Belgische Rovers herdenken Latheron

Luc Goderis
| 0 reacties
Belgische Rovers herdenken Latheron
Foto: © SC
Word fan van Blackburn! 18

Edwin Gladstone Latheron werd op 22 december 1887 in Grangetown, nabij Middlesbrough, geboren.  Na zijn school ging Latheron, een getalenteerde middenvelder, voetballen bij Grangetown Athletic.  Nadat Blackburn Rovers hem in 1906 ontdekte en hem naar Ewood Park haalde voor een bedrag van £25 groeide "Pinky" uit tot 's lands beste middenvelder van zijn generatie.  Op het toppunt van zijn kunnen, hij had net twee kampioenstitels gevierd en zijn eerste internationale caps verdiend, brak de Eerste Wereldoorlog uit.  Latheron werd voor Queen and Country naar de Vlaamse loopgrachten gestuurd.  Tijdens de slag van Passchendaele, één van de meest gruwelijke veldslagen van die oorlog, werd een duitse bom op 14 oktober 1917 zijn noodlot.  Edwin liet een vrouw en één kind na.  Precies negentig jaar na zijn dood willen wij gewoon zeggen : "Edwin, wij zijn jou nog altijd niet vergeten".
 
Robert Middleton, de secretaris/manager van Blackburn Rovers haalde Edwin Latheron in 1906 bijna per ongeluk naar Ewood Park.  Latheron werd ontdekt toen hij met zijn team Grangetown een wedstrijd in de FA Amateur Cup speelde in en tegen Blackburn Crosshill.  Het bestuur van de Rovers zat in de tribune om een andere speler te scouten, maar ze lieten uiteindelijk hun oog vallen op de middenvelder en betaalden £25 om hem naar Blackburn te transfereren !  Hij bleek al gauw een koopje te zijn !  Latheron was amper 1m65, maar toch was hij goed in de luchtduels en bezat hij een fantastische balcontrole.  Met zijn prima speldoorzicht en zijn uitstekende schot in de voeten kon hij met één flits de meeste verdedigingen aan stukken rijten.  Latheron kon zowel op links als op rechts prima uit de voeten en werd al vlug dé lieveling van het thuispubliek.

Middleton bracht dat jaar enkele opmerkelijke transfers, zoals Jack Martin en Wattie Aitkenhead, naar Ewood Park, maar Blackburn eindigde tijdens het seizoen 1906/1907 pas op de twaalfde plaats en werd uit de FA Cup geknikkerd door Tottenham Hotspur.  Ze wonnen wel de Lancashire Cup na een klinkende 3-0 zege tegen Liverpool tijdens de finale.  Martin bleek al vlug een geweldige aankoop te zijn en sloot het seizoen met zeventien doelpunten af als de club's topschutter.  De jonge snaak Latheron, die maar veertien wedstrijden speelde, scoorde vier doelpunten.

Het seizoen 1907/1908 werd één grote teleurstelling.  Blackburn Rovers werd al tijdens de eerste ronde van de FA Cup gewipt door tweedeklasser Leicester Fosse.  In de Lancashire Cup verging het hen niet beter, want ook daar lagen ze er al tijdens de eerste ronde uit.  In de competitie draaide het lichtjes beter, maar pas na een relatief sterk seizoenseinde legden ze beslag op de veertiende plaats.  Billy Davies werd met elf doelpunten topschutter van de Rovers.  Middenvelder Latheron eindigde tweede met acht goals.
 
Tijdens het tussenseizoen haalde Middleton de voormalige Preston North End-ster Bob Holmes als trainer naar Blackburn.  Dit bleek een goede keuze te zijn, want het team bezette aan het einde van het seizoen de vierde plaats.  Davies werd met negentien doelpunten uit 27 wedstrijden topschutter van de club.  Zowel tegen Bristol City als Everton lukte hij liefst vier doelpunten.  Het topschutterslijstje werd door Latheron (10) en Ellis Crompton (9) vervolledigd.  Blackburn won dat jaar de Lancashire Cup en de East Lancashire Charity Cup.

Het seizoen 1909/1910 begon voorspoedig voor de Rovers en in oktober 1909 voerden ze zelfs de rangschikking aan.  Net na Nieuwjaar 1910 verloren ze echter hun koppositie en eindigden ze uiteindelijk derde, na Aston Villa en Liverpool.  Blackburn verzamelde dat seizoen 45 punten, een nieuw clubrecord.  Aitkenhead scoorde dat seizoen twaalf keer, terwijl Latheron tien keer de weg naar de netten vond.

Blackburn's uit-reputatie kreeg tijdens het seizoen 1910/1911 een serieuze knauw.  De blauwwitten konden gedurende het hele seizoen buitenshuis amper één keer een overwinning vieren.  Die zege kwam er pas op de allerlaatste dag van de competitie.  Dankzij hun sterke thuiswedstrijden (12 zeges) eindigde het team middenin de rangschikking.  Na een derde en een vierde plaats een ontgoocheling.  Toch scoorden drie spelers meer dan tien doelpunten.  Davies was goed voor zeventien rozen, terwijl Aitkenhead en Latheron er respectievelijk dertien en elf tegen de touwen knalden.
 
Jock Simpson kwam tijdens de zomer van 1911 voor £1.800 van Falkirk over.  De Rovers begonnen niet al te sterk aan de nieuwe campagne en verloren twee van de eerste drie wedstrijden.  Daarna leefde het team echter op een wolk en bleef het drie maanden lang ongeslagen.  Vanzelfsprekend stond Blackburn daardoor al vlug helemaal bovenaan de rangschikking.  Nederlagen tegen Bolton Wanderers en Arsenal brachten daarin geen verandering en de Rovers regen daarna de zeges opnieuw aan elkaar.  Latheron profileerde zich tot de absolute ster van het team en bezorgde met belangrijke doelpunten tegen Everton, Newcastle Utd en Oldham Athletic de Rovers de eerste landstitel in hun bestaan.
 


Het team dat in 1912 kampioen speeldeRechtstaand vlnr : Jock Simpson, Eddie Latheron, George Chapman, Wattie Aitkenhead, Walter Anthony.  Middenrij vlnr :Albert Walmsley, Percy Smith, Billy Bradshaw, Robert Middleton.  Vooraan vlnr : Bob Crompton, Alf Robinson en Arthur Cowell.

Het seizoen 1912/1913 begon veelbelovend en de blauwwitten bleven tot december onklopbaar.  Toen volgde er evenwel een serieuze dip en het team verloor vijf wedstrijden op rij.  In een wanhoopspoging om alsnog de titel te verlengen haalde Middleton, Danny Shea naar Blackburn.  Er werd tweeduizend Pond betaald voor de diensten van de West Ham Utd-aanvaller, een Brits transfer record.  Middleton toverde nog duizend Pond uit de buidel en haalde ook aanvaller Joe Hodkinson naar zijn club.
Shea lukte na Nieuwjaar nog twaalf doelpunten, maar dat volstond slechts om de club naar een vijfde plaats in de rangschikking te hijsen.  Middenvelder Latheron kroonde zich met veertien doelpunten tot topschutter van het team.

Het seizoen 1913/1914 begon opnieuw met een nieuw Brits transferrecord.  De Rovers haalden toen Percy Dawson voor £2.500 weg bij Hearts of Midlothian.  Het team raasde door de competitie en op het einde van het seizoen haalden ze de tweede titel op drie jaar tijd binnen.  Blackburn verzamelde met 51 punten zeven eenheden meer dan naaste achtervolger Aston Villa.  Shea werd met 28 doelpunten 's lands topschutter en Latheron schoot dertien keer raak.

Tijdens het tweede kampioenenjaar scoorde het team een indrukwekkend aantal doelpunten.  Dawson knalde er twintig binnen, terwijl Latheron en Shea goed waren voor respectievelijk zeventien en dertien goals.  Toch volstonden 83 doelpunten niet voor de eerste plaats want de wankele defensie liet het al te veel afweten.  De Rovers eindigden derde dat seizoen.  Everton en Oldham Athletic prijkten op één en twee.

Op het hoogtepunt van Latheron's kunnen brak de Eerste Wereldoorlog uit en Blackburn trok zich, net als tal van andere ploegen, terug uit de competitie.  Latheron verkastte tijdelijk naar Blackpool, maar het daaropvolgende seizoen was hij al terug om met de Rovers aan het seizoen 1915/1916 deel te nemen.  Op 17 maart 1917 schitterde Latheron nog één allerlaatste keer op Ewood Park.  Hij scoorde er toen één van de doelpunten tijdens de 2-2 draw tegen Bury.  Vijf dagen later werd hij voor Queen and Country naar de Westvlaamse loopgraven gestuurd.

Tijdens zijn negen jaar bij Blackburn had Latheron 303 wedstrijden gespeeld en 120 doelpunten gescoord.  Absoluut niet slecht voor een middenvelder !
  

 
Latheron bleef op hoog niveau voetballen en het leverde hem op 17 Maart 1913 een eerste internationale cap op.  Met het Engelse nationale team klopte hij Wales met 4-3.  Latheron was goed voor één doelpunt.  De volgende internationale wedstrijd was hij er opnieuw bij toen Engeland het op 14 februari 1914 opnam tegen Noord Ierland.
Latheron's graf op het Vlamertinghe New Military Cemetary


Pinky, omdat hij zo klein was, werd ingedeeld bij de Royal Field Artillery en werd er gunner bij de 73ste Battery, 5de Brigade.  Zeven maanden later, op 14 oktober 1917 raakte de horror van de oorlog Ewood Park recht in het hart.  Private Latheron overleefde de derde beestachtige slag om Ieper in Passchendaele niet.  Hij sneuvelde er die dag samen met ruim dertienduizend andere gealliëerden in de buurt van Passendale.  Edwin ligt begraven op het Vlamertinghe New Military Cemetery en vandaag bracht www.blackburn.be hulde aan zijn graf.

Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

Premier League

Nieuwste reacties