Cruijff: '60 jaar oud en nog steeds een fenomeen'

Volgens Faithless en P!nk is God a DJ. Ik, voetballiefhebber bij uitstek, ben het daar niet mee akkoord. God is voor mij een voetballer, een Hollander dan nog wel. Johan Cruijff is z’n naam en hij werd vandaag 60 jaar oud. ‘De Grote Meester’ groeide op met voetbal en stopte er nooit mee. Naast een uitstekend speler werd hij later een succesvolle trainer en nog even later analist. We zetten 60 jaar Cruijff op een rij.

 

Oké, het is misschien wat groots om Johan Cruijff God te noemen. Naast enkele mooie prijzen met Ajax won hij daarnaast bitter weinig in clubverband. Veel te weinig om hem eigenlijk een topper te noemen. Het zou dan ook veel logischer om Diege Maradona tot God om te dopen. Een bijnaam die hij al een lange tijd met zich meedraagt. Maar in vergelijking met Maradona is Cruijff een blijvend voorbeeld voor de jeugd. Waar de Argentijn van de ene ontwenningskliniek in de andere sukkelt, zet Cruijff zich in voor de jeugd, geeft hij trainingsstages en zet hij zich in voor het goede doel. Zo richtte hij een topsportschool op in Amsterdam in samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam.

 

Het waren de pleintjes van Betondorp waar je de jonge Cruijff kon zien shotten. De pleintjes lagen op wandelafstand van Ajax en het toenmalige Ajax-stadion, de plaats waar het voor hem allemaal begon. Op zijn tiende tekende de jonge Nederlander z’n eerste aansluitingskaart bij Ajax, het begin van een schitterende carrière. Zeven jaar later al maakte hij z’n debuut, Ajax verloor, maar Cruijff gaf meteen z’n visitekaartje en scoorde het enige doelpunt voor de Amsterdammers. In Nederland werd hij tot drie keer toe verkozen tot ‘Voetballer van het jaar’.

 

In Oranje, het Nederlandse elftal, liep het niet zo voortvarend. Hij scoorde wel in z’n eerste interland, maar in de tweede interland liep hij tegen een rode kaart aan. Daarmee was hij de eerste speler die ooit een rode kaart kreeg in het Nederlandse shirt. Dat leverde hem een schorsing op uitgesproken door de KNVB. Eens die schorsing voorbij was begon hij ook voor Oranje hoge ogen te gooien. Met Ajax won hij onder andere drie keer de Europacup 1, nu beter gekend als de Champions League. 

Z’n succes ging bij het Spaanse FC Barcelona niet onopgemerkt voorbij. Daar voetbalde hij nog eens vijf jaar. Met Rinus Michels kwam hij daar een oude bekende tegen. Bij Ajax stond hij al eens zes jaar succesvol onder de hoede van Michels. De eerste wedstrijd van Cruijff was overigens tegen Cercle Brugge, een galamatch die door de West-Vlamingen verloren werd. Door z’n succes bij Barcelona werd hij in ’73 en ’74 benoemd tot Europees voetballer van het jaar. Eerder kreeg hij die titel ook al eens toen hij nog bij Ajax speelde. In Spanje won hij nog enkele titels en bekers. In 1978 hield de spits het voor bekeken, zo ook bij het Nederlandse elftal waar hij in 48 wedstrijden maar liefst 33 keer scoorde. De laatste wedstrijd voor hem in ‘Oranje’ was tegen België, 1-0 voor Nederland. Uit financiële overwegingen herbegon hij even later toch met het actieve voetbal, zo voetbalde hij onder andere in de States.

 

Z’n trainerscarrière kende een gelijke weg als z’n spelerscarrière. Hij begon bij Ajax waarna hij de overstap maakte naar Barcelona. Bij Ajax behaalde hij maar bijster weinig successen. Bij Barcelona ging het hem veel meer voor de wind, praktisch elk jaar ging de ‘Meester’ met een beker aan de haal. Hij was er trainer van ’88 tot ’96, het jaar waarin hij door voorzitter Nunez ontslagen werd. Door onder andere gezondheidsproblemen zou hij nergens nog trainer worden.

 

Cruijff woont sindsdien in Barcelona en is nog vaak te zien als analist op televisie. Hij is gelukkig getrouwd met z’n vrouw Danny. Z’n talent wordt door iedereen erkend, en daarom ook kreeg hij de titel van ‘Europees voetballer van de Eeuw’. In de verkiezing van ‘Grootste Nederlander’ werd hij fraai zesde. De elegante voetballer speelde altijd met het nummer 14. Onlangs besloot Ajax om het nummer 14 uit respect voor Cruijff nooit nog aan iemand anders te geven.