Een halve eeuw in De Klokke
Foto: © SC
Diana Clyncke baat sinds zaterdag exact 50 jaar het legendarische Clubcafé De Klokke uit. Op 23 juni 1957 begon Diana Clyncke te werken in café De Klokke. Nu, exact een halve eeuw later, staat Diana nog steeds achter de tap van het blauwzwarte café. “Het heeft me geholpen om niet aan de breuk met Fernand Boone te denken”, lucht Diana haar hart.
De Klokke staat voor eeuwig in het geheugen van de Bruggelingen gegrift. Is het niet het café, dan is het zeker het oud-stadion van Club Brugge, waaraan het café zijn naam ontleende. Het café was immers het herkenningspunt om het veld te vinden.
We keren terug naar 23 juni 1957. “Uiteraard herinner ik me die datum”, opent Diana. “Op die dag, een week na mijn huwelijk met Fernand, werd het café op mijn naam gezet omdat hij ging gaan werken. Het café werd voordien door Fernands ouders gehuurd.”
Sinds haar huwelijk ging Diana voltijds als cafébazin door het leven, iets heel anders dan waarvoor ze gestudeerd had. “Na mijn studies aan het Sint-André ben ik nog een tweetal jaar naar de naaischool gegaan, waarna ik enkele jaren als naaister in de Gistelse Steenweg aan de slag ging.”
“Oorspronkelijk ben ik van Sint-Kruis, net als Fernand. Daar, bij basketbalclub Wiking in de Linde, hebben we elkaar leren kennen. En toegegeven : Fernand was een goede basketspeler.”
“Hij voetbalde ook nog bij den Dosko, maar moest op een bepaald moment een keuze maken.” Die keuze helde over naar het voetbal én met succes. Fernand werd door scouts ontdekt en naar De klokke getransfereerd voor 10.000 frank en een tweedehands Skoda. Zo zou hij gemakkelijk de trainingen kunnen bijwonen. Maar Fernand kon van die auto nog niet onmiddellijk gebruik maken omdat hij bij zijn transfer nog geen achttien was.
Farandole
Na hun huwelijk hield het koppel samen café De Klokke open, pal voor het stadion van blauwzwart. “Ik was enorm verknocht aan het voetbal. In de jaren ’60, toen Club nog niet Europees speelde, pikten we iedere woensdag – mijn vaste sluitingsdag – een Europese match van Ajax of Feyenoord mee. Ook iedere wedstrijd op De Klokke heb ik gezien. Na de match was het dan reppen voor het café, maar er waren altijd mensen die bijsprongen waar nodig.”
“Zo blijf ik prachtige herinneringen bewaren aan de eerste Beker van België van Club Brugge in 1968 en de eerste kampioenenviering in eerste nationale (1972-1973, red.). Toen ging de farandole door de Torhoutse Steenweg en was er natuurlijk heel veel werk hé.” (lacht)
Toen hadden Fernand – als halfgod van de supporters, hij had immers voor de eerste Gouden Schoen voor Club Brugge gezorgd – en de andere spelers enorm veel succes. “Je moet niet denken dat alleen de mannen achter de vrouwen zitten. De vrouwen stonden in rijen te wachten aan De Klokke tot het voetbal gedaan was.” (lacht)
Na 63 jaar De Klokke besloot Club Brugge te gaan spelen op Olympia. Na dit vertrek verdween ook het ene na het ander café, maar De Klokke was één van de enige die bleef bestaan. “Uiteraard heb ik verlies geleden, maar ik heb dat kunnen rechttrekken. Nog steeds komen een heleboel Clubsupporters naar hier. Ouderen dan wel, niet van de nieuwe generatie. Ik heb een klein aantal jonge klanten, maar dat is omdat ik de reizen voor de verplaatsingen help organiseren. Dat heb ik al altijd gedaan, ook voor Europese wedstrijden.
De Torhoutse Steenweg van vroeger kon je met zijn tientallen cafés vergelijken met De Platse van nu. “Toen was er een heel andere sfeer in het voetbal. Je kan dat niet meer vergelijken. Er waren hier twee politieagenten voor alles : het verkeer, de parking, de veiligheid. Nu zijn dat hele benden.”
Tien kilo vermagerd
In 1984, na 27 jaar, eindigde het huwelijk. Diana bleef De Klokke openhouden, Fernand verhuisde naar Sint-Martens-Latem en houdt daar sindsdien het restaurant ’t Pompierke open. “Sinds Fernand weggegaan is, kon ik het alleen niet meer aan. Ik was blij dat ik in het café altijd bij andere mensen was. Mijn dag was gevuld en ik moest er even niet aan denken. Ik heb het écht zwaar gehad.”
“Ik was daardoor tien kilo vermagerd en die heb ik nooit meer teruggehad. Ik heb veel afgezien. Eigenlijk heeft het café me in die periode rechtgehouden.”
“Of ik Fernand nog zie ? Het is zeker al 11 jaar geleden, toen zijn zus werd begraven, dat ik hem nog gehoord heb. Maar dat is gepasseerd, geen avance om te piekeren, al doe ik dat nog wel eens. Als de mensen erover praten, dan doet dat me nog altijd iets…”
Haar hart bleef ook nog altijd kloppen voor blauw-zwart. “Ik volg Club nog altijd : op tv, in de krant en in het café.” De Klokke is volgens velen nog een van de weinige volkscafés in Brugge. Een pintje kost 1,10 euro. “Ik mag niet meer vragen van de boekhouder of mijn pensioen komt in het gedrang, en dat is al niet groot voor een zelfstandige”, aldus Diana.
Piepedadda
Haar klanten zijn haar vrienden. “Hier wordt gemakkelijk een pintje aan elkaar betaald. Zelf heb ik in al die tijd nooit een druppel alcohol aangeraakt. Als je achter de dis staat en drinkt, dan kan je je werk niet goed doen. Ik toch niet.”
In 2001 werd De Klokke voor een maand gesloten omdat Diana in allerijl naar de spoed moest worden gebracht. “Toen was ik bijna piepedadda. Mij gal was overgeslaan en mijn slagader zat ertussen. Ik wilde niet buiten, mijn dokter heeft me eigenhandig naar het ziekenhuis moeten sleuren.”
De nu 75-jarige Diana werd geopereerd, kon herstellen en houdt nog steeds alleen het café open. “Enkel de zondag en wanneer het vergadering van de spaarkas is, helpt er iemand mee, anders doe ik nog alles alleen.”
“Hoelang ik nog zal doorgaan ? Toch nog een paar jaar, zolang mijn gezondheid het toelaat. Maar ik denk dat ik nog redelijk goed bij de miene ben, want je moet toch nog tegen de meen kunnen praten hé”
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief