Het voetbalalfabet: De L van Laudrup
Foto: © SC
Volg Voetbalkrant nu via WhatsApp!
In ons vermaard voetbalalfabet in samenwerking met Man-oeuvre.be zijn we gekomen bij de letter L. Iedereen herinnert zich nog het Europees Kampioenschap van 1992 waarin de Deense nationale ploeg, Danish Dynamite, alles en iedereen in de vernieling speelde. De grote afwezige bij Denemarken was Michael Laudrup, met voorsprong de beste Deense voetballer ooit. Toch is dat EK de enige zwarte vlek op zijn carrière. Of hoe de bijna perfecte loopbaan zich kan voltrekken …
Voetbalfamilie
Michael Laudrup is de zoon van voormalig Deens international Finn Laudrup. Hij werd geboren in Frederiksburg, een stad ten westen van Kopenhagen, op 15 juni 1964. Michael begon zijn carrière bij Vanlose IF. Toen vader Laudrup in 1973 het roer overnam bij Brondby, verhuisden Michael en zijn jongere broer Brian mee. Even later kreeg vader Finn de kans om over te stappen naar KB Kopenhagen. Brian bleef bij Brondby, maar Michael volgde zijn vader naar KB. Hier kwam het oeverloze talent van Michael Laudrup bovendrijven. In 1981 maakte hij zijn debuut bij het eerste elftal. Op 18-jarige leeftijd wordt hij ook een eerste keer geselecteerd voor de nationale ploeg. Dat ontging ook de buitenlandse clubs niet en in 1983 legde Juventus, Italiaans kampioen, de 19-jarige Laudrup vast.
Geen God in Italië
Bij Juventus zou Laudrup de eerste jaren niet spelen, omdat Italiaanse clubs slechts twee niet-Italianen mochten opstellen. De club beschikte toen al over de Fransman Platini en de Pool Boniek, waarop Laudrup voor twee jaar op uitleenbasis bij promovendus Lazio Roma ging spelen. In 1985 mocht Laudrup eindelijk spelen voor Juventus, maar dat werd een verdeeld succes. Boniek vertrok en Laudrup mocht naast grootmeester Platini spelen. Dat jaar won Juve de Serie A. Het volgende seizoen speelde Juventus minder goed en Laudrup viel van de ene blessure in de andere. Het seizoen 1987-1988 zou Laudrup de absolute ster van Juventus worden, omdat Platini op pensioen ging. Maar het liep fout af: Michael Laudrup kon zijn stempel niet drukken.
In 1989 bood FC Barcelona de oplossing. Samen met onder andere Ronald Koeman en Hristo Stoichkov maakte Laudrup het mooie weer bij het team van Johan Cruijff. Dat team won vier opeenvolgende jaren de titel en kreeg de bijnaam the Dream Team. Het aantrekken van nog een wereldster Romario zorgde echter voor verandering. Het betekende dat de buitenlanders zouden moeten roteren, want Spaanse clubs mochten toen niet meer dan drie buitenlanders opstellen. De relatie tussen Laudrup en Cruijff ging van kwaad naar erger. Dat zorgde voor een verrassende overstap: Laudrup tekende voor aartsrivaal Real Madrid. Met Real won hij meteen de titel. Nu nog deed niemand het hem na: vijf maal na elkaar het Spaans kampioenschap winnen.
Afscheid en trainerschap
In 1997, na een teleurstellend EK met Denemarken, tekende Laudrup voor Vissel Kobe in Japan. Zijn actieve loopbaan sloot hij af bij Ajax Amsterdam in 1998. Zijn allerlaatste kunstje vertoonde Laudrup op het WK 1998. Daar loodste hij als kapitein zijn land naar de kwartfinales in zijn gekende stijl: strategisch, tactisch, technisch en met assists strooiend. Hij speelde 104 keer voor de nationale ploeg en scoorde daarin 37 keer. Dat hij een voetbaldier zal blijven bewijst hij na zijn spelerscarrière: hij wordt trainer van achtereenvolgens Denemarken (als assistent), Brondby en Getafe. Daar is hij aan het werk na het vertrek van Bernd Schuster naar Real Madrid. Ook de opvolging lijkt verzekerd, want zonen Mads en Andreas spelen beiden voor de nationale jeugdteams van Denemarken. Mads speelt bij het eerste team van FC Kopenhagen en Andreas speelt bij het jeugdteam van Real Madrid.
Auteur: Kjell Debacker
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief