Zondag om 13u00 wordt de topper tussen Club Brugge en Anderlecht gespeeld, een wedstrijd die de laatste jaren steeds werd gekenmerkt door een hoge spanningskracht. Toch viel er zelden een spectaculaire score te noteren.
Klassieker
Club Brugge tegen
Anderlecht is een klassieker uit de oude doos. We moeten echter al meer dan 20 jaar terug in de tijd gaan om nog eens een onderlinge confrontatie in Jan Breydel te vinden waarin meer dan vier doelpunten vielen. De laatste echte doelpuntenrijke wedstrijd die beide tenoren van het Belgische voetbal in het Olympiastadion op de mat brachten, dateert al uit het seizoen 1985-1986. De partij eindigde toen op 3-3. Drie speeldagen later eindigden beide teams op een gedeelde eerste plaats met 52 punten (in het toenmalige tweepuntensysteem). In de 21 seizoenen die erop volgden, won Club 12 keer (één keer met 3-0, drie keer met 1-0 en maar liefst zes keer met 2-1); Anderlecht trok vier keer het laken naar zich toe (één keer met 0-1 en drie keer met 0-2). De overige vijf confrontaties eindigden op een gelijkspel (één keer 0-0, twee keer 1-1 en 2-2).
Competitie 85-86
In het memorabele seizoen 1985-1986 hielden Club en Anderlecht elkaar in competitieverband twee keer in evenwicht. In Anderlecht werd het tijdens de heenronde een magere 0-0. Op de 31ste speeldag stond de terugmatch op Olympia op het programma. Ook dan toonden beide concurrenten zich aan elkaar gewaagd. Er viel echter heel wat meer spektakel te beleven. De bezoekers uit Brussel namen al vlug een optie op de overwinning door na nog geen halfuur op een dubbele voorsprong te staan. Henrik Andersen en Erwin Vandenbergh verstomden het met 31 000 toeschouwers volgelopen Olympiastadion. Zes minuten voor de rust bracht Jean-Pierre Papin opnieuw hoop in de Brugse harten door de aansluitingstreffer te netten, maar Per Frimann drukte diezelfde hoop een minuut voor affluiten van de eerste helft weer de kop in. Sporting leek met een geruststellende 1-3 voorsprong te gaan rusten. In de tweede helft speelde FCB voor wat het waard was. Met de typische sturm und drang kwamen zij via Luc Beyens en Jan Ceulemans (foto rechts) terug tot 3-3. Daar bleef het dan ook bij.
Testwedstrijden
Aangezien de Bruggelingen en de Brusselaars de competitie met gelijke punten (52) eindigden, evenveel keer wonnen (22), verloren (4) en gelijkspeelden (8), moesten testwedstrijden aan het einde van datzelfde seizoen uitsluitsel brengen wie zich kampioen van België mocht noemen. De heenwedstrijd in Anderlecht eindigde op een 1-1 gelijkspel. Tijdens de terugmatch in een kolkend Olympiastadion was het dit keer Club dat tot 2-0 uitliep met doelpunten van Papin en Willy Wellens. Anderlecht knokte echter voor wat het waard was en kwam via René Vandereycken en Stéphane Demol terug tot 2-2. Deze stand bleef ook op het bord staan, waardoor de Brusselaars zich op basis van de twee doelpunten op verplaatsing tot kampioen van België mochten kronen.