Voor de laatste mediaweek van het jaar sta ik even stil bij de problemen van Club en analyseer ik de Europese snipperdag van Standard. Ten slotte feliciteer ik Gumienny voor zijn vlekkeloos optreden vorig weekend en Bölöni voor zijn consequent gedrag.
Snipperdag
Standard heeft zijn laatste Europese match van dit jaar met 3-0 verloren. Geen ramp op zich, de Rouches waren sowieso al zeker van een plaats bij de laatste 32 en dankzij de zege van Sampdoria tegen Sevilla zijn de Luikenaars ook nog eens groepswinnaar.
“De match te veel”, blokletterde Het Laatste Nieuws. Kijk, daar heb ik toch zo mijn bedenkingen bij. Voor een bende vitrinespelers die zich enkel kunnen opladen als er een topduel op het menu staat en als zij weten dat zij zich in belangstelling van Europese (sub)toppers kunnen spelen is een Europese wedstrijd, wat de belangen ook mogen zijn, nooit een match te veel.
De Standardspelers gaan er prat op dat zij enkel tot grootse prestaties in staat zijn als er veel schoon volk naar de etalage komt kijken. Stuk voor stuk speelt die bende arrogantjanussen voor een transfer. Als er dan een uitstekende gelegenheid is om zich in de kijker te spelen, dan is het toch in Europese matchen. Ik heb het al geschreven en ik blijf bij mijn standpunt: een grote speler ben je pas op alle momenten, dat betekent zowel op grote als kleine momenten. Stuttgart had zo een groot moment kunnen zijn.
Snippermaand
Bij Club Brugge kan het aantal snipperdagen stilaan tellen: 2-0 op Lokeren, 1-4 tegen Standard, 0-1 tegen FC Kopenhagen en 5-1 op Moeskroen. Alstublieft! Dank u wel! Na de nederlaag op Lokeren heette het nog dat de spelersgroep na de goede prestatie op Valencia niet scherp genoeg voor de dag kwam. Na de afgang thuis tegen Standard was men op een sterkere tegenstander gebotst, het 0-1-verlies tegen Kopenhagen was te wijten aan de vele geblesseerden en was geeneens erg, want de doelstelling, het bereiken van de poules in de Uefa Cup, was toch bereikt, maar na de optater tegen Moeskroen wist zelfs Jacky Mathijssen niet meer welke verklaringen hij nu nog allemaal uit zijn mouw kon schudden.
De Clubcoach wou de pers niet te woord staan. Hij hield het op de persconferentie dan ook bij een handvol woorden. De analyses mochten wij maken. Mathijssen weet ook wel waar het schoentje wringt bij blauw-zwart, al wil hij – logischerwijze – niet in zijn eigen vel snijden. Als je met spelers zoals Laurent Ciman en Bernt Evens een topploeg moet vormen, dan kan je beter van in het begin de ambities bijstellen. Veel meer dan een tobclub kan je daar niet van maken.
Ciman etaleerde op Le Cannonier nog maar eens wat voor beperkte voetballer hij wel is. De manier waarop hij de gelijkmaker aan Moeskroen cadeau deed, verraadt een groot gebrek aan voetbalkunde en –intelligentie. Het is onbegrijpelijk dat Mathijssen zo iemand naar Club haalde. Evens is dan weer uitstekend als steltenloper, maar komt ook veel te kort om het op het hoogste niveau waar te maken.
Mathijssen mag echter op beide oren slapen: het Clubbestuur heeft bij monde van Filips Dhondt het vertrouwen in de trainer uitgesproken. Voorzitter Michel D’Hooghe vertoefde de voorbije dagen in Japan voor het WK van clubs, ver weg van alle hetze in zijn eigen club. De Brugse arts is er echter de man niet naar om het kerkhof dat hij enkele jaren geleden aanlegde, verder uit te breiden. Een emotionele reactie moeten we van hem zeker niet verwachten.
De uitdrukking ‘het is van je vrienden dat je het moet hebben’, gaat hier meer dan ooit op. Jan Ceulemans, Emilio Ferrera (in mindere mate een vriend), René Verheyen, Marc Degryse, Franky Vanderelst en Cedomir Janevski werden voor veel minder geslachtofferd. Mathijssen is geen vriend van D’Hooghe, dus hoeft hij zich geen zorgen te maken. De Maaslander is er nog maar eens in geslaagd om uit een bont allegaartje met enorm veel beperkingen het maximum te puren, al liet het geluk hem de laatste weken wat in de steek. Gelukkig behoort dit Club tot de top van de middenmoot in België en met de traditionele waarden zoals ‘onverzettelijkheid, sturm und drang en heel veel karakter’ zal dit nog een tijdje zo blijven.
Joviale Gumienny wil geen tweede penaltysoap
Wat is Serge Gumienny toch een kwal van een scheidsrechter! De Limburger mocht als beloning voor zijn goede prestaties van de afgelopen weken de topper tussen Standard en AA Gent fluiten. Zoals te verwachten viel, was zijn optreden alweer vlekkeloos. Op geen foutje te betrappen!
Toen Reginald Goreux een duidelijke penaltyfout maakte op Maric weigerde de blonde god om strafschop te fluiten. Gumienny was zijn coup de théatre van twee weken geleden in het Vanden Stockstadion duidelijk nog niet vergeten. Hij moet gedacht hebben: liever geen elfmeter fluiten, dan kan ik ook niets fout doen en kan de pers nadien niet op mijn kap zitten. Uitstekend gezien, Serge!
Gelukkig wordt Gumienny door de spelers op handen gedragen. De relatie tussen hem en de heren voetballers is steeds optimaal. Gumienny staat er dan ook voor bekend om zich niet boven, maar tussen de spelers te stellen. Hautain gedrag is hem vreemd. Dat ondervond ook Jonas De Roeck van AA Gent toen die de manager van Ford Genk om uitleg ging vragen bij een uitzonderlijk discutabele fase. “Rot op”, snauwde Gumienny hem toe. “Als het jou niet aanstaat, mag je je gaan douchen”, voegde hij eraan toe.
Vorige week verklaarde de gecontesteerde ref nog dat hij zich niet bewust was van enige arrogantie. Ja, dat zal wel. Het blijft mij een raadsel wat de leden van de Scheidsrechterscommissie in zo iemand zien. In plaats van te lopen paraderen op een voetbalveld, zou hij beter de catwalk lopen tijdens een modedefilé van Dirk Bikkembergs. Als hij dan toch in de kijker wil lopen, dan beter tussen die jeanetten die modeshows doen. Hij zou er niet misstaan.
Bölöni maakt gehakt van Nicaise
Het minste wat we kunnen zeggen over Laszlo Bölöni is dat de aimabele Roemeen een consequent man is. Vorige week schreeuwde de Standardtrainer moord en brand na de vuile fout van Wesley Sonck op Marcos Camozzato. De voorbije dagen liet Bölöni geen spaander (wij bedanken de aandachtige lezer Jamai voor zijn terecht opmerking) heel van Benjamin Nicaise, zijn eigen speler die een heel smerige trap verkocht aan Marko Suler van AA Gent.
“Nicaise heeft me zwaar ontgoocheld. De Fransman mist respect voor de tegenstander”, foeterde Club Bruggesupporter nummer één. “Hij is een slecht voorbeeld voor de jeugd. Ik heb bij Standard grote spelers gekend: Wilfried Van Moer, Simon Tahamata, Eric Gerets, Arie Haan en Walter Meeuws. Maar Nicaise behoort zeker niet tot die categorie. Dat heethoofd beseft niet waar hij mee bezig is.”
Respect, meneer Bölöni, voor uw eerlijkheid en consequentie. Toch raar dat geen enkel medium de link heeft gelegd met de uitlatingen van de Roemeen vorige week en dat niemand in het Belgische journalistenland de heer Bölöni naar een reactie op de zware fout van Nicaise gevraagd heeft. Foei!
Snippertweeweekse
De heren voetballers rusten nu enkele weken uit. Ook mediaweek neemt zich het voorrecht om er twee weken tussenuit te glippen. Wij brengen jullie wel een compilatie van de ‘leukste’ anekdotes van het voorbije halfjaar. Begin januari, naar aanloop van de achtste finales in de Beker van België, mogen jullie ons opnieuw verwachten. Tegen dan zal de transfercarrousel wel weer op volle toeren draaien. Prettige kerstdagen en de beste wensen voor het nieuwe jaar! Moge het net als vorig jaar doorspekt zijn van heerlijke akkefietjes, grappige scènes en markante uitspraken.