Belgisch voetbal in serieuze dip
Foto: © SC
Volg Voetbalkrant nu via Instagram!
De halve finales van de grote Europese toernooien zijn volop aan de gang. Het zoeken naar Belgische clubs blijft vruchteloos. Hoe moet het niveau van het Belgisch voetbal omhoog? Hoe kan België weer meespelen op het hoogste niveau? Man-oeuvre.be zocht het een en ander op.
De Koninklijke Belgische Voetbalbond is met voorsprong de grootste sportbond in België. 400.000 mensen zijn erbij aangesloten. Zij spelen bij 2.800 clubs en dat is jaarlijks goed voor 300.000 officiële wedstrijden. Het zegt veel over de sociale functie die het voetbal ontegensprekelijk heeft. Een andere sociale functie zit vervat in het gaan kijken naar voetbal. Hoe hoger het niveau, hoe meer spektakel en dus hoe meer toeschouwers.
Cijfers van het seizoen 2005-2006 leren ons dat het Belgisch voetbal wat dat laatste aspect betreft in de lift zit. Steeds meer mensen gaan kijken naar het voetbal. Toch stellen we vast dat er een verschil is tussen de topploegen en de rest van de eerste klasse. RC Genk, Club Brugge, RSC Anderlecht en Standard Luik halen gemiddeld meer dan 20.000 toeschouwers. De rest volgt op grote afstand.
Profvoetbal?
In België is het profvoetbal een relatief jong begrip. Vanaf de jaren ’70 gingen steeds meer ploegen hun spelers betalen. Dat is sindsdien exponentieel gegroeid. Vandaag de dag zijn er 36 profploegen verdeeld over de twee hoogste klassen van het nationale voetbal. Zij vergaderen in de profliga. Een profploeg moet een licentie verwerven. Als ze daar niet in slagen, dan degraderen ze naar derde klasse en verliezen ze dat profstatuut.
Achttien ploegen zitten in België op het hoogste niveau. De terechte vraag rijst of dat niet teveel is voor een klein land als het onze. Een vergelijking met de buurlanden leert ons dat er verhoudingsgewijs teveel teams zijn in België. De buurlanden - buiten Luxemburg - zijn veel groter qua oppervlakte en qua inwoners. Het staat vast dat er iets moet gebeuren.
BeNeliga
De grote vijf van het Belgische voetbal (Genk, Gent, Anderlecht, Club Brugge en Standard) zijn voorstander van een BeNeliga. Een internationale samenwerking met Nederland dus. Hier rijzen heel wat problemen. Ten eerste is het niveauverschil tussen België en Nederland redelijk groot. Ook qua infrastructuur hinkt België mateloos achterop. Plus het feit dat de meeste talentvolle jonge Belgische spelers al snel worden weggeplukt door Nederlandse clubs. Bovendien zijn de grootste problemen van praktische aard. Dit zou dan een ‘Europese’ competitie worden. De grote hamvraag zal dan zijn of de beste ploegen in de Europese competities mogen aantreden. Over de houdbaarheid van die G5 is trouwens ook discussie. Is die huidige G5 wel geografisch representatief voor België? De provincie Antwerpen heeft geen vertegenwoordiger en ook Wallonië is ondervertegenwoordigd. Waarom zou Charleroi zich niet tot die ‘groten’ mogen behoren? Wat met de huidige en toekomstige machtsverhoudingen in het Belgische voetbal?
Inkrimping
Een ander voorstel is een gewone inkrimping van het profvoetbal. Herman Wijnants, manager van VC Westerlo, had hier enkele weken geleden nog een voorstel over ingediend bij die bewuste profliga. In zijn plan zouden er twee liga’s bestaan. Liga A met de twaalf beste teams en Liga B met twaalf mindere goden. Deze indeling zou gebeuren op basis van de punten die de ploegen de laatste vijf seizoenen hebben vergaard. In dit systeem zou er gewerkt worden met playoffs en playdowns. Concreet zouden de eerste acht teams uit liga A onder elkaar uitmaken wie kampioen wordt en wie Europa in mag. De vier laatste van liga A gaan de strijd aan met de vier eersten van Liga B en spelen een soort eindronde om uit te maken wie het volgende seizoen in liga A mag spelen. De laatste acht van liga B spelen dan onder elkaar om ‘prof’ te blijven. Het is onmogelijk om hier een consensus te bereiken binnen de profliga en het plan is dan ook in de koelkast gestopt.
Toekomst?
Hoe dan ook, de toekomst van het Belgische voetbal ziet er niet bepaald rooskleurig uit. Zowel op clubniveau als op het vlak van de nationale ploeg. Vraag is hoe we uit het moeras kunnen geraken. Ongetwijfeld door samenwerking. Maar een meerderheid halen in een profliga waar de kleintjes vele malen talrijker zijn dan de grote teams is vrijwel onmogelijk.
Auteur: Stijn Sinnaeve
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief