Eerst een woordje over de meest besproken man van het laatste voetbalweekend: de Nederlandse ref Vink. Zijn optreden bij het duel Club Brugge - AA Gent was voorbeeldig. Ten eerste door gewoon zijn ding te doen. Thuismatch van een topploeg of niet: de Nede
Eerst een woordje over de meest besproken man van het laatste voetbalweekend: de Nederlandse ref Vink. Zijn optreden bij het duel Club Brugge - AA Gent was voorbeeldig. Ten eerste door gewoon zijn ding te doen. Thuismatch van een topploeg of niet: de Nederlander liet zich er niet door beïnvloeden. En wie de beelden van de goal van Geraerts bekijkt, ziet meer: Djokic leunde wel degelijk, waardoor Geraerts vrij kon inkoppen. Een klein duwtje. Conclusie: je kan er voor fluiten.
Daarnaast baarde de Nederlandse ref ook opzien door zijn openheid tegenover de media. Na zijn Hollandse bluf tijdens de match, volgde daarna een portie Hollandse openheid. Daar kunnen de Belgische scheidsrechters wel wat van leren. Het biedt de refs ook eindelijk de kans om uit de rol van zondebok te stappen. Refs als mensen, mensen die fouten maken én die fouten achteraf ook kunnen toegeven. Dat als wapen tegen het continue gezaag en gepikkel op de refs vanuit de tribunes. De voetbalsport kan nog veel leren van rugby. Respect tegenover de scheids. De scheids boven het gejoel. Want we mogen ze dankbaar zijn dat ze willen fluiten.
Speltactisch was Club-Gent er een van 4-3-3 tegen 4-3-3. Gelijkopgaand met weinig kansen. Mét offensieve bedoelingen. En beide ploegen hebben meer gemeen dan ze denken: een falende rechtsbuiten. Zewlakow en Sterchele liepen zaterdag verloren tegen het lijntje. Verlangend naar de carré. De ene normaal targetman, de andere hangende spits. Beiden sterven in de rol van rechtsbuiten. Want de basistaak van die positie is een mannetje dribbelen en voorzetten. Actie na actie. De back doldraaien. We moeten ze dringend opleiden, de Overmarsen, de Robbens of ja, de Vercauterens.
En dan was er nog de intrede van nieuwbakken Anderlechtcoach Ariel Jacobs. Twee gelijkspelen thuis. Twee op zes. Een valse start met een portie hoop. Want tegen Tottenham leek Anderlecht zijn spelvreugde te hebben teruggevonden. Vrijheid na de dictator. Maar tactisch gezien zijn er voorlopig weinig verschillen met Vercauteren. Net als die laatste durfde Jacobs het tegen Standard niet aan om zowel Legear als Akin te laten starten. En inderdaad, veel charisma heeft de man niet. Maar waarom een coach gaan beoordelen op die eigenschap? Resultaten en spektakelwaarde: dat wordt het rapport van Jacobs.
En deze week oordeelt de Technische Commissie tenslotte over het wel of niet aanblijven van bondscoach Vandereycken. Het zou verbazen als beslist wordt om alsnog met hem door te gaan. Wetende dat resultaten meestal gelden als beslissende factor, is het duidelijk: onder Vandereycken kenden de Duivels hun slechtste kwalificatie voor een groot tornooi sinds 1962. 18 op 42 en vijfde in de groep: de cijfers spreken voor zich.
Tweede evaluatie-instrument: de spelwijze. We kunnen ze makkelijk opsommen, de keren dat Vandereycken té verdedigend aantrad met de Duivels. Bij zijn eerste proef tegen Kazachstan deed Vandereycken zijn naam alle eer aan. Vandereycken stuurde liefst zes verdedigers in de wei. Wat een rode draad bleek doorheen de EK-kwalificatie: telkens wees Vandereycken op de sterkte van de tegenstander. Aantreden vanuit die angstgedachte was fataal voor de Duivels. Zeker als je weet dat menige internationals bij onze noorderburen ballen. In een cultuur van lef en aanvallen.
Daarbij: Vandereycken heeft in zijn 18-jarige trainerscarrière nog geen enkele prijs gewonnen. Driemaal al faalde Vandereycken schromelijk bij een topploeg: bij Anderlecht, Standard en Genk werd hij binnen het jaar op de keien gezet. Graag een nieuwe bondscoach dus.