In de finale, gespeeld in het Camp Nou-stadion van Barcelona, nam Sevilla de beste start. Via Frédéric Kanouté kreeg het al snel een eerste kans, en in de vijfde minuut was het meteen prijs wanneer Diego Capel staalhard met links uithaalde en doelman De Gea kansloos liet. Atlético drong daarna wel aan, maar stuitte keer op keer op een sterke doelman Palop. Onder meer Diego Forlan en Sergio Agüero lieten enkele wenkende kansen onbenut, zodat we gingen rusten bij een 1-0 stand.

Na de rust verliep het spel gelijkopgaand. Tiago Mendes probeerde eerst Palop vanop afstand te verschalken, maar alweer gaf de Sevilla-goalie geen krimp. Aan de overzijde kon Alvaro Negredo doelman De Gea in een één-tegen-één situatie niet vloeren. Atlético bleef op zoek gaan naar de gelijkmaker, maar pogingen van Forlan en Raul Garcia kenden opnieuw geen succes. Het was wachten tot in de blessuretijd vooraleer Sevilla definitieve zekerheid omtrent de bekerwinst verkreeg. Jesus Navas ontdeed zich van Alvaro Dominguez, omspeelde knap De Gea en schoof de verlossende 2-0 rustig binnen.

Voor Sevilla, dat het nu in augustus tegen Barcelona mag opnemen voor de Spaanse Supercup, is het meteen de vijfde bekerwinst in de geschiedenis.