Wist je dat 2 Ajax-Belgen nummer 14 droegen?
Foto: © SC
Het nummer 14 wordt sinds 2007 niet meer gebruikt bij Ajax Amsterdam. Dat shirtnummer zal voor eeuwig gelinkt worden aan Johan Cruijff, maar wist je dat er ook twee Belgen bij Ajax met nummer 14 speelden?
Johan Cruijff (foto) stopte in 1983 als speler bij Ajax. In april 2007 maakte de Amsterdamse club ter gelegenheid van Cruijffs 60ste verjaardag bekend dat er nooit nog met het nummer 14 zal gespeeld worden. De jaren daarvoor was dat nummer nog gewoon in omloop. Tijdens het seizoen 2003/2004 speelde Jelle Van Damme met dat nummer, een jaar later was het de beurt aan Thomas Vermaelen. Ook Maxwell en Roger Garcia hadden later de eer om bij Ajax met het shirtnummer 14 te spelen. Roger is tevens de laatste speler die die eer te beurt viel. Lodeiro, sinds 2010 nieuw bij Ajax en niet op de hoogte van de clubcultuur, wilde graag zijn lievelingsnummer 14, maar viste dus achter het net.
Cruijff kende twee periodes bij Ajax. Zijn eerste termijn begon al op tienjarige leeftijd als jeugdspeler. Debuteren in de hoofdmacht deed hij op zijn zeventiende tegen GVAV (Groninger Voetbal en Atletiek Vereniging). Cruijff scoorde, maar verloor met 1-3. Ajax zou dat seizoen (1964-1965) afsluiten op de dertiende plaats. De Amsterdamse club zou nooit nog lager eindigen.
Van nummer 9 naar 14
Een jaar later begon de opmars, niet alleen voor Ajax, ook voor Cruijff. De Nederlander scoorde 25 doelpunten op 23 matchen en bezorgde Ajax zo de titel. In totaal zou Cruijff op elf seizoenen Ajax een duizelingwekkend palmares bij elkaar voetballen. Een overzicht: acht landstitels, vijf nationale bekers en drie opeenvolgende eindzeges in de Europacup I. De eerste EC I werd in het seizoen 1970-1971 gewonnen door in de finale Panathinaikos te kloppen.
In datzelfde seizoen voetbalde Cruijff ook voor het eerst met het nummer 14. Omdat de smaakmaker in het begin van het seizoen langdurig geblesseerd was, had Gerrie Mühren het vaste nummer 9 van Cruijff ingenomen. Die koos bij zijn rentree voor het nummer 14 en zou daar niet meer van afwijken. Toen was dat zeer speciaal, want basisspelers voetbalden toen zelden met een hoger nummer dan 11. Een seizoen later beleefde Cruijff zijn meest succesvolle Ajaxseizoen. Hij won de competitie, beker, EC I, werd topschutter en zou daaropvolgend ook nog het WK voor clubs en de Europese Supercup in de wacht slepen.
Enkele klasseflitsen van Cruijff op een rij.
Verhuis naar Barcelona
Toen Cruijff begin jaren ’70 de aanvoerdersband bij Ajax kreeg, vonden enkele teammaats zijn gedrag niet meer door de beugel kunnen. In de zomer van ’73 werd hij verkocht aan Barcelona. Hij won er een titel en beker en vertrok in ’78. Via Washington, LA Aztecs en Levante belandde hij in 1981 terug bij Ajax. Toen die club zijn contract niet meer wilde verlengen, verliet hij Amsterdam voor Rotterdam. Hij hielp Feyenoord aan zijn eerste titel in tien jaar. In 1984 zette hij op 36-jarige leeftijd een punt achter zijn carrière als speler.
Cruijff werd ook driemaal Europees Voetballer van het Jaar, maar met het Nederlands elftal won hij geen prijs. Hij scoorde 33 keer in 48 interlands en sneuvelde in de WK-finale van 1974 tegen West-Duitsland. Zijn laatste interland speelde hij in 1977 tegen België. Als coach won hij met Ajax de Europacup II in 1988 tegen Leipzig. Bij Barça veroverde hij vier landstitels, de Champions League, de EC II en de Spaanse beker.
De finale van het WK '74. Cruijff forceert snel een strafschop, die door Johan Neeskens wordt omgezet, maar verliest uiteindelijk met 2-1.
Maandag een 'Wist je dat?' met het nummer 3 van AC Milan als onderwerp.
Schrijf je nu in voor de Voetbalkrant nieuwsbrief