Interview 'Jonge' Aimé kiest voor oude liefde

Hij oogt scherp, is nog altijd even rad van tong en kent het huis als zijn broekzak. Aimé Anthuenis lijkt in alle opzichten de ideale opvolger van Harm Van Veldhoven om na de blamage tegen Racing Mechelen Germinal Beerschot terug op de rails te krijgen. Anthuenis lijkt zijn oude strijdlust te hebben teruggevonden. “Ik voel me er terug klaar voor”, aldus de nieuwe T1 op Het Kiel, die vrijdagochtend de trainingen al overnam.

 

“(Denkt gevijnsd na) Hoe lang is het nu geleden? Vijfendertig jaar? Het zal een jaar of twee, drie zijn. Maar in je geest blijf je altijd een voetbaltrainer. Het charmeert mij dat ze voor mij gekozen hebben. (Lachend) Als je de curricula van alle trainers in eerste klasse naast elkaar legt,mag iedereen vertrekken, (serieus) maar ik ben de eerste om te beseffen dat je afhankelijk bent van je spelers. Zonder ben je niets meer met je curriculum.”

 

“Lokeren was een ander gegeven (Anthuenis gaf toen toe dat hij depressief was, nvdr.). Als jij vandaag, morgen of overmorgen uit je bed stapt. Dat is ook een groot verschil. En dat heeft niets met de leeftijd te maken.”

 

“(Zucht) Zwijg over die zaken. Del Bosque en Ferguson zijn ook geen jonge trainers en wijn wordt beter met de jaren. Ik zou niet weten waarom ik een dommere trainer ben geworden omdat ik ouder ben. Bovendien moet je van een trainer niet verwachten dat hij 25 rondjes loopt op het veld. Hij moet voeling hebben met de ploeg, de technische staf leiden en die doen werken.”

 

“De club kende vorig seizoen een uitzonderlijk jaar met de vijfde plaats, een halve finale in de Beker van België en veel publiek en enthousiasme. Dat schept een hoog verwachtingspatroon. Ik moet niet terugkomen op de situatie uit het verleden (transferpolitiek van Germinal Beerschot tijdens de zomer, nvdr.). Maar hoe beter je speelt, hoe makkelijker je de beste spelers verliest. Als ze voor Witsel met 700 miljoen oude Belgische franken zwaaien, zal Standard ook niet weigeren.”

 

“Van Veldhoven is niet de oorzaak dat Germinal Beerschot 8 punten heeft. Hij heeft in het verleden bewezen dat hij een goede trainer was en is nu het slachtoffer van vele omstandigheden: geluk, blessures, een vernieuwde maar daarom niet verbeterde kern.”

 

“In deze rare en moeilijke competitie mag je niet bij de laatste vier eindigen. Dus ook als je 7de of 8ste staat, speel je heel het seizoen met het mes op de keel. Als je dan mentaal niet sterk bent, wordt het heel zwaar. Iedere voorzitter wil schoon voetbal en resultaten, maar op dit moment telt dat niet. Nu moet je met de groep binnen zijn mogelijkheden en beperking zoveel mogelijk punten halen. En Germinal Beerschot heeft de mogelijkheden om uit deze situatie weg te raken, maar er is veel twijfel in de kleedkamer. Het enthousiasme moet terug in de ploeg komen en de twijfels moeten verbannen worden.”

 

“Iedereen heeft een eigen vast patroon in zijn hoofd. Als dat er niet uitkomt, zoek je naar een andere oplossing. Er wordt dan nog al een snel gezegd ‘dat hij te veel wisselt’. Theoretisch zal ik tot Nieuwjaar op zoek moeten gaan naar een vast veldpatroon. Je beschikt over een grote groep waarin de helft zegt ‘Ik kan het beter’ en veel spelers die aan elkaar gewaagd zijn. Vorig jaar had je met Losada, Colman en Steppe dominante spelers rondlopen, die vertrokken zijn. Wie in de plaats kwam was niet dominant.”

 

“Iedere ploeg die in de rechterkolom staat, gaat iets doen. De transfermarkt zal ontploffen. Maar je beschikt zelf over een kern van 27 spelers, dan moet je nu nog niet beginnen over transfers. Tijdens de winterstop moet je eerst een evaluatie maken van je eigen kern. Ik heb het bestuur ook geen garanties gevraagd voor inspraak in de transfers.”

 

“Ik sta nu ook in het midden van de belangstelling, maar ik ben hier in eerste instantie om punten te pakken met Germinal Beerschot. Er zijn tijden geweest waarin ik dat wel nodig had. Ik heb veel met mijn hoofd op eerste pagina van de krant gestaan, en niet alleen de sportkrant. Dat moet nu niet meer. (grijnst) Ik denk trouwens dat er de voorbije vijftien jaar niemand meer in de krant heeft gestaan. Ik zou een percent moeten vragen op de verkoopscijfers.”

 

“Wat is duur? (Bijna filosofisch) Als je naar een restaurant gaat en je hebt heel goed gegeten, dan maakt het niet uit hoeveel je moet betalen. Maar als het eten niet goed was, dan is het allemaal veel te duur. Zelfs als je niets moet betalen, dat is dan nog te veel.”

 

“Klopt. En dat zal in de toekomst blijven gebeuren.”

 

“Het voorbereidende werk is gedaan door de vorige technische staf, maar ik zal zeker aanwezig zijn.”