In de tweede aflevering van deze week geef ik mijn ongenuanceerde mening over Nicolas Frutos (alweer), Philippe Albert en de snel werkende bondslui.Ten slotte sta ik even stil bij de reactie van Dieumerci Mbokani op zijn zesde plaats bij de Gouden Schoen.
Frutos blinkt weer uit
Voilà zie, het seizoen is halfweg en Nicolas Frutos heeft zijn job gedaan. De Anderlechtspits heeft in de eerste competitiehelft elf matchen gespeeld (het ging zowaar te goed) en in totaal zeven doelpunten gemaakt. Dat is minder goed dan vorig jaar, maar beduidend beter dan twee seizoenen geleden. Het ‘Kadaver’ mag met een gerust gemoed aan zijn zes maanden durende vakantie in Argentinië beginnen.
Ik moet het tot treurens toe herhalen: Frutos vervalt steeds in dezelfde ziekte. Na enkele wedstrijden gespeeld te hebben, is het weer over and out voor de glazen Argentijn. Er is altijd wel iets aan de hand met hem, nu heeft hij door verkeerde medicatie een achillespeesscheur opgelopen.
Niet dat hij daar zelf veel kan aan doen. De ‘Reiger’ had in eigen land tot een kot in de nacht Nieuwjaar gevierd, daarbij niet kijkend op een hap en een druppel meer of minder. ’s Anderendaags moest hij in allerijl in een ziekenhuis opgenomen worden met het beruchte afterpartyvirus.
De medicatie die de Argentijn daar kreeg, heeft zijn achillespees broos gemaakt en nu zit daar dus een scheurtje in. Zo’n boom van een vent, maar toch zo breekbaar als glas. Ik kijk in ieder geval al uit naar de persconferentie die Frutos ergens in juli zal geven. Dat wordt allicht weer brullen van de pret.
Niet te vinden: snelle bondslui
Racing Genkvoorzitter Henry Lemmens beklaagde zich erover dat het een week duurt vooraleer het dossier van een nieuwe transfer administratief volledig in orde is. Profligavoorzitter Ivan De Witte had daar wel oren naar en beloofde zijn collega om dat euvel te verhelpen.
“Het probleem is blijkbaar dat het informaticasysteem bij de bond moet worden aangepast en dat er gekwalificeerd personeel moet zijn”, liet De Witte weten aan Het Nieuwsblad. Eindelijk iemand die durft te zeggen waar het op staat. Er moet gekwalificeerd personeel zijn. Ik vrees dat De Witte dat soort personeel niet zal vinden bij de bond. De bende amateurs die zich bondslui (met de nadruk op ‘lui’) durven noemen, kennen nog niet eens het verschil tussen een computer en een telefax.
Ook bij de dienst aansluitingen niets dan eerlijkheid. “In de meeste gevallen kan een aansluiting binnen de paar uur geregeld zijn”, aldus diensthoofd Jean-Paul Mievis. Ik moet jullie niet zeggen wat voor een werkijver ze bij die dienst aan de dag leggen. Het voordeel van op deze dienst te werken is dat je bij een ontslag zo goed als zeker bent van nieuw werk. Met die referenties kan je moeiteloos aan de slag op een of ander ministerie.
Albert wint de Schoonheidsschoen
Afgelopen woensdag won Axel Witsel de Gouden Schoen. Wat ik betreur, is dat er niet zoiets bestaat als de Schoonheidsschoen. Deze prijs zou de fairste voetballer van het land moeten bekronen. Als er één (ex-)voetballer is, die in België deze Schoonheidsschoen zou mogen winnen, dan is het Philippe Albert. Ik denk dan met name aan het jaar 1994, toen de Waalse beenhouwer er op zijn eentje voor zorgde dat België naar het WK in de Verenigde Staten mocht.
België speelde in de voorronde voor dat WK een beslissende match thuis tegen de Vereniging van Tsjechen en Slowaken (VTS). Toen een bezoekende speler alleen op weg was naar doelman Filip De Wilde, nam naamgenoot Albert het zekere voor het onzekere en torpedeerde de VTS’er tegen de grond. Rood voor Albert, maar België mocht wel naar het WK. De Ardennees werd als een held onthaald in zijn vaderland.
Diezelfde Albert vond het de voorbije week nodig om zijn ongezouten mening over Stijn Stijnen te geven. “Spreek me niet over hem. Hij heeft geluk dat er bij Club Brugge geen concurrentie is, want anders zat hij niet eens op de bank. Dat hij maar snel naar het oosten gaat, zodat ze bij de nationale ploeg een echte keeper, Logan Bailly, tussen de palen kunnen zetten. Hij valt enkel op door zijn kamikazes. Bij mij zou hij het geen twee keer moeten proberen”, aldus Albert in Le Soir.
Let op, van iemand als Albert aanvaarden we zulke wijze woorden. Een speler als hij die in zijn gloriedagen (ik heb het dan voornamelijk over zijn pre-Anderlechtperiode) zelf bekend stond als butcher eerste klasse heeft altijd recht van spreken. Had hij zelf niet het geluk dat hij als uitermate beperkte voetballer van Charleroi naar het in die tijd Europees oppermachtige KV Mechelen kon trekken?
Zijn pleidooi voor Bailly kon op geen beter moment vallen. Toevallig verschenen de voorbije week leuke foto’s van mediageile Logan in de Duitse kwaliteitskrant Bild. Met kleine oogjes, een glas schuimwijn in de hand en om half zes in de morgen maakte Bailly samen met enkele ploegmaats de dansvloer van een plaatselijke discotheek onveilig. Gelukkig dat het geen concert in Luik was, of de excentrieke ex-Genkspeler had zijn vuisten weer kunnen laten spreken. Niet om een bal weg te boksen, maar om de gezichten van toevallige passanten te bewerken. Ondertussen lag vriendin Jessica thuis geboeid aan haar bed gekluisterd…
Dieu awel Merci Mbokani
Axel Witsel kroonde zich woensdag zoals gezegd tot winnaar van de Gouden Schoen. Wie tijdens de verkiezing van dit kleinood helemaal de mist inging, was Dieumerci Mbokani. De Congolees van de Rouches verklaarde tijdens de show met een aan arrogantie grenzende zelfzekerheid dat hij de terechte winnaar zou zijn. Geen enkele speler had het voorbije jaar beter gepresteerd dan hijzelf.
Viel dat even tegen toen de grillige spits zijn naam als nummer zes hoorde afroepen. Mbokani strandde op maar liefst 91 punten van de winnaar. Dat noem ik al geen klein verschil meer, voor iemand die zichzelf op het podium zag staan.
Zijn speech was zelfs al klaar. “Ik wil iedereen bedanken, die op mij gestemd heeft. Een bijzondere dank gaat uit naar de mensen van Anderlecht, die mij de kans gegeven hebben om in de Pro League te debuteren en die echt wel genoeg in mij geloofden en voldoende geduld met mij hebben gehad. Met spijt in het hart heb ik paars-wit verlaten en de twee doelpunten waarmee ik Standard vorig seizoen in het onderlinge duel naar de titel schoot, kerfden als een dolk in mijn bloedende hart.” Ik had het hem zo graag horen zeggen.
Ik ben er zeker van dat dit een puur racistische afrekening is door de heren journalisten en prominenten in dit land. Ze hebben hem gewoon niet meer punten willen geven omdat hij Afrikaan is. Een echte schande vind ik het. Gelukkig bleef Mbokani er zelf rustig onder en kon hij deze uitslag relativeren. Zo hoort het, Dieumerci! Ook in moeilijke momenten houdt een voetballer het hoofd recht.