Column Nieuwe stadions, nu!

Na jaren van aanmodderen, nemen enkele Belgische clubs eindelijk het initiatief om een stop vooruit te zetten, en dan is het weer niet goed. Het is schrijnend om te zien hoe Club Brugge en Anderlecht steeds tegen gewerkt worden in hun zoektocht naar een nieuw stadion. Het lijkt wel alsof men niet vooruit wil.

 

En het is dan nog niet eens van willen, maar wel van moeten. Als de Belgische topclubs niet snel een volledige upgrade van hun infrastructuur doen, kunnen ze straks niet eens meer in hun eigen stadion Europees spelen. Het is een publiek geheim dat de UEFA de komende jaren de vereisten voor de stadions flink zal opschroeven. Concreet: van de huidige Belgische stadions zal geen enkel nog voldoen om een Europese wedstrijd in te spelen. Nog concreter: Anderlecht, Club Brugge of wie dan ook zal zijn Champions League – wedstrijden in Lille moeten gaan spelen, wie weet zelfs in Parijs.

 

Maar blijkbaar doet zelfs dat geen belletje, of beter gezegd alarm rinkelen bij de overheid. Die blijven de stadionplannen van verschillende clubs tegenwerken. Het meest schrijnende voorbeeld is de stad Brugge, die een haalbaarheidsstudie bestelde om na te gaan of het mogelijk is het huidige Jan Breydelstadion niet tot 40.000 plekjes uit te breiden. Nochtans is het antwoord simpel: neen. Wie daar een haalbaarheidsstudie voor nodig heeft, geeft gewoon blijk van onwil.

 

Iedereen die ooit het Jan Breydelstadion op een wedstrijddag heeft bezocht, weet dat het onmogelijk is 10.000 extra supporters te ontvangen. Nu al krijgt de omgeving af te rekenen met ellelange files en een immens parkeerprobleem. Bovendien kost het de gemeenschap onnoemelijk veel geld. Geld dat Club Brugge niet eens nodig heeft als het zelf een nieuw stadion mag neerpoten in Loppem.

En er is ook Cercle Brugge. Zijn zij er bij gebaat in een stadion met 40.000 plekjes te spelen?  

 

Stap af van het typisch Vlaamse “not in my backyard” – syndroom en laat Club Brugge zijn stadion bouwen. En help Cercle Brugge bij het bouwen van een kleiner, gezellig stadion waarin hun trouwe supporters ook volledig tot hun recht komen.

 

Hetzelfde verhaal geldt voor Anderlecht. Ook zij worden al jaren tegengewerkt door het gemeentebestuur, dat er niet in slaagt om eendrachtig de club te ondersteunen. Het is schrijnend dat Brussel, toch de Europese hoofdstad, het moet stellen met een blok betonrot als het Koning Boudewijnstadion. Brussel kan niet eens een UEFA-bekerfinale organiseren, te triest voor woorden.

 

In Antwerpen lijkt het stadsbestuur, onder leiding van burgemeester Patrick Janssens en spitsbroeder Ludo Van Campenhout, toch een beetje meer bereidwilligheid te tonen. Daar slagen de twee clubs –Antwerp en Germinal Beerschot- er echter niet in om als volwassen mensen op zoek te gaan naar een concensus over een gezamenlijk stadion. Zonder zo’n stadion, waarvan al meer dan tien jaar sprake is, zal Antwerpen op voetbalgebied altijd ter plaatse bljven trappelen natuurlijk.

 

Het wordt dringend tijd dat de overheden in actie schieten en de Belgische clubs –groot en klein- ondersteunen in hun zoektocht naar een nieuw en moderner stadion. Zo gebeurt dat ook in het buitenland, waardoor demografisch gelijkwaardige landen als Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal en Zwitserland een steeds grotere voorsprong nemen. Daar werkt de overheid wél actief mee, daar steunt de overheid de clubs wél in hun plannen, en het resultaat is navenant.

 

De overheid moet dus dringend kleur bekennen en zich boven het protest van enkele burgers stellen. Protest zal er altijd zijn, eenders waar, eenders wanneer. Als men zich niet boven dat protest zet, zitten we binnen vijftig jaar nog steeds met dezelfde stadions. Het totale immobilisme dreigt, en iedereen weet wat een bekend spreekwoord daarover zegt: stilstaan is achteruitgaan.

 

Misschien is het daarom wel goed dat Alain Courtois en de zijnen blijven werken aan een eventuele WK-kandidatuur van de Benelux. Als België zich samen met Nederland kandidaat wil stellen voor de organisatie van het WK 2018 is het absoluut noodzakelijk om een zestal nieuwe stadions uit de grond te stampen. Het zou voor een ongekende dynamiek zorgen, een dynamiek en vooruitgangsdrang die onontbeerlijk is om de toekomst van ons voetbal veilig te stellen.


Door Anthony Van der Planken.