Waarom is de sfeer rond de Rode Duivels plots omgeslagen? Wat zoekt Paul Put in Luxemburg? Wat heeft Jelle Van Damme gemeen met Kevin Kuranyi en wat doet Johan Boskamp met een kabouterpak aan? Jullie lezen het allemaal in onze wekelijkse mediaweek.
Arm(enië)
De Rode Duivels hebben tegen Armenië met 2-0 gewonnen. Tot daar het nieuws. Meer valt er over die wedstrijd ook niet te zeggen. Als je thuis een bende kabouters uit het voormalige Oostblok nog niet de baas kan, dan heb je geen enkele reden om van de daken te schreeuwen dat je wil meedingen naar een plaats op het komende WK in Zuid-Afrika.
Het is eigenaardig om vast te stellen hoe de sfeer rond onze nationale ploeg plots omgeslagen is. Enkele maanden geleden werden de spelers nog afgemaakt na alweer lamentabele prestaties in Italië en Duitsland, daarna liet de pers zich kritisch uit over de manier waarop Estland twee keer mocht scoren tegen de Belgen. Amper vier dagen later, na een verdienstelijk 1-1-gelijkspel tegen Turkije, werden diezelfde spelers door diezelfde media de hemel in geprezen. Halleluja!
Vorige week, na de droge 2-0 tegen de Armeniërs, heette het dat de Duivels volwassen hadden gespeeld. Eenzelfde schertsvertoning had hen tot vorige maanden bakken kritiek opgeleverd. Vol bewondering keek ik naar het handvol supporters dat tijdens de wedstrijd zelf de polonaise inzette. Enig opzoekwerk leerde mij dat het de generatie was, die Mexico ’86 heeft meegemaakt. Die paar enkelingen, ondertussen volledig afgetakeld door de ziekte van Alzheimer, waanden zich opnieuw op dat memorabele WK en dachten, aan de taal van de tegenstander te horen, dat België nog maar eens de voormalige USSR opzij zette.
Nadat Marouane Fellaini zijn ploeg, na een assist van een slimme Moussa Dembélé, op 2-0 had gebracht, werd de Mexican wave ingezet en begon de familie Alzheimer aan haar ronde door het Koning Boudewijnstadion. Diezelfde halve garen hadden ook al hun ticketje voor de volgende ronde beet. Nazicht leerde hen dat de tegenstander Spanje werd. Als de Rode Duivels volgens de traditie van het WK ’86 spelen, behalen zij een punt tegen de heersende Europese kampioen. Wordt (straks) vervolgd…
Standard goes France
“Ik heb hier niets meer te leren”, waren de woorden van zowel Axel Witsel (foto links) als Steven Defour. Voor beide Standardmiddenvelders is België te klein geworden. Van Witsel kunnen we dat nog aannemen, maar van een uk als Defour hadden we zulke woorden niet verwacht. Als ons apenlandje zelfs al te klein wordt voor een dreumes van ocharme 1 meter 50, wat moeten kleppers als Nicolas Frutos en Oguchi Onyewu dan zeggen?
De roep om te vertrekken hoeft niet per se te betekenen dat beide spelers Standard zullen verlaten. Sterke man Luciano D’Onofrio kwam met een veel ingenieuzer voorstel op de proppen: de Rouches willen België de rug toekeren en hun tenten in de Franse Ligue 1 opslaan. Een ploeg die Liverpool én Everton van het plein speelt, heeft in België inderdaad niets meer te zoeken. Alleen jammer dat de Luikenaars tegen pakweg Roeselare en Cercle Brugge veel minder imponerend voor de dag kwamen. Maar goed, een accident de parcours kan gebeuren, niet waar?
Luciano heeft één inschattingsfout gemaakt: in het land van wijlen Charles de Gaulles zitten ze niet te wachten op Standard. D’Onofrio, een machtig man in België en met zijn superlange armen een moeilijke klant in zijn vaste kledingzaak, dacht op uitnodiging van de Franse Profliga aanspraak te kunnen maken op een plaats in de Ligue 1, geheel naar het voorbeeld van Monaco. Snel werd de Italo-Belg duidelijk dat het machtsvertoon dat hij bij ons etaleert en de deuren die zijn superlange armen in België openen, weinig indruk maken over de grens. Het regent momenteel nog maar eens ontelbare Belgenmoppen in de taal van Molière. Misschien dat België toch nog niet zó klein is.
Van Damme niet op zijn Kuranyi’s
Vorige maand verkondigde een verbolgen Jelle Van Damme dat hij voor zichzelf geen toekomst meer zag bij de Rode Duivels. De Waaslander liet min of meer verstaan dat hij niet meer zou ingaan op een uitnodiging van René Vandereycken. Van Damme pikte het niet dat flexibele René hem, na een bevredigende invalbeurt tegen de Esten, in Turkije niet eens een plaats op de bank gunde.
De Anderlechtspeler was daar niet over te spreken en wou stante pede het stadion verlaten. Enig probleempje: Van Damme voelde zich niet echt veilig tussen al die voetbalgekke Turken en kende bovendien zijn weg niet in Istanbul. De linksback mag er met zijn tatoeages dan wel stoer uitzien, hij blijft een beer op sokken. Enkele jaren geleden werd megahippe Jelle in Lokeren door een bende Club Bruggesupporters vriendelijk toegewuifd, waarop hij besliste om naar een andere gemeente te verhuizen.
Een geluk dat de Anderlechtenaar op die bewuste septemberavond zijn heil niet is gaan zoeken in het verre Istanbul. Anders kon hij samen met Kevin Kuranyi bijna een minivoetbalploeg vormen. Kuranyi pikte het niet dat de Duitse bondsoach Joachim Löw hem tegen Rusland naar de tribune verwees en verliet prompt het stadion. Ondanks zijn excuses achteraf blijft Löw bij zijn beslissing: de spits van Schalke 04 zal onder zijn bewind niet meer opgeroepen worden voor de mannschaft.
Löw (foto links) is pas een trainer met een rechtlijnige visie. Ik betrap onze René, die van zichzelf beweert niet van zijn standpunt af te wijken, de laatste tijd toch op een paar inconsequenties. De Limburger heeft een grondige hekel aan de criticasters. Dat mocht Guillaume Gillet nog aan den lijve ondervinden toen hij zijn kritiek op de Olympische ploeg spuide. Bij de volgende selectie van René werd de Waal straal genegeerd. De bondscoach riep ooit Onder Turaci op, maar toen die te kennen gaf liever voor Turkije te spelen, mocht hij het vergeten bij de Rode Duivels. Nu blijkt dat de speler van Fenerbahçe toch niet meer voor de Turken mag uitkomen, stelt hij zich weer beschikbaar voor de Duivels. Dat zal dan toch over het lijk van René zijn.
Langs de andere kant sluit de Limburgse succescoach Van Damme opnieuw in de armen, en wat meer is, hij gunt hem tegen Armenië zelfs een plaats in de ploeg. Ook ongewoon om zien was hoe VDE zijn discipelen de aanvallende kaart liet trekken tegen de ex-Sovjetstaat. Goed twee jaar geleden trad de Belgische selectieheer met zeven verdedigend ingestelde spelers aan tegen supernatie Kazachstan. Komt het verstand dan toch met de jaren? Wordt (eveneens straks) vervolgd…
Put niet in de put
Het zit Paul Put echt niet mee: de getergde trainer mag binnenkort waarschijnlijk opnieuw ander werk zoeken. Nadat hij België moest ontvluchten wegens zijn te grote betrokkenheid in de omkoopaffaire rond de Chinese zakenman Zeyun Yé, kreeg good old Pol de kans om zijn kunnen te tonen als bondscoach van Gambia. Afgelopen weekend verspeelde het Afrikaanse land zijn laatste hoop op deelname aan het WK van 2010 en dus mag Put zich aan een ontslag verwachten.
De Gambianen speelden 1-1 gelijk tegen Senegal en eindigden pas als tweede in hun poule. Wat hadden ze daar in Afrika nu waarlijk gedacht? Dat een man als Paul Put, met een onberispelijke staat van dienst, hen zomaar naar het WK zou loodsen? Geloofden zij waarlijk dat de persoon, die aandelen heeft in de vele bedrijven van zijn Chinese zakenpartner Yé, hen naar Zuid-Afrika zou brengen? Die naïeve Afrikaantjes toch. Paul is maar bij één ding gebaat en dat is (punten) verliezen. Met een 9 op 18 kan de Kempenaar zijn Aziatische broodheren mooie cijfers voorleggen. De premies liggen al te wachten.
Een ontslag als bondscoach van Gambia zal hem worst wezen. Benieuwd welke goedgelovige randdebielen Put een volgende kans willen geven. Jullie kunnen vanaf nu daarop inzetten bij de betere Aziatische gokkantoren. Ik tip op Luxemburg. Een van Europa’s aantrekkelijke belastingsparadijzen, ideaal om er een rekening te openen en zwart geld wit te wassen (op een Belg meer of minder kijken ze ten zuiden van ons niet) en als bondscoach van dat land valt het minder op dat je resultaten fikst. Het enige wat Put zijn spelers zal moeten aanleren, is hoe zij zich op voorhand kunnen instellen op het aantal tegendoelpunten dat zij moeten incasseren. Succes, Paul!
Tik Tak Tovenaar tovert in slotminuten
In volle euforie nam ik woensdagavond rond iets voor half elf mijn laptop ter hand. De tussentitel voor dit stuk stond al klaar: ‘Tik Tak Tovenaar is magie kwijt’. Met volle overgave stortte ik mij op de uitstekende prestatie van onze Rode Duivels tegen de heersende Europese kampioen Spanje. Wat de Belgen die avond op het biljartlaken van Brussel lieten zien, was het beste dat we in jaren al gezien hadden van deze tot voor kort verguisde bende leeglopers.
Gevloek, hoongelach, diepe zuchten van verontwaardiging, met niets dan negatieve commentaren werden de vaandeldragers van ons voetbal de laatste zes jaar de grond ingeboord. Zelfs tegen Estland waren de media nog niet overtuigd van de Belgen, de dappersten aller Galliërs. De ommekeer kwam er in de match tegen Turkije en zoals jullie hierboven al konden lezen, veranderde de stemming helemaal tegen een onontwrichtbaar Armenië.
Maar tegen Spanje werden onze jongens tot drie minuten voor tijd het voetbalwalhalla ingeprezen. Beresterk was hun prestatie. Superkiller Wesley Sonck had de Spaanse armada al na zeven minuten het nakijken gegeven. Gedurende heel de eerste helft vond de beste ploeg ter wereld maar geen antwoord op het tactische meesterplan van René Vandereycken, tot Fellaini als een preminiem in de fout ging en de Spanjaarden met een zwakke terugspeelbal een vrijgeleide naar de gelijkmaker verschafte.
In volle euforie bezong ik onze nationale helden die de Spaanse overheerser voor het eerst in 26 duels punten zouden afsnoepen. Tot die fatale 87ste minuut. Ik had beter moeten weten. De prestatie van de Rode Duivels verbleekte ineens bij het genadeschot (al betrof het hier een kopbal) van David Villa (foto rechts). Een perfecte voorzet van invaller Dani Guïza vond het hoofd van de Valenciaspits. Thomas Vermaelen stond al volop zijn winstpremie uit te rekenen en Stijn Stijnen was net aan het bedenken op hoeveel flessen champagne hij zijn medemaats kon trakteren voor zijn vaderschap, toen Villa het perfecte einde van een te mooi sprookje aan diggelen kopte. Weg punt(en), weg roem, weg WK? Voorlopig niet, want Turkije, een van onze concurrenten voor de tweede plaats in groep 5, verspeelde tegen voetbalgrootheid Estland twee eenheden in de hel van Tallinn.
Niemand die kan voorspellen wat de Belgen ervan zouden terechtgebracht hebben, mochten zij beroep hebben kunnen doen op de huzarenstukjes van Dembélé. Had Ti Ta Tovenaar Tik Tak Tovenaar een halt kunnen roepen? Geen idee, en mochten we het weten, we kopen er toch niets meer mee. België krijgt eind maart en begin april volgend jaar de kans om met Bosnië-Herzegovina een andere concurrent definitief terug te dringen. Als de Duivels spelen zoals tegen Spanje, kunnen zij die ex-Joegoslaven in een dubbele confrontatie volledig van kant maken. Pas dan kunnen wij ons gaan richten op een een-tegen-eenduel tegen die andere Belgen, de Turken.
Een opvallende vermelding gaat naar onze eresupporter, prins Filip. Zittend in het uitstekende gezelschap van Coike De Keersmaecker (foto links) en Michel Stadion D’Hooghe vroeg het eminente lid van ons koningshuis zich een hele match af waarom dit bouwvallige Brusselse voetbalstadion dezelfde naam als zijn oom, wijlen koning Boudewijn, draagt. Mijmerend gingen D’Hooghes gedachten naar een nieuwe Brugse voetbaltempel die ooit wel eens zijn naam zou kunnen dragen. De Keersmaecker lachte, tegen zijn gewoonte in, eens goed bij zoveel hilariteit en zag tot drie minuten voor tijd dat het goed was. Sire, er zijn geen Belgen meer!
Kabouter Bossie
Hét voetbalnieuws kwam deze week toch wel uit de Denderstreek. Coach Johan Boskamp zou de rol van circusdirecteur op zich nemen in de nieuwste film van Kabouter Plop. Na eerder al volledig afgegaan te zijn als trainer van de oncoachbare FC Nerds, zoekt Bossie nu zijn heil in FC Plop. Studio 100 had rondborstige Johan liever gevraagd in de rol van kabouter Smul, maar aangezien Luc Caals, Boskamps evenbeeld, die rol sinds jaar en dag reeds speelt, laten ze de Dendercoach dan maar in de huid van circusdirecteur kruipen.
Over typecasting gesproken! Boskamp zal voor elk van zijn clowns wel een bijzondere naam hebben. Als ex-trainer van o.a. Anderlecht, AA Gent, Racing Genk, Dinamo Tbilisi en na opdrachten in de Verenigde Arabische Emiraten en Koeweit heeft de Rotterdammer al voor hetere circussen gestaan. De kinderen zullen wild zijn van hem. Na het gesnurk van Lui, de pesterijen van Klus, het gezanik van Kwebbel en de betweterijen van Plop kunnen de kleuters zich binnenkort amuseren met het gebulder van Bossie. Nog een geluk dat zijn uitspraak van de Nederlandse taal perfect is, anders zou geen enkel kind hem kunnen verstaan.