Ondanks de goede resultaten van Germinal
Beerschot lijkt het alsof er op Het Kiel
toch een brandje geblust moet worden.
Voorzitter Herman Kesters voelt zich in
de soap rond Aimé Anthuenis de gebeten
hond.
Of
Herman Kesters dinsdag met de spelersraad van
Germinal Beerschot aan tafel zou zitten om de positie van
Anthuenis te bespreken, wilden we weten. “De mening van de spelers is belangrijk”, beseft Kesters.
“Maar heeft het belang of ik zeg dat ik met de spelers ga praten? Ik moet de visie van de club toch niet alle kranten uitleggen. Ik vraag jullie toch ook niet waar jullie vanavond gaan slapen. Eén speler heeft mij opgebeld voor een gesprek, maar dat kan ook over zijn contract gaan.”
Ernie Brandts
Anthuenis verkondigde zaterdag na de winst tegen KV Kortrijk dat Germinal Beerschot gered is en vraagt het bestuur om duidelijkheid nadat vorige week de naam van Ernie Brandts opnieuw op Het Kiel opdook.
“Aimé heeft deze situatie zeer handig uitgespeeld en ik begrijp dat, maar er was in het begin afgesproken dat we een gesprek zouden hebben op het moment dat we mathematisch gered zijn”, weerlegt Kesters. “Dat is nog niet het geval. In die situatie volgt er een gesprek voor eind maart.”
Kesters vreest dat hij met de zaak-Anthuenis de wind weer van voren zal krijgen. “Zaterdag zullen ze mij weer buitenroepen, maar Herman Kesters gaat zich deze keer niet laten doen. Ik ga niet opnieuw het slachtoffer worden.”
Appreciatie
“Ik ben dag en nacht bezig met deze club, maar krijg nooit één woordje appreciatie in de pers. Voor de buitenwereld ben ik maar de verantwoordelijke voor de slechte transfers en de persoon die de club naar de kloten helpt. Voor velen ben ik ook maar een meeloper en zijn er andere sterke mannen in het bestuur. Waarom bellen ze mij dan nog. (cynisch) Ik denk niet dat Herman Kesters ooit al iets goed gedaan heeft voor de club.”