Tristan Peersman herademt. De 29-jarige doelman heeft na enkele tegenvallende seizoenen het voetbalplezier teruggevonden bij de Nederlandse tweedeklasser FC Dordrecht. Na de woelige passage bij het Griekse OFI Kreta voelt hij zich terug gerespecteerd.
De carrière van Tristan Peersman is er eentje van vallen en opstaan. Hij verloor bij Anderlecht drie seizoenen door een bacteriële infectie aan de rechtervoet, maar schopte het begin deze eeuw toch tot Rode Duivel. Peersman belandde echter terug op de bank en verdedigt na bewogen jaren bij Willem II en OFI Kreta nu het doel van de Schapenkoppen van FC Dordrecht.
De degradatie heeft echter geen vat op het gemoed van Peersman. De rijzige doelman lacht en glundert. Op zijn 120 kilometer lange rit van Nederlands Brabant naar de Antwerpse Kempen houdt hij halt in Brasschaat om vrijuit over zijn voetbalavonturen te babbelen. Over Griekse ziekenhuizen en Israëlische agenten tot... zijn memorabele wissel op Sint-Truiden.
FC Dordrecht
“Het aanbod van FC Dordrecht was heel interessant”, zegt Peersman. “Ik was na zes maanden het thuiszitten meer dan beu. (lacht) En mijn vrouw waarschijnlijk nog meer. Op een gegeven moment deden we niets anders dan zagen tegen elkaar. Voor de kindjes was het belangrijk dat ze in hun vertrouwde omgeving konden blijven. Daarom ben ik in België blijven wonen.”
Peersman verbrak afgelopen zomer zijn contract bij Kreta en was zes maanden werkloos. Bij Dordt tekende hij slechts een contract tot het einde van het seizoen. “Een langere overeenkomst wou ik ook niet. Ik wil me hier terug in de kijker spelen en Dordrecht helpen in de strijd tegen de degradatie. Als ik goed presteer, zijn zij ook tevreden en creëren we een win-win-situatie.”
“Met mijn ervaring krijg ik meer verantwoordelijkheden van de trainer. Ik moet de jonge spelers een beetje sturen. Zij tonen ook veel respect voor mij en komen me vragen hoe het is om in de Champions League te spelen. (lacht) Is er een groot verschil met het tempo uit de eerste divisie, Tristan? Tuurlijk.”
Ondanks een lange periode zonder voetbal werd Peersman in zijn eerste wedstrijd meteen verkozen tot doelman van de week. “Op conditioneel vlak is alles in orde, maar qua vorm zit ik nog maar aan 60 tot 70 procent. Het zijn die kleine beslissingen die je in een wedstrijd moet maken die nog beter moeten. Maar ik wil terug hogerop en daarom is het belangrijk dat ik kan spelen.”
Tubeke struikelt over naam
De naam van het Beverse jeugdproduct circuleerde tijdens de wintermercato ook bij Tubeke, Germinal Beerschot en het Israëlische MS Ashdod. “Germinal Beerschot is nooit concreet geweest en ik wou ook niet naar daar om op de bank te zitten. Bij Tubeke struikelden ze over mijn naam. Ze dachten dat ik stukken van mensen wou verdienen en hebben nooit een voorstel gedaan.”
Peersman vond de Israëlische piste nog de meest interessante. “Ik was heel graag naar daar gegaan”, verrast hij. “Je kan er evenveel verdienen als bij een Belgische subtopper. Het is er bovendien goed weer en de mensen zijn sympathiek. De oorlog was toen ook geen item. Ik denk zelfs dat het daar veiliger is dan in België. Op iedere hoek is er controle. We zijn daar zelfs bijna in den bak gevlogen omdat we zonder gordel reden.”
De transfer naar Dordrecht had nog serieus wat voeten in de aarde. Ondanks het feit dat Peersman zijn contract bij OFI Kreta tijdens de zomer al had verbroken, probeerde de Griekse club alsnog de transfer tegen te houden. “Ze probeerden mij nog zoveel mogelijk te koeieneren omdat ik hen een proces had aangedaan. Ik heb echter nooit gevreesd dat het niet in orde zou komen.”
Griekse stijl
Anderhalf jaar geleden trok Peersman nochtans met goede gevoelens richting het Griekse vakantie-eiland Kreta. Na een jaartje bankzitten bij Willem II lachten de zon en het strand hem toe. Ook vrouw en kinderen waren opgetogen met de verhuis naar het land van feta en ouzo.
Een sprookje werd het echter niet. Peersman blesseerde zich aan de buikspieren en maakte kennis met de Griekse ziekenhuizen – “Het is zoals 50 jaar geleden in België” – en een aparte stijl van zaken doen. De Antwerpenaar wacht nog altijd op zeven maanden salaris en startte een proces bij de FIFA.
“Ik vertik het om er nog ooit met vakantie te gaan”, grijnst Peersman. “Qua leven is het er prachtig. ’s Ochtends trainen en in de namiddag met de kindjes naar het strand. De wanbetalingen sleepten echter te lang aan om er een prettig gevoel aan over te houden. Ze hebben nu zelfs cheques uitgeschreven die ik nooit gekregen heb en daarvan een kopie in het dossier van het proces gestoken. Te gek voor woorden.”
“Spijt van mijn keuze heb ik echter niet. Mijn vrouw vond het een geweldig idee en we hadden de club laten doorlichten en er waren geen problemen. Op een bepaald moment moet je echter aan je gezin denken en de knoop doorhakken.”
De wissel
In België wordt Peersman nog regelmatig geconfronteerd met zijn wissel op Sint-Truiden. De doelman ging tijdens de wedstrijd onder een hoge bal door en vroeg trainer Frankie Vercauteren zelf om een vervanging.
“Het is triestig dat iedereen daar altijd op terug moet komen. Ik heb in mijn leven misschien duizend ballen moeten pakken en er drie gemist. Over die 997 andere die ik gepakt heb, wordt er niet gesproken. Mentaal niet sterk genoeg? Dat had daar toen niets mee te maken. Ik raakte niet uit mijn concentratie door iemand die boe riep.”
“Ik heb er nooit over gepraat, maar omdat het ver achter me ligt wil ik het nu wel kwijt. Mijn vrouw was toen drie maanden zwanger van mijn dochtertje en toen ik op een avond thuiskwam, had ze veel bloed verloren. Was het vruchtje afgekomen of was het er nog? Wat waren de risico's? Ik kon moeilijk met die onzekerheid omgaan en zat in een gevoelige periode. Iedere keer dat ik op het veld stond, moest ik er aan denken.”
“De voetbalwereld was toen zo hard voor mij. Het mag misschien geen excuus zijn, maar ik was volledig de kluts kwijt. Niet spelen? Dat was geen optie. Dan moest ik zes maanden aan de kant blijven. Gelukkig is het allemaal goed afgelopen.”
40
Hoe de toekomst van Peersman zelf verder loopt, is nog wel onzeker. “Misschien voetbal ik wel tot mijn 40e. Ik moet me alvast niet meer de vraag stellen of ik het niveau nog aankan. Ik heb in eerste klasse gespeeld en ben Rode Duivel geweest. Nu gaat het om het gevoel en het plezier van terug op het veld. Je weet niet wat je mist tot het zover is. Wat ben ik blij dat die zes kutmaanden voorbij zijn.” (AN)