Column Hoogspanning in Beerschot-Moeskroen

Erik Huygens
| 0 reacties
Hoogspanning in Beerschot-Moeskroen
Foto: © SC

Volg Voetbalkrant nu via WhatsApp!

Dit weekend wordt de heenronde uitgewuifd en niets beter dan de feestdagen in te zetten met een forse overwinning. Germinal Beerschot navigeert op’ mirakelkoers’ en Moeskroen is momenteel slechts de schim van de ploeg die het enkele maanden geleden wa

Slechts zelden gebeurt het dat je –zonder het eerst goed en wel te beseffen- een sprookje binnenwandelt waar je zelf het scenario van geschreven hebt. Germinal Beerschot, in de vorm van hun leven en met elke week een andere ‘matchwinnaar’ én een elegant duwtje van de geluksfee in de rug als de nood het hoogst is, verbaast vriend en vijand. Is het mogelijk de winterstop in te schaatsen met een derde plaats in het klassement én in de terugronde op hetzelfde –haast verbluffende- élan door te razen?
Maar dan moet eerst Moeskroen voor de bijl én mag Cercle Brugge -het lelijke eendje is een sierlijke zwaan geworden- niet winnen van een ontstellend zwak en ongeïnspireerd Charleroi.

Zonder Marc Brys in de dug-out bij de bezoekers. Het was dé match waar hij reikhalzend moet naar uitgekeken hebben.
Hij moest, tenslotte, geofferd worden voor het Spaanse bloed dat niet kolken mocht maar als veredelde tweede keus langzaam bevroor. Hij, die Germinal Beerschot even goed kent als de kamers van zijn huis, werd pardoes afgevlagd voor lachwekkend buitenspel en iedereen vroeg zich -terecht- af ‘waarom’.

Het maakt Moeskroen nog meer kwetsbaar. Het heeft wat weg van de eigenzinnige werkwijze van Charleroi. Het gevaar en de dreiging schuilt achter elke hoek en als de druk te hoog wordt, lijkt het opportuun zélf een timide stap opzij te zetten. Het ultieme voorteken was reeds over Le Canonnier getrokken als bulderende onweerswolken en wie zijn zwarte beest Roeselare in de ogen moest kijken -zonder valabele spitsen- was a priori verloren. En dan kon het niet anders of er werd –waarschijnlijk zeer onterecht- vroeg in de wedstrijd een rode kaart getrokken en was het een ‘wide open road’ die, zonder omwegen, naar de bodemloze put van de nederlaag leidde. Hetgeen ook daadwerkelijk geschiedde.
 
Zaterdag is het moment voor Moeskroen om uit het dal te kruipenen de gekromde ruggen te rechten. Postuum ook te spelen voor de, te vroeg vertrokken, -de koffers nog koud- afgeserveerde Marc Brys en een schijnbaar onoverwinnelijk Germinal Beerschot een bruuske stop toe te roepen.

De thuisploeg mist Lembi én Colman wegens schorsing en die afwezigheid moet de onbreekbaar gewaande ketting toch enkele schakels zwakker maken. Maar het is zeer de vraag of Les Hurlus, zwalpend als tien zinkende schepen, mentaal en fysiek klaar zijn om het laatste bastion van een robuuste verdediging, grote belofte en nuchter als een bliekje, finaal te slopen. Zijn naam; Kenny Steppe, amper negentien en nu reeds goed op weg  een levende legende te worden op Het Kiel.
‘Zweven? Dat doe ik alleen in mijn goal!’, stamelde hij van tevredenheid na de overwinning in Mechelen, ondertussen door zijn feestende ploegmakkers ondergedompeld in de collectieve roes van euforie, gelukzaligheid en onoverwinnelijkheid. Hij wordt, zoals het geduldig rijpen van wijn, alsmaar beter en completer met de jaren. Een ‘grote’ in wording!
Tenminste, als de trein onderweg niet van de rails klatert of de wijn verzuurt.

Het zal een drukke en geëmotioneerde bedoening worden, zaterdagavond op Het Kiel. Zij, die de warmte en geborgenheid van Germinal Beerschot meedragen in het hart zoals een opgroeiende puppy zijn eerste speeltje overal fier meezeult, hopen dat de 24 op 24 na de wedstrijd van zaterdagavond –indien gewonnen- het sportieve exploot nog meer magische realistische vormen doet aannemen en zij, die vurig hopen en wensen dat de zegereeks stopt, zullen, althans in het stadion, fel in de minderheid zijn. Germinal Beerschot is vandaag even pure rock-n-roll en het schrijft tegelijkertijd een beetje hedendaagse geschiedenis. Het is zoals het ter ziele gegane stadion, club én ziel van Germinal Ekeren destijds. Daar kon het ook weleens spoken op herfstachtige zondagnamiddagen en regende het niet enkel pijpestelen maar ook doelpunten en halve mirakels.
 
Het jongetje daar, met de onafscheidelijke Germinal Ekeren sjaal, danste en bengelde aan de hand van zijn vader toen zij, om de twee weken, het Veltwijckpark binnenwandelden en getuige waren hoe de vlot scorende spitsen, Gunter Hofmans en Tomasz Radzinski, ploegen met grote namen, grotere budgetten en nog grotere ambities een afranseling gaven en de weggetikte helden tegen de schemering met het schaamrood op de wangen vaak opnieuw compleet naar af stuurden.
 
Nu, zovele jaren later, als de volwassen geworden jongen opnieuw het park binnenwandelt en even halt houdt en de innerlijke stilte en melancholie van weleer het heden –voor enkele seconden- overstemt, kijkt hij om zich heen en dan voelt hij de pijn die binnenin brandt. Ergens verder weg speelt 'dezelfde' ploeg maar het gevoel wordt toch anders beleefd. De tijd heeft niet stil gestaan. Het kleine stadion verdwenen, de eigenlijke geschiedenis –net zoals zijn vader- voor altijd in rook opgegaan. [AN]
Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

Jupiler Pro League

Nieuwste reacties