Interview Leekens: "Lukaku moet zich ontwikkelen in een ontspannen sfeer"

In dit deel heeft bondscoach Georges Leekens het over zijn tweede ambstermijn bij de Rode Duivels, (met ondermeer) de terugkeer van Timmy Simons als rustbrenger en de ontwikkeling van de jonge diamant Romelu Lukaku.

Over de competitiehervorming spreekt hij zich als bondscoach liever niet uit, al heeft België baat bij zoveel mogelijk presterende teams op Europees niveau. Tenslotte laat hij zijn licht schijnen over de voornaamste tendensen op het WK in Zuid-Afrika. ‘Het collectief gaat almaar meer primeren op het individu.’

Je bent nu voor de tweede maal aan de slag als bondscoach. Indien je de huidige kern vergelijkt met diegene die je in 1998 onder je hoede had, wat zijn dan de voornaamste verschilpunten?

“Hetgeen ik daarover wil zeggen, is dat talent niet per definitie gelijk staat aan succes. Je mag talent niet onderschatten, uiteraard heb je op internationaal niveau de nodige kwaliteiten nodig, maar je mag dat anderzijds ook niet overschatten. De voetballende kwaliteiten zeggen niet altijd alles, het gaat om meer dan alleen techniek. Je moet daarnaast ook rekening houden met mentaliteit, groepsvorming, ... Daarom is het belangrijk dat de internationals zich ook bij hun clubs moeten trachten te manifesteren als leidersfiguren, dat ze meer zijn dan dienende spelers. De Rode Duivels moeten zich ontpoppen tot ambassadeurs van het Belgische voetbal.”

Eén van de wijzigingen die je doorvoerde, was het terughalen van Timmy Simons. Voor velen was dat een verrassing, maar het bleek een goede zet. Was hij de man die we misten om rust te brengen in de ploeg?

“Timmy is inderdaad iemand die de druk doet afnemen bij een aantal jongens. Je mag ook niet vergeten dat hij zichzelf ook erg goed gemanifesteerd heeft bij Nürnberg. Als bondscoach ben je altijd afhankelijk van wat er in de clubs gebeurt.”

Op club-niveau gesproken, Van Buyten maakt momenteel een moeilijke periode door bij Bayern München?

“Je mag niet uit het oog verliezen dat we hier spreken over een absolute topclub. Daar is het normaal dat er redelijk snel gewisseld wordt als de resultaten tegenvallen. Bovendien moet je de situatie van Bayern bekijken. Ze hebben duidelijk te kampen gehad met de naweeën van het WK, waarbij een aantal spelers vermoeid of geblesseerd zijn teruggekeerd waardoor Bayern een moeilijke heenronde kende. Ik denk dat je dus telkens geval per geval moet bekijken. Waar spelen ze? Hoe spelen ze? Wat is de situatie? Voor mij blijft Daniël in ieder geval een echte topprof. Ik denk dat het ook belangrijk is om naar de spelers toe een open communicatie te hanteren.”

“Met Nacer Chadli bijvoorbeeld heb ik onlangs een goed gesprek gehad. Ik heb van hem een goede indruk overgehouden, zowel als speler maar ook als mens. Maar uiteindelijk moet hij zelf zijn keuze maken. Spelers onder druk zetten, dat doe ik niet. Zoiets is een moeilijke beslissing voor een jonge speler, dus ik wil hem daar niet teveel mee lastigvallen of er een tijdslimiet op plakken.”

Waar verwacht je dat Romelu Lukaku binnen een jaar staat? Is hij klaar voor een Europese topclub of rijpt hij beter nog een jaartje bij Anderlecht?

“Ik noem hem altijd onze ‘fantastische kleine grote jongen’. Het belangrijkste is dat hij speelt en zich verder blijft ontwikkelen, liefst in een losse, ontspannen sfeer. Ik denk dat hij vanuit dat oogpunt misschien best nog een tijdje bij Anderlecht blijft, omdat ik het gevoel heb dat hij daar erg goed omringd wordt. Het is een jongen die heel hard werkt en goed luistert, maar waar hij binnen een jaar staat, hangt af van meerdere factoren.”

Hoe kijk je als bondscoach naar het terugschroeven van de competitiehervorming?

“Dat is iets waar ik als bondscoach liever niet in wil tussenkomen en waarin mijn mening ondergeschikt is. Het belangrijkste is dat we zoveel mogelijk clubs hebben die meedoen in de Champions League of de Europa League. Het is een goede zaak dat Anderlecht Europees doorstoot, maar als je het niveau vergeleek met Zenit Sint-Petersburg, weet je dat we nog een hele weg te gaan hebben.”

“We moeten ook gecoördineerd met andere landen blijven, iets wat zeker in acht moet genomen worden bij de discussie rond een zomer- of wintervoetbal. Of het nu een competitie met 16 of 18 ploegen moet zijn, kan misschien best uitgewezen worden door een onderbouwde studie die alle facetten in kaart brengt. Ik denk dat het nu belangrijk is dat we alle ego-belangen opzij schuiven en er niet zomaar op los spreken, maar goed over die zaken nadenken.

Deze zomer was er het WK in Zuid-Afrika. Wat waren daar voor jou de zaken die het meest in het oog sprongen?

“Dat het team belangrijker is dan het individu, maar het individu soms wel het verschil kan maken. Sommige ploegen misten ook duidelijk ‘jus’, zoals bijvoorbeeld Italië. Verder is het een goed teken dat er met Spanje, Duitsland en Nederland drie Europese ploegen bij de laatste vier eindigden.”

“Bij Nederland stond er een groep die minder kwaliteiten werd toegedicht dan voorgaande generaties. Daaruit blijkt nog maar eens dat talent alleen geen garantie vormt voor succes. Het gaat ook om het team, de spirit, de voorbereiding, ... Duitsland vind ik op dat vlak een mooi voorbeeld, een prototype van vernieuwing. Het heeft de oude Duitse waarden zoals mentaliteit en discipline weten te combineren met techniek en een snelle omschakeling wat aangenaam voetbal opleverde. Er is ook een duidelijke tendens naar meer multiculturaliteit in de nationale elftallen."

Door Maarten Van Bever.