekend. In juni is er het Europees Kampioenschap in Nederland. Daar kijk ik wel naar uit.”
Pieterjan: “Ik denk dat het voor mij ook nog veel te vroeg is om al aan de Rode Duivels te denken. Iedere voetballer droomt daar wel eens van, denk ik.”
Hoe belangrijk was het voor jullie om een diploma te behalen?
Door Thomas Dubois & Jelle Dejonckheere
Martijn was 16 toen hij zijn debuut maakte in de A-kern van Roeselare. In de tweede klasse speelde hij met Roeselare drie jaar aan de top van het eindklassement, wat resulteerde in twee eindrondes op rij. De tweede eindronde werd uiteindelijk de goede. De overgang naar de eerste klasse was een feit. Na zes jaar in de A-kern van Roeselare behoort Martijn nog steeds tot één van de betere spelers van de ploeg. Na zijn eerste seizoen in eerste nationale kregen Sporting Lokeren en AA Gent een oogje op Martijn. Hijzelf besloot echter om nog een jaar te rijpen bij SV Roeselare.
Waarom kozen jullie voor voetbal en geen andere sport?
Pieterjan: “Voetbal interesseerde ons altijd al. Enkele vrienden voetbalden en dan is de stap vlug gezet. We speelden dan wedstrijdjes tegen elkaar. Ook onze vader trapte graag een balletje mee. Het was altijd een plezier. Nu zouden we wel eens gaan tennissen, maar voetbal blijft natuurlijk onze favoriete sport.”Jullie zijn nu beiden vaste waarden in de eerste klasse. Roeselare en Germinal Beerschot zijn dan wellicht jullie einddoel niet?
Martijn: “Als je jong bent, kun je dat eigenlijk nog niet weten.”
Pieterjan: “Als voetballer moet je natuurlijk ambitie hebben. Maar ik ben meer dan tevreden bij Germinal Beerschot en wil nu zoveel mogelijk spelen. Daarna zien we wel. Het is enorm belangrijk dat je jezelf goed voelt. Martijn en ik hebben het meer voor de langzame progressie. Sommige spelers kiezen veel te vlug voor het buitenland en krijgen dan moeilijkheden.”
Denken jullie al aan de Rode Duivels?
Martijn: “Voor mij is het nog veel te vroeg. Ik ben nog maar 23 en wil nu gewoon iedere week bevestigen bij Roeselare. Ik heb enkele keren met de beloften mogen meespelen. Het is een goede groep en de sfeer is er ook uitstekend. In juni is er het Europees Kampioenschap in Nederland. Daar kijk ik wel naar uit.”
Pieterjan: “Ik denk dat het voor mij ook nog veel te vroeg is om al aan de Rode Duivels te denken. Iedere voetballer droomt daar wel eens van, denk ik.”
Hoe belangrijk was het voor jullie om een diploma te behalen?
Pieterjan: “Voor ons is dat heel belangrijk. We hechten heel veel belang aan een diploma. Ten eerste is het goed voor je ontwikkeling als mens. Het is een extra bagage die je meedraagt. Met een diploma bouw je een vorm van zekerheid in. Als er iets zou gebeuren in het voetbal, heb je nog altijd iets als alternatief.”
Hoe gaan jullie om met bepaalde opofferingen?
Pieterjan: “We hebben veel over voor ons lichaam. We hebben van onze hobby ons beroep kunnen maken. Als voetballer is het lichaam uiteraard heel belangrijk. Dat wil niet zeggen dat we nu en dan niet eens van het leven kunnen profiteren. Het komt er gewoon op aan dat je uw momenten moet kiezen. Zolang het maar binnen de perken blijft.”
Indien het buitenland zich zou aanbieden, zou je een aanbod overwegen?
Pieterjan: “Ik zou het zeker overwegen. Dat is ook afhankelijk van welke ploeg er zich aanbiedt en hoe het sportieve en financiële is. Vele factoren spelen namelijk een rol. Maar ik vind het nog te vroeg om er over na te denken.”
Martijn: “ Als je 26 of 27 bent valt het wel te overwegen. Nu zijn we echter nog maar begin de twintig. Momenteel valt dat moeilijk in te schatten. Het moet 100 procent naar je zin zijn en de club moet jou aanspreken. Als er geen verbetering is, dan moet je niet naar het buitenland gaan.”
Naar welke competitie gaat jullie voorkeur uit?
Pieterjan: “De Premier League spreekt mij geweldig aan. Het is een schitterende competitie met prachtige ploegen. Die competitie zou mij wel liggen, denk ik. Je kan dromen van ploegen als Manchester United en Chelsea, maar dat is niet realistisch.
Martijn: “Geef mij ook maar de Engelse competitie. De Premier League past het best bij onze stijl. We zijn twee werkers en gaan er ook altijd voor. Techniek is niet onze beste kant.”
Zou je ooit niet in dezelfde ploeg willen spelen?
Martijn: “Ik zou het zeker zien zitten, maar onze carrières zijn niet op elkaar afgestemd. Nu moeten we vooral onze eigen weg gaan. Misschien ooit, wie weet. Dat zou wel iets heel speciaals zijn, twee broers in dezelfde ploeg.”
Pieterjan: “We doen ook altijd alles samen. We zijn veel bij elkaar en verschillen maar één jaar.”
Hebben jullie altijd op dezelfde positie gespeeld?
Martijn: “ Ik speelde vroeger altijd op het middenveld. Als je als zestienjarige in de eerste ploeg komt, is het normaal dat je niet meteen een bepalende rol krijgt. Ik belandde op de rechtsachterpositie.”
Pieterjan: “Ik heb altijd op links gespeeld.”
Is er een groot verschil tussen Roeselare en Antwerpen?
Pieterjan: “In het begin was het wel wat aanpassen in Antwerpen, maar dat ging redelijk vlot. Met de taal had ik het meeste problemen. Het is er ook anders qua mentaliteit. In Antwerpen zeggen de mensen graag hun gedacht en durven ze al eens een grote mond opzetten. Je moet je aanpassen. Dat is ook de sleutel tot het slagen bij een andere club. Dat is vaak het probleem met buitenlanders. Die kunnen zich vaak niet goed aanpassen. Een buitenlander die zich niet kan aanpassen, zal hier waarschijnlijk niet slagen.”
Valt het mee om te spelen in een groep met buitenlanders?
Pieterjan: “Dat valt heel goed mee. We hebben een goede groep bij Germinal Beerschot. Er zijn verschillende culturen met een verschillende mentaliteit. Nu spelen er enkele Argentijnen bij ons. Die mannen vallen heel goed mee. Natuurlijk trek ik vooral veel op met de Belgen, zoals Kris De Wree, Jurgen Cavens of Kurt Van Dooren.”
Martijn: “Ik speel hier nu al zes jaar samen met Fredje (Vanderbiest nvdr.) en Jurgen Sierens. Daar trek ik het meeste mee op. De nieuwkomers worden ook goed geïntroduceerd. Roeselare is een ploeg die makkelijk mensen aanvaardt.”
Jelle Dejonckheere & Thomas Dubois
Hoe gaan jullie om met bepaalde opofferingen?
Pieterjan: “We hebben veel over voor ons lichaam. We hebben van onze hobby ons beroep kunnen maken. Als voetballer is het lichaam uiteraard heel belangrijk. Dat wil niet zeggen dat we nu en dan niet eens van het leven kunnen profiteren. Het komt er gewoon op aan dat je uw momenten moet kiezen. Zolang het maar binnen de perken blijft.”
Indien het buitenland zich zou aanbieden, zou je een aanbod overwegen?
Pieterjan: “Ik zou het zeker overwegen. Dat is ook afhankelijk van welke ploeg er zich aanbiedt en hoe het sportieve en financiële is. Vele factoren spelen namelijk een rol. Maar ik vind het nog te vroeg om er over na te denken.”
Martijn: “ Als je 26 of 27 bent valt het wel te overwegen. Nu zijn we echter nog maar begin de twintig. Momenteel valt dat moeilijk in te schatten. Het moet 100 procent naar je zin zijn en de club moet jou aanspreken. Als er geen verbetering is, dan moet je niet naar het buitenland gaan.”
Naar welke competitie gaat jullie voorkeur uit?
Pieterjan: “De Premier League spreekt mij geweldig aan. Het is een schitterende competitie met prachtige ploegen. Die competitie zou mij wel liggen, denk ik. Je kan dromen van ploegen als Manchester United en Chelsea, maar dat is niet realistisch.
Martijn: “Geef mij ook maar de Engelse competitie. De Premier League past het best bij onze stijl. We zijn twee werkers en gaan er ook altijd voor. Techniek is niet onze beste kant.”
Zou je ooit niet in dezelfde ploeg willen spelen?
Martijn: “Ik zou het zeker zien zitten, maar onze carrières zijn niet op elkaar afgestemd. Nu moeten we vooral onze eigen weg gaan. Misschien ooit, wie weet. Dat zou wel iets heel speciaals zijn, twee broers in dezelfde ploeg.”
Pieterjan: “We doen ook altijd alles samen. We zijn veel bij elkaar en verschillen maar één jaar.”
Hebben jullie altijd op dezelfde positie gespeeld?
Martijn: “ Ik speelde vroeger altijd op het middenveld. Als je als zestienjarige in de eerste ploeg komt, is het normaal dat je niet meteen een bepalende rol krijgt. Ik belandde op de rechtsachterpositie.”
Pieterjan: “Ik heb altijd op links gespeeld.”
Is er een groot verschil tussen Roeselare en Antwerpen?
Pieterjan: “In het begin was het wel wat aanpassen in Antwerpen, maar dat ging redelijk vlot. Met de taal had ik het meeste problemen. Het is er ook anders qua mentaliteit. In Antwerpen zeggen de mensen graag hun gedacht en durven ze al eens een grote mond opzetten. Je moet je aanpassen. Dat is ook de sleutel tot het slagen bij een andere club. Dat is vaak het probleem met buitenlanders. Die kunnen zich vaak niet goed aanpassen. Een buitenlander die zich niet kan aanpassen, zal hier waarschijnlijk niet slagen.”
Valt het mee om te spelen in een groep met buitenlanders?
Pieterjan: “Dat valt heel goed mee. We hebben een goede groep bij Germinal Beerschot. Er zijn verschillende culturen met een verschillende mentaliteit. Nu spelen er enkele Argentijnen bij ons. Die mannen vallen heel goed mee. Natuurlijk trek ik vooral veel op met de Belgen, zoals Kris De Wree, Jurgen Cavens of Kurt Van Dooren.”
Martijn: “Ik speel hier nu al zes jaar samen met Fredje (Vanderbiest nvdr.) en Jurgen Sierens. Daar trek ik het meeste mee op. De nieuwkomers worden ook goed geïntroduceerd. Roeselare is een ploeg die makkelijk mensen aanvaardt.”
Op maandag staan er quoteringen in de krant. Kijken jullie daar naar?
Martijn: “Ik trek me er niets van aan. Ik lees ook bijna nooit kranten. Het belangrijkste is dat de trainer tevreden is. Als speler weet je zelf ook wel als je goed gespeeld hebt of niet.”Jelle Dejonckheere & Thomas Dubois
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief