Het oog en de naald
Volg Voetbalkrant nu via Instagram!
Nog een laatste week en de opvolger van Griekenland is bekend. De Grieken zullen zichzelf dus niet opvolgen. Hun sirtaki stopte al na de tweede wedstrijd tegen de koele, doch hartverwarmende Russen.
Dit EK zal de geschiedenis ingaan als het verhaal van het oog en de naald. Een EK dat alle clichés bevestigde, verbrak of heruitvond.
Een eerste cliché is dat van de thuislanden die traditioneel ver gaan in een toernooi. Mooi niet dus… Zwitserland en Oostenrijk vlogen er onherroepelijk uit na de eerste ronde. België mag dus opgelucht ademhalen. Sire, er zijn nog slechtere organiserende landen… Een ander bekend gezegde is dat een wedstrijd geen 90 -of 120- minuten duurt, maar tot het laatste fluitsignaal. Dit EK leerde ons dat dit, vanaf nu, geen Duitse maar een Turkse zegswijze is. Of hoe een oog, hoe klein ook, toch nog groot genoeg is om door te kruipen. Allah zij met u! Het alziende oog liet ook doorgang aan Italië. De azuurblauwen liepen bijna hun eigen bijnaam op. Dit was echter uitstel van executie. Spanje doorbrak hiervoor drie clichés. Spanje raakt nooit ver in een groot toernooi. Spanje kan geen penaltyreeks winnen op 22 juni (bijgeloof of niet) en Spanje kan op een groot toernooi niet winnen van Italië…
Een ander opvallend feit is dat drie van de vier teams die zwierig aan het EK begonnen nu al terug thuis zijn. Het mooiste voorbeeld is Nederland. Als frisse jonge kalveren op het gras, in de groep des doods. Als doodgeboren kinderen in de kwartfinale. Wenen krijgt voor Oranje een geheel andere betekenis. Portugal, het ander zwierig team uit de beginfase, liet zijn sterren rusten. Met het oog op de kwartfinale leek dit een logische beslissing. Helaas raakte hun ballon de scherpe Duitse naald. Hiermee stoot ik op een ander cliché. Ploegen die ver geraken, groeien meestal naarmate het toernooi vordert. Duitsland is het schoolvoorbeeld. Kansloos tegen de Kroaten en moeizaam tegen de Oostenrijkers. Daarna oppermachtig in de kwartfinale tegen elf uitgeruste Portugezen.
Ook Rusland begon moeizaam, maar groeide gestaag met als hoogtepunt de wedstrijd tegen Nederland. In de halve finale staat Rusland tegenover de (gezien het verleden) verrassende Spanjaarden. In de andere halve finale komt Duitsland, met Turkije, zijn mogelijke troonopvolger tegen. Oftewel het verhaal van het nieuwe oog tegen het oude oog. Wie past in de naald?
Kortom, de slotfase van dit EK belooft nog voldoende spanning. Worden de clichés verder verbroken of herschreven? Of worden ze nog versterkt en blijft dus alles bij het oude? Eén zaak staat vast. Op 29 juni speelt men de finale van het EK… en op het einde winnen de Duitsers.
Jurgen Thomas
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief