In Studio 1 kaartten op zondagavond enkele voetbalanalisten na over de voorbije speeldag in de Jupiler League. VRT-journalist Filip Joos bekijkt de situatie van Club Brugge en Anderlecht.
Filip Joos heeft duidelijk een hoge pet op van Cercle Brugge. De VRT-verslaggever is dan ook tweewekelijks te bespeuren in het Jan Breydelstadion voor de thuismatchen van groen-zwart. Ook op Anderlecht vond hij Cercle een goede prestatie afleveren. “Cercle was in de eerste helft beter dan Anderlecht. Het is knap dat je dat je op Anderlecht kan brengen.” Toch is Joos niet blind voor de gebreken van de ploeg. “Ze missen Tom De Sutter. Hij is een ideaal speerpunt, maar ook nog eens een goede afwerker.”
Hassan is probleem
Ook over Ahmed Hassan heeft Joos zijn mening. “De Egyptenaar kreeg van trainer Ariël Jacobs twee minuten en twintig seconden, plus twee minuten blessuretijd. Hij wou in die korte tijd tonen dat hij gewoon de beste is. Opvallend was wel dat Jacobs nadien niet sarcastisch zei dat hij tevreden was met de invalbeurt van Hassan.” Voor Joos is het duidelijk dat de ‘Farao’ een wandelende tijdbom is in het Contant Vanden Stockstadion. “Hassan was boos en dat heeft hij ook manifest getoond. Het feit dat hij het publiek na de match niet wou groeten, zegt genoeg.”
Bailly provoceert
Wat Club Brugge tegen Genk betreft, kwam Joos nog eens terug op de heenmatch. Voor die wedstrijd bestookte Clubtrainer Mathijssen Genkdoelman Logan Bailly met opmerkingen over zijn roze trui. Hij wou daarmee de goalie psychologisch uit evenwicht brengen. “Die boemerang keert nu terug in het gezicht van Mathijssen. Na deze match ging Bailly zijn truitje aan de Clubcoach aanbieden. Dat was een regelrechte provocatie, maar dat mocht wel. Hij had gelijk. Ooit keert zich dat ook nog wel eens tegen hem.”
Lege handen
Joos steekt wel een waarschuwende vinger op naar Club Brugge. “Club zal moeten opletten of ze blijven met legen handen achter. Ze zijn goed aan de competitie begonnen, maar de kans zit erin dat ze dit seizoen met lege handen achterblijven. Vorig jaar was het al kommer en kwel, maar op het einde van der rit stonden ze wel met de beker te pronken. Dit jaar hebben ze misschien niets.”