Column Antwerp in de schijnwerpers

Rita De Meyer
| 0 reacties
Antwerp in de schijnwerpers
Foto: © SC
Word fan van Antwerp! 2832

Met de ruggesteun van een majestueus verleden en Menzo: R Antwerp FC leeft! Een speelse enquête in het maandblad 'Menzo' heeft aangetoond dat Antwerp, na Club Brugge, de populairste club van het land schijnt te zijn

Antwerp staat in deze rangschikking voor het grote Anderlecht en de flets gereïncarneerde erfvijand Germinal Beerschot Antwerpen. Zelfs al weerspiegelt dit onderzoek een sterk Vlaams karakter, dit moet de grote Antwerp-familie deugd doen in deze sportief barre tijden. Maar helaas kan men van liefde en sympathie alleen niet overleven.
 

Het prachtige ‘antieke’ Bosuilstadion. De plaats bij uitstek waar melancholie en nostalgie elkaar eeuwig zullen kruisen en waar de gedempte echo van een roemrijk verleden stilaan uitsterft. Het eindeloos verlangen naar een betere toekomst rust op de ruïne van een uitgedoofde droom. De realiteit is sneller, snediger en hard als staal. Het verleden is bijgebeend en de toekomst oogt donker als de meest duistere nacht. Het tikken van de klok is niet objectief en soms lijkt het alsof we meester zijn en blijven over de wegtikkende seconden. Maar tijd is helaas niet eindeloos voor wie leeft. De ‘oudste’ club van het land blijft de spirituele leider beweren sommigen en de rest zijn slechts volgelingen. (zie ook stadionreportage)

Dit is Antwerp. Hier slaat het roodwit-getinte hart. Een gevoelig publiek, hoog opgetrokken als voetbalkousen, in de grote oude tribune. Een emotioneel publiek, dat bescherming zoekt tegen de grillige herfstwind en doffe regen maar desondanks de ploeg vooruit schreeuwt als een plichtbewust generaal die zijn troepen, stoer en zonder angst, naar het onbekende front piloteert. De tegenstander vanavond is niet Liverpool, Bayern München, Marseille of Standard maar SK Deinze. Een ploeg uitgedost in een combinatie van kleuren om spontaan een aanval van migraine uit te lokken onder de hooggevoeligen. Een traan spat uit elkaar op het ijskoude, harde beton. Het zijn eerder tranen van ontroering dan hoongelach dat zich meester maakt van de onbekende toeschouwer die uit nieuwsgierigheid of verveling komt aanwaaien. Hier speelt een ploeg in en uit de tweede klasse. Het is zoiets als de vroegere ‘rommelbak’ uit regionale supermarktjes, plaatselijke detailwinkels opgetrokken in allang vergeten en verdwenen dorpen. Blikken met blutsen, verdwaalde bierflesjes, repen gebarsten speculaas en platgeduwde marsepein die tussen het vertrek van Sinterklaas en de intrede van de Kerstman op de ultieme koper wachten. Het product wordt nog wel verkocht maar vaak aan minder dan de originele prijs en in een minder fraaie en elegante vorm dan zijn verleidelijke oervorm.
 

Ik herinner me nog levendig, als puber en voetbalfanaat, het onnavolgbare charisma van Sir George Kessler en het imposante Antwerp-team met onder andere een swingende Frans van Rooy heersend op een ontluikend  middenveld en een heet ingevallen Cisse Severyns heen en weer pendelend in de vijandelijke loopgraven die een uur lang door Harry Cnops vakkundig uitgehouwen werden. Het moet ergens in de late herfst van 1987 zijn geweest en het grote en statige Anderlecht werd met een droge 2-0 nederlaag wandelen gestuurd. Er werd gewag gemaakt van 40.000 mensen en meer op de tribunes en het was nog waar ook en ik was op weekend met de jeugdbeweging in een gehucht geheten Wintam en ik was verliefd op S. en ik herinner me hoe wij, de jongens, ‘s avonds naar het lokale cafeetje fietsten om daar op de televisie de mistige, daverende beelden van die match te bekijken uitgezonden door Sportweekend. Trainers stonden naast de krijtlijnen en rolden een sigaretje en nipten aan een flesje sterke drank.

S. supporterde met hart en ziel voor Antwerp en alleen al omdat ik een vurig supporter van Standard was (toen reeds), die andere roodwitte club aan de industriële oevers van de Maas, zou de allerbelangrijkste vonk tussen ons niet overslaan.

Het moet de tijd geweest zijn van de vierkante palen op Antwerp en scheidsrechter Van Langenhove, door tal van spelers aangesproken als ‘Marcel’. Volgens mij was de arbiter die memorabele avond Deheer Crucke maar de naam Van Langenhove is me steeds bijgebleven. Er hing een sfeer van natuurlijk, ongedwongen en vaderlijk gezag over Marcel, gele en rode kaarten werden slechts sporadisch getrokken en het publiek viel massaal voor zijn alternatieve aanpak van stoute en balorige spelers.

Ik denk dat hij mooi uitgevoerde tackles en perfecte een-tweetjes gevolgd door een stiftertje over de doelman beloonde met een kistje sinaasappelen, een trosje bananen, een handvol zoete kersen of een flinke stoofprei met een bussel worteltjes voor in de eigenbereide groentensoep voor de spelers in kwestie. Ook in zijn fruit –en groentenwinkeltje was hij een graag geziene verschijning.

Waar is de tijd? Waar is het oude Antwerp naartoe? Waar is vroeger heen? Flitst de steeds vager wordende herinnering als een vastgeankerde ziel tussen de onderbuik van de hemel en de aarde eindeloos heen en weer? Is het de opgesloten bliksem die nooit meer de einder kan verlichten? Gestaag klimt de maan, waaien donkere wolken als een sluier voor de sterrenhemel en knetteren verloren zielen in het gevreesde vagevuur. Antwerp ademt, Antwerp leeft, Antwerp huilt als een wolf in de nacht maar geen levende ziel aanhoort zijn klaaglied. Moet hij, alleen, uitgeput en verkleumd, op zoek naar zijn laatste rustplaats in het onmetelijk diepe woud. Misschien was het vroeger niet allemaal beter maar eerder anders. Misschien moet het beste nog komen? Soms verblindt het verleden, speelt het een duivels spelletje en sublimeert het de mindere prestaties tot grootse daden. Net zoals in de liefde. De persoon die eenzaam en verweesd achterblijft sublimeert de mooie momenten en gomt angstvallig de mindere momenten weg uit zijn geest. Mindere momenten, onzichtbare fouten en tragische misverstanden die uiteindelijk de liefde en geloof doen knappen als de verharde hartslagader en hij gelooft oprecht in een goede afloop terwijl goedbedoelende buitenstaanders hem nodeloos trachten duidelijk te maken dat het helaas niet meer goed komt.

Is Antwerp nog te redden of had de redding eerder ingezet moeten worden? Want in de tweede klasse wonen is toch niet hetzelfde als resideren in eerste. Kan je blijven presteren slechts op onregelmatige hartslagen van geduld, hoop en volharding? Kan je blijven wachten op de verlossende schoudertik en dan, van ontroering, in tranen van vreugde uitbarsten?

Maar wat er ook nog gebeurt en niet meer gebeuren zal, Antwerp is en blijft een begrip en onbreekbaar instituut in het (Belgische) voetbal en al de gelukzalige, schitterende en ontroerende momenten zullen in de collectieve herinnering van de echte Antwerpfans de eeuwigheid trotseren, wachtend om op het juiste moment de nieuwe wereld te veroveren. (EH)

Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

2e klasse

Nieuwste reacties