Thijs: "Spelers aanvaarden mijn richtlijnen"

VK: Wat doet dit met een mens om onder luid applaus het terrein op te komen?

Thijs: “Ik ben vooral blij dat ik terug ben. Het applaus doet uiteraard deugd. Ik zat meteen goed in de match, ik won enkele duels en mijn passen waren ook goed. Ik heb geprobeerd om meer snelheid in het spel te brengen. Dat is mij redelijk goed gelukt.”

VK: Denk je nog aan die blessure die je maanden aan de kant hield?

Thijs: “Neen, absoluut niet. Ik ben nu volledig pijnvrij en dat doet deugd. Ik heb nooit echt getwijfeld. Er waren alleen maar frustraties omdat ik niet meer kon spelen. Ik heb mezelf altijd goed verzorgd, heb altijd goed getraind. Ik kon mij er niet bij neerleggen om te stoppen om mijn dertigste.”

VK: Michel Preud’homme krijgt met jou zijn perfecte luitenant op het veld. Dat vindt ook Genkcoach Hein Vanhaezebrouck.

Thijs: “Ik kan inderdaad een leider op het veld zijn, een verlengstuk van de coach. Ik vind het trouwens een mooi compliment van Vanhaezebrouck. Het is ook wel zo dat Preud’homme mij niet voor niets kapitein gemaakt heeft. Ik breng rust en ik kan richtlijnen geven.”

VK: Was het gebrek aan een leider op het veld het probleem van dit AA Gent de laatste weken?

Thijs: “Ik had de laatste tijd het gevoel dat de spelers niet veel accepteerden van elkaar. Dat moet eruit. Daarover hebben we het de voorbije weken al gehad in de kleedkamer. Ik merk dat het nu beter gaat.”

VK: Milos Maric is niet de meest coachbare speler op het veld, maar van jou aanvaardt hij wel de nodige kritiek.

Thijs: “Het klopt dat de spelers van mij richtlijnen aanvaarden. Ik wijs hen niet alleen op de negatieve zaken. Sommige spelers moet je ook zachter aanpakken. Zulke zaken voel ik wel aan.”

VK: Toon je met dit soort gedrag dat je een trainer in spe bent?

Thijs: “Het coachen van medespelers heeft altijd al in mij gezeten. Ik denk er wel aan om ooit een trainerscursus te volgen, maar het is niet zo dat ik daar momenteel al mee bezig ben.”

VK: Waarom begint AA Gent vaak aarzelend aan een match?

Thijs: “Ik vind dat we altijd met te veel respect beginnen. Het is jammer dat we vaak al van in het begin achter de feiten aanhollen. Tegen Standard hebben we de negatieve situatie nog in ons voordeel kunnen ombuigen, maar zoiets lukt niet altijd.”