Bestaan er nog topschutters in de Belgische competitie? Wie er de topschutterslijst op naslaat, merkt dat de best scorende spitsen - Tomou (Moeskroen), Dissa (Roeselare) en Jovanovic (Standard) – amper acht doelpunten gemaakt hebben.
De armoede in de Jupiler League treft niet enkel de kwaliteit van het voetbal, maar ook de doelschutters laten het dit jaar afweten. De laatste vijftien jaar was het nooit zo erg dat de topscoorder na vijftien speeldagen slechts acht keer de netten deed trillen. Andere opmerkelijke vaststellingen zijn dat onze topclubs – op Standard na – uitblinken in afwezigheid en dat er in de top twintig maar drie Belgen te bespeuren zijn.
Standard mag als enige topclub niet mopperen: Jovanovic deelt de leidersplaats en ook De Camargo trof al zeven keer raak. Bij Anderlecht en Genk zijn respectievelijk Hassan en Barda de beste schutters met vijf doelpunten. Mbokani van Standard doet even goed. De beste Belgen zijn Malki (GBA – zeven), De Sutter (Cercle – zes) en Grégoire (AA Gent – vijf).
De aanvoerder van de topschuttersranking scoorde de voorbije vijftien jaar bijna altijd minstens tien doelpunten na vijftien speeldagen. Enkel Bosko Balaban (2004-2005) en Andres Mendoza (2003-2004) haalden maar negen stuks. De best scorende spitsen waren Wesley Sonck (2001-2002) en Toni Brogno (1999-2000) met elk zestien goals.