Clubverdediger Joos Valgaeren kreeg zondag tegen Sint-Truiden rood omdat hij Michal Pospisil net voor de 16 aan het truitje trok. De scheidsrechter kende STVV een vrijschop toe en geen penalty. Een foute keuze, vindt scheidsrechtersbaas Robert Jeurissen.
Niemand betwistte de uitsluiting van Joos Valgaeren op Sint-Truiden. De verdediger van Club Brugge hing duidelijk aan het truitje van STVV-spits Michal Pospisil, toen die alleen op Stijn Stijnen wou afgaan. Valgaeren beging de fout vlak voor het strafschopgebied, waardoor scheidsrechter Peter Vervecken de Kanaries geen penalty toekende. Niemand die zijn beslissing in twijfel trok, behalve scheidsrechtersbaas Robert Jeurissen.
“Iedereen denkt dat de fout moet gefloten worden op de plaats waar het contact begint”, corrigeert Jeurissen in Het Nieuwsblad. “Maar dat is niet zo. Het reglement is duidelijk. Voor een trekfout op de rand van het penaltygebied geldt de spreekwoordelijke uitzondering op de regel. Die moet bestraft worden op de plaats waar het truitje wordt losgelaten.”
Een richtlijn die veel waarnemers niet kennen, zelfs onze scheidsrechters niet. De oorsprong ervan ligt op de Wereldbeker in Japan en Korea van 2002. “Een Turkse speler die net voor de zestien door een Braziliaan werd neergehaald, kreeg toen van de Chinese scheidsrechter toch een penalty, en daar was dagenlang heel veel heisa over”, verklaart Jeurissen. “Enkele dagen later kreeg de arbiter toch gelijk van de scheidsrechterscommissie. Die oordeelde dat hij psychologisch juist had geoordeeld door de aanvallende ploeg te bevoordelen. Daarop is dan beslist de uitzonderingsregel aan het reglement toe te voegen.”
De kritiek van Jeurissen is op zich ietwat vreemd, want zowel het begin als het einde van de fout situeerde zich buiten de zestien.