Column Over hervormingen en andere formaties
Foto: © SC
Volg Voetbalkrant nu via Instagram!
De hervorming van de Belgische competitie komt steeds dichterbij. Volgens Profliga-voorzitter Ivan De Witte kan volgend maand al een beslissing vallen. Als twaalf van de achttien clubs hun fiat geven, wordt er vanaf volgend seizoen in twee reeksen van tien clubs gevoetbald.
Een hervorming van het Belgische voetbal dringt zich al een tijdje op. De topclubs ijveren al jaren voor een grondige ommekeer, maar stootten tot nog toe steeds op de kleinere clubs. Daar lijkt nu verandering in te komen. De Belgische teams doen het steeds slechter in Europa, bovendien vraagt ook televisiepartner Belgacom meer topwedstrijden. Televisie, dat betekent geld. En laat dat net een gevoelig punt zijn bij de kleinere teams.
Langzamerhand groeit het besef bij diee kleinere clubs dat een grondige hervorming niet meer te vermijden is. Niet alleen de topclubs hebben er baat bij, ook de kleineren weten dat overleven anders moeilijk wordt. Het is een publiek geheim dat Belgacom noch Telenet opnieuw 36 miljoen zal betalen voor de competitie in zijn huidige vorm.
Een inkrimping was echter geen optie. Het is nogal logisch dat je nooit twaalf clubs achter het idee krijgt om de competitie in te krimpen naar één met twaalf of zelfs tien clubs, als velen van hen daardoor geen zekerheid hebben over hun toekomst in de hoogste afdeling. De Profliga moest dus op zoek naar een voorstel waarbij ook de bestaanszekerheid van de kleinere clubs gewaarborgd wordt. Het resultaat is het befaamde plan-Wijnants, met garanties voor zowel de topclubs als de kleinere verenigingen.
Een typisch Belgisch compromis eigenlijk, eentje waar formateur Yves Leterme en de zijnen een voorbeeld zouden kunnen aan nemen. De competitiehervorming heeft trouwens wel meer gelijkenissen met de politieke formatie. Zo werd er donderdag naar analogie met Hertoginnendal ook in een kasteel onderhandeld. Zo moet voorzitter Ivan De Witte net als Leterme op zoek naar een tweederdemeerderheid (twaalf clubs) om zijn plannen door te drukken. En bovendien sleepten ook deze onderhandelingen bijzonder lang aan, want over een nieuwe competitie wordt er al jaren gepraat.
Het plan-Wijnants is dus een typisch Belgische oplossing, waarbij een compromis wordt gesloten tussen de belangen van de topteams en de zogenaamde kleintjes. De groten krijgen eindelijk hun inkrimping en kunnen meer topwedstrijden tegen elkaar spelen. Het aantal topwedstrijden wordt straks verdubbeld. Anderlecht, Club Brugge, AA Gent, Standard en Racing Genk zullen elkaar normaal gezien vier keer per seizoen ontmoeten. Bovendien moeten ze niet meer tegen de degradatieteams spelen.
De kleinere teams daarentegen krijgen een verhoogde bestaanszekerheid. Dankzij het systeem van de zomer- en lentecompetitie zullen zeker vijftien teams elk jaar deelnemen aan de A-competitie, zodat vijftien teams jaarlijks verzekerd zijn van minstens twee wedstrijden tegen de topclubs. Vijftien teams, dat betekent wel drie teams minder dan nu. Maar ook zij worden opgevangen. Doordat in totaal twintig teams in de A- en B-competitie zullen spelen, heeft elk team meer kans om in eerste te blijven. Bovendien degradeert enkel de laatste uit de B-competitie rechtstreeks naar tweede klasse, de tweede daler wordt aangeduid op basis van de afgelopen drie seizoenen. De kans om te zakken na één slecht seizoen verkleint dus drastisch. De kleinere teams zullen meer garanties hebben om in eerste te blijven. En nog veel belangrijker: ze zullen dus meer zekerheid hebben over het o zo belangrijke televisiegeld. Want ook dat garanderen de topteams: de huidige verdeling van het televisiegeld blijft. Teams uit de B-competitie gaan dus zeker niet minder verdienen dan nu, als de opbrengsten uit televisie stijgen, zal dat zelfs meer zijn.
Het enige struikelblok is de tweederdemeerderheid die bereikt moet worden. Volgens voorzitter Ivan De Witte is die meerderheid dichtbij. Afgaande op insiders zijn naast de grote vijf ook Cercle Brugge, Roeselare, Zulte Waregem, Westerlo en KV Mechelen het idee genegen. Enkele clubs houden de lippen voorlopig stijf op elkaar. Zij zeggen niet bij voorbaat neen en kunnen dus nog overtuigd worden. De grootste tegenstand situeert zich onder de taalgrens. Daar klinkt een Franstalige "non", opnieuw een gelijkenis met de formatie. Bergen en Charleroi kanten zich resoluut tegen de plannen van Wijnants. Op zich is dat vreemd, Charleroi lijkt als subtopper toch baat te hebben bij een hervorming? De oorzaak situeert zich wellicht bij de Bayats, die er een sport van maken elk voorstel van de grote clubs met de grond gelijk te maken.
Maar de kans is klein dat zij de competitiehervorming nog kunnen tegen houden. Als eind november twaalf van de achttien clubs zich achter de nieuwe competitievorm scharen, is het vanaf volgend seizoen al zover. Het zou trouwens een leuk extra cachet toevoegen aan de huidige competitie, want op die manier zou er tot op het einde van het seizoen ook gestreden moeten worden voor een plekje bij de eerste tien.
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief