Column Scheidsrechters

Anthony Van der Planken
| 30 reacties
Scheidsrechters
Foto: © SC

Volg Voetbalkrant nu via WhatsApp!

Er gaat geen weekend voorbij, of de Belgische arbitrage staat in het middelpunt van de belangstelling. Ook afgelopen speeldag was dat weer het geval.

Twee scheidsrechterlijke fouten zetten Club Brugge en Anderlecht op weg naar een belangrijke zege. Meteen staken de aloude complottheorieën weer de kop op.

U kent het verhaal wel: de grote clubs, en dan vooral de top drie, worden een hand boven het hoofd gehouden door de scheidsrechters. Kleine ploegen worden in wedstrijden tegen de groten steevast benadeeld. Een wel heel makkelijke conclusie, om niet te zeggen een misvatting. De fases waarbij de scheidsrechters tegen de groten fluiten, worden immers maar al te makkelijk vergeten.

Neem nu gisteren. Na Cercle Brugge – Anderlecht ging alle aandacht naar de hilarische penalty voor paars-wit. Niemand had het nog over de 1-2 van Cercle, die tot stand kwam na een vrijschop die nooit hernomen had mogen worden. Of Lokeren - Club Brugge, waar Gueye de straf kreeg die de ellebogen van Carevic tot driemaal toe verdienden. Kleine clubs focussen voortdurend op het falen van de referee in plaats van de hand in eigen boezem te steken. Sinds kort heeft dat fenomeen ook een naam: het Ierland-complex. Geen Ier die trouwens een replay vroeg na de lachwekkende penalty (klik) die zij zelf kregen in de WK-kwalificatiepartij tegen Georgië, dat toen nog 0-1 voorstond.

Het idee dat topclubs steeds weer bevoordeeld worden, is een foute perceptie die eigenlijk mee in stand wordt gehouden door de pers én de betrokken clubs zelf. Doordat spelers en trainers van Club Brugge, Anderlecht of Standard minder vaak klagen over scheidsrechterlijke beslissingen, komen die fouten ook veel minder onder de aandacht. Topclubs winnen vaak toch, ondanks een foute beslissing tegen hen, en hebben daardoor minder de neiging om achteraf te klagen. Het is dan ook niet toevallig dat de Jacobsen en Bölöni's van deze wereld vooral na onderlinge topwedstrijden zeuren over de scheidsrechter.

Maar ook de dagbladen werken gewillig mee. Telkens topclubs bevoordeeld worden, volgen er groteske titels en uitgebreide analyses in de kranten. In het omgekeerde geval is het vaak bijzonder stil. Complottheorieën verkopen nu eenmaal beter, zeker in Vlaanderen, waar het underdoggevoel altijd al hoogtij vierde.

De grootste blunders worden trouwens niet op het veld, maar wel in de bondsgebouwen gemaakt. Onze arbitrage is niet geholpen met het terugzetten van scheidsrechters naar tweede klasse omdat ze eens in de fout gaan. Johan Verbist bijvoorbeeld was aan een uitstekend seizoen bezig, maar werd prompt degradeerd omdat de horrotackle van Goreux hem even ontging. Frederik Geldhof zal ongetwijfeld even aan de zware straf van zijn collega hebben gedacht toen hij Gueye te snel rood gaf.

Nochtans heeft de arbitrale aanpak naast het veld de afgelopen maanden wel degelijk een belangrijke stap voorwaarts gezet. De introductie van het snelrecht bij rode kaarten is een uitstekende zaak, maar ze vergt wel een efficiënt en goedwerkend bondsparket. En dat is helaas nog te vaak niet het geval. Neem nu de zaak-Bolat. De doelman van Standard werd na zijn vuistslag richting Dirar -zoals het hoort- voor het Sportcomité gedaagd, maar op de zitting zelf bleek bondsprocureur René Verstringhe er opvallend weinig zin in te hebben. Verstringhe had een wel heel beperkt videostukje bij, zo onduidelijk dat het Sportcomité zelf beter beeldmateriaal liet aanrukken. De Luikse verdediging kon zijn oren helemaal niet geloven toen de bondsprocureur -die verondersteld wordt in naam van de Belgische voetbalwereld strenge en rechtvaardige straffen te vorderen- doodleuk liet verstaan de indruk te hebben dat Bolats slag niet zo bedoeld was en dat een sanctie dus niet echt nodig was. Waarom Verstringhe Bolat dan voor het Sportcomité had gedaagd? “Om achteraf niet het verwijt te krijgen dat ik geen actie ondernomen heb.” Tja.

Hetzelfde geldt voor het Beroepscomité van de voetbalbond, dat in de wandelgangen ondertussen als het verminderingscomité door het leven gaat. Een beroepsinstantie die steevast schorsingen verlicht, soms zelfs halveert, levert slecht werk. Ze maakt het werk in eerste aanleg de facto irrelevant, want geen enkele speler of club aarzelt tegenwoordig nog om in beroep te gaan.

Helaas is het ultieme redmiddel tegen scheidsrechterlijke blunders nog steeds verre toekomstmuziek. Zelfs de handsbal van Henry lijkt de FIFA niet te kunnen overtuigen om snel het gebruik van videobeelden tijdens de wedstrijd te introduceren. In afwachting moet de bond dan maar repressief optreden en zware gewelddaden op het veld achteraf bestraffen aan de hand van televisiebeelden. Niet enkel wanneer de scheidsrechter de feiten niet gezien heeft, zoals nu het geval is, maar ook wanneer de ref een foute beoordeling maakte, en bijvoorbeeld slechts geel gaf. De bond en de scheidsrechterscommissie weigeren tot nu toe die stap te zetten. Op die manier ontsnapte bijvoorbeeld Wesley Sonck vorig seizoen aan een schorsing na zijn aanslag op Marcos.

Waarom die vreemde kronkel in het reglement? Omdat de integriteit en het respect voor de scheidsrechter anders in het gevaar zou komen, zegt men. Fout. Net door achteraf streng op te treden en alle fouten even zwaar te straffen, zal het respect voor de arbitrage alleen maar toenemen. Fouten van de scheidsrechter zullen veel makkelijker aanvaard worden als spelers achteraf zwaar aangepakt worden voor hun daden. Uiteindelijk zullen ook de spelers hun les leren en voorzichtiger worden op het veld. De arbitrage zou er alleen maar mee geholpen zijn.
Corrigeer
Fout gevonden in bovenstaand artikel? Meld het hier!

Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief

Meer nieuws

Meer nieuws

Populairste artikels

Jupiler Pro League

Nieuwste reacties